Duurzaamheid - en nu echt!

Jaap Wiedenhoff vraagt zich af of onze gebouwen beter, efficiënter en effectiever zijn geworden.

De afgelopen jaren is er veel gezegd en geschreven over duurzaamheid. Er zijn veel voorbeeldprojecten gerealiseerd met hoge ambities en vaak hoge scores op allerlei meetmethodieken; BREEAM, EPc, Greencalc+, Leed en nog vele anderen. Maar hoewel we steeds meer moeite en aandacht besteden aan het duurzaam ontwerpen en bouwen van gebouwen, wordt er nauwelijks op wetenschappelijke wijze gekeken naar hoe deze 'duurzame gebouwen' presteren.

Wat we als ontwerpers kunnen doen, is een duurzame projecten beschrijven en analyseren. Het meest geschikt hiervoor is het denkkader  People, Planet, Profit, oftewel: sociale, ecologische en economische duurzaamheid. In de beschreven projecten zullen we kijken of hiervoor een coherente strategie geformuleerd is.

Dat een selectie van onze recente projecten een goede doorsnede van de markt vormt is niet waarschijnlijk. Wel zal het een redelijke indicatie zijn voor wat op dit moment state-of-art is.


Dienst Uitvoering Onderwijs en de Belastingdienst, Groningen (zie foto 2)
Dit project is recent opgeleverd en is ontworpen in nauwe samenwerking met UN Studio. Het streven bij DUO was om een gebouw te maken met intelligente, maatschappelijk relevante duurzaamheid. De ontwerpstrategie formuleert een aantal concrete doelstellingen. Op maatschappelijk gebied ging het om integratie met de omgeving en een goed werkklimaat, kortom een gebouw en omgeving met toekomstwaarde.

Op economisch terrein speelden lage exploitatie en investeringskosten een rol, evenals een productiviteitbevorderende werkomgeving. Vanuit ecologisch perspectief was bescherming en versterking van de biodiversiteit van het naastgelegen oerbos bepalend en werd gestreefd naar een lage ecologische impact met energie en materiaal. Op het gebied van innovatie is allereerst de wijze waarop het integrale ontwerp tot stand is gekomen een stap voorwaarts. Door de in- en output van diverse software pakketten te koppelen is de façade technisch en architectonisch geoptimaliseerd.


Medisch Spectrum Twente
Bij dit ziekenhuis is vanaf het begin expliciet gebruik gemaakt van het formuleren van een aantal doelstellingen om tot een duurzame ontwikkeling te komen. Zo is er door de Raad van Bestuur bewust voor gekozen om in de binnenstad te blijven. Hiermee een zeer belangrijke, zo niet de belangrijkste, bijdrage geleverd aan de duurzaamheid van het project.

De doelstelling was om de maatschappelijke effectiviteit van de functie op een economisch en ecologisch zo efficiënt mogelijk in te vullen. Samen met IAA architecten is dit concreet vertaald in een aantal zeer innovatieve oplossingen waardoor een koeler ziekenhuis ontstaat, met meer daglicht in de patiëntkamers, een kleinere energievraag, dat tegelijkertijd een betere werkomgeving vormt voor het verplegend en medisch personeel.


Hotel Amstelkwartier, Amsterdam
Een hotel is een plaats waar bezoekers aan een stad zich op een natuurlijk comfortabele wijze thuis moeten voelen. Conventionele oplossingen voor het comfort vragen relatief veel energie. Bij het ontwerp voor het hotel Amstelkwartier hebben we in samenwerking met Paul de Ruiter architecten en MulderBlauw architecten gezocht naar concepten waarmee we de duurzaamheid voelbaar maken, niet door minder comfort maar door meer.

De belangrijkste innovatie zorgt ervoor dat dat de hotelkamer geheel uitgeschakeld wordt als de gast niet in het hotel is. Vervolgens wordt bij het verlaten de hotelkamer letterlijk afgesloten met een extra isolatielaag, waardoor er geen zontoetreding is in de zomer en geen warmteverlies in de winter. Ook de ventilatie wordt geheel uitgeschakeld. Daarnaast worden er nog enige technische vernieuwingen zoals bio-vergisting toegepast. Hiermee is het project zowel technisch als procesmatig zeer innovatief.


Ministerie van Financiën, Den Haag (zie foto 3)
Bij het Ministerie van Financiën hebben we met Meyer en Van Schooten Architecten. Wanneer we kijken naar de duurzaamheidaspecten dan is er geen strategie geformuleerd voor de verschillende aspecten. Het bestaande gebouw en de vraagstelling van de opdrachtgever zijn in het ontwerpproces leidend geweest. Het hergebruik van een bestaand gebouw is echter wel de opgave van de toekomst.

In die zin is het gebouw niet alleen een goed voorbeeld, maar meer dan dat is het een voorbeeld waaruit blijkt dat innovatie niet alleen kan en mag bestaan uit nieuwe technieken maar juist ook uit verbeterde ontwerpprocessen en verbeterde analysetechnieken. Het was een van de eerste projecten waar geïntegreerd gebruik gemaakt werd van een scala aan geavanceerde software pakketten voor analyse van energiegebruik en koudebruggen.


Brede School DOK, Oegstgeest
In een van de eerste bijeenkomsten is er in een interactieve sessie met de gebruikers een ontwerpfilosofie opgesteld die beoogde dat de leermethoden en het gebouw naadloos aansloten. Het idee van de school is dat de omgeving gedurende de eerste jaren op school stimulerend en verduidelijkend moet zijn. Geen kantoorachtige omgeving maar een omgeving die uit natuurlijke materialen bestaat en die de technische eisen van een school ook op een zo natuurlijke en begrijpelijke manier realiseert.

In het huidige ontwerp maken we gebruik van een hybride natuurlijke ventilatie. Het gebouw wordt uit een houten constructie opgebouwd waarin de natuurlijke toevoer geïntegreerd is. Door overbodige onderdelen weg te laten, ontstaat er ruimte om nieuwe nuttige technologie toe te voegen. Op deze wijze wordt gestreefd naar een energieneutraal gebouw voor minder dan 100 €/m2 extra.


Conclusie
Hoewel bovenstaande projecten tot de meest innovatieve en duurzame in Nederland behoren, is innovatie in gebouwtechnologie zeer beperkt. De belangrijkste innovaties komen vanuit de informatietechnologie. Enerzijds door de regelsystemen in het gebouw, maar vooral door de grote invloed van de nieuwe (software) technologie op het ontwerpproces.

Een andere belangrijke innovatie is procesmatig. De gehanteerde analyses over duurzaamheid geven de mogelijkheid om met gebruikers en klanten op een zinvolle manier te praten over wat zij nu eigenlijk verwachten van hun gebouw, zonder het onmiddellijk in hele strikte programma's van eisen vast te leggen.

In de bovenstaande projecten was niet het voldoen aan het programma van eisen maar het realiseren van een zo hoog mogelijke maatschappelijke effectiviteit het doel; het programma van eisen was slechts een van de middelen daarbij.

Hierdoor zijn een aantal dogma's doorbroken waardoor er betere en efficiëntere gebouwen tot stand komen of zijn gekomen. Dit vraagt wel om een ander type adviseurs. Geen pure rekenaars en tekenaars, maar ontwerpers met een hoog abstractievermogen die kunnen communiceren met opdrachtgevers en architecten en tegelijkertijd over diepe inhoudelijke kennis beschikken van gebruikerscomfort, gebouwfysica, dynamische systemen en energie.

De nieuwe stap ten opzichte van vijftien jaar geleden is dat opdrachtgevers en gebruikers nu bij het proces betrokken worden. Niet dagelijks, niet technisch inhoudelijk, maar wel als het gaat om wat echt belangrijk is.

Hierdoor ontstaan gebouwen die technisch misschien een kleine stap vooruit zijn, maar die qua maatschappelijke relevantie een hele stap vooruit zijn. Het zou mooi zijn als er ergens een duurzaamheidprofessor is die dit grondig gaat meten, zodat we ook 'evidence based' duurzame gebouwen kunnen ontwerpen.

Jaap Wiedenhoff 
Directeur Arup Nederland

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Jaap Wiedenhoff