Verslag PROVADA Green Forum: Workshop: Eén taal, één methode?

Hoe om te gaan met de wirwar aan meetmethodes?

Verduurzaming staat in de Nederlandse vastgoedmarkt op de kaart. Dat is evident en zeker ook af te leiden uit het grote aantal methoden voor het meten en labelen van duurzaamheid, dat voor gebouwen gehanteerd wordt. Ik noem het energielabel, al dan niet in combinatie met het EPA-U maatwerkadvies, BREEAM, Greencalc, GPR gebouw. En alsof dat nog niet genoeg is, hebben we ook nog LEED en de 4P-methode...

Veel methoden
Waarom bestaan er zoveel methoden naast elkaar? Wat is de zin of onzin daarvan? En kunnen we niet gewoon vooruit met één methode? Allemaal zinnige vragen die ook centraal stonden tijdens één van de PROVADA Green Forum-workshops, georganiseerd door Agentschap NL in samenwerking met het Platform Duurzame Huisvesting.

Tijdens deze sessie spraken 40 professionals uit de vastgoedwereld met vertegenwoordigers van de verschillende methoden. Hier een weerslag van de uitkomsten.

De methoden
Eerst even in het kort; wat houden de verschillende methoden in en waarvoor zijn ze bedoeld? Om te beginnen: het energielabel. Dit label is verplicht bij transactie van een gebouw en brengt de energieprestatie van een gebouw in kaart. Het is als het ware een basis, die kan worden aangevuld met andere methoden om duurzaamheid in brede zin in kaart te brengen.

Het EPA U maatwerkadvies vertelt hoe je van de ene energielabelklasse naar een volgende kunt komen. BREEAM is een internationaal gehanteerde methode om uiteenlopende aspecten van duurzaamheid in kaart te brengen en biedt onafhankelijke certificering. Ook zijn er verschillende andere methoden die duurzaamheid in brede zin in kaart brengen.

Zo is er de GPR gebouw, een computermodel dat een kwaliteitsprofiel van het gebouw weergeeft; Greencalc, dat de milieukwaliteiten (water-, energie- en materiaalgebruik) meet en LEED, een Amerikaanse methode die zich onderscheidt door de zware eisen op het gebied van materiaalkeuze.

Ten slotte hanteert Triodos een eigen 4P-model, dat ook voorziet in de beoordeling van de P van Profit. Dit vanuit de gedachte dat duurzaamheid in de praktijk geen rol kan spelen zonder financiële onderbouwing.

Wanneer welke methode? Of is één methode voldoende?
Over het algemeen lijkt er niet zoveel bezwaar tegen het bestaan van verschillende methoden naast elkaar. Elke methode dient immers een ander doel en sluit aan bij de uiteenlopende vragen en behoeften van de gebruikers. En juist doordat er verschillende methoden bestaan, beschikt de markt over een breder instrumentarium. Een 'multitool' lijkt handig, maar blijkt dat in de praktijk niet altijd te zijn.

Toch is het merendeel van de deelnemers aan de workshop het erover eens dat de gebruiker in ieder geval gediend is bij een stukje opheldering betreffende die doelen. De mogelijkheden kunnen duidelijker in kaart worden gebracht en het moet inzichtelijk gemaakt worden wanneer welke methode het beste kan worden toegepast. Daarnaast is er een behoefte aan harmonisatie tussen de methoden; deze moeten in ieder geval aan de achterkant één taal spreken en op elkaar aansluiten.

Ten slotte is vrijwel iedereen het erover eens dat integratie - waar mogelijk - wenselijk is. Het initiatief van de Dutch Green Building Council en de stichting Suriac om BREEAM en Greencalc te integreren wordt dan ook van harte toegejuicht. Hiermee is de intentie om te komen tot één gemeenschappelijke taal voor het beoordelen van duurzame gebouwen en gebieden in Nederland een flinke stap dichterbij!

Welke rol speelt wie?
Maar wie doet wat? Stemmen gaan op voor een rol in deze van het Platform Duurzame Huisvesting. Allereerst om helderheid te scheppen over de verschillende gebruikdoelen van de methoden.

Ook is er een duidelijke rol weggelegd voor de markt. Partijen in de markt moeten zorgen voor een scherpere focus op de kansen en meerwaarde van duurzaam vastgoed. Inmiddels is er een onmiskenbaar verband aangetoond tussen een positief energielabel of - duurzaamheidcertificaat en de waarde van het vastgoed.

Dit inzicht moet echter in de praktijk nog meer postvatten. Huurders, beleggers, taxateurs etc. dienen dit aspect explicieter te laten meewegen. De boot vaart verder; mis 'm niet! 

Albert Hulshoff
Agentschap NL

 

<

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Albert Hulshoff