Exergie, wat is dat?!

Hoe kunnen we de restwarmte van elektriciteitscentrales nuttig gebruiken? Deze (aanbodgerichte) vraag is bijna honderd jaar lang de leidraad geweest bij het ontwikkelen van stadsverwarmingsnetten. Inmiddels is mij duidelijk dat deze vraag maar een deel van de puzzel behelst.

Een belangrijkere, achterliggende vraag is: hoe sluit je vraag en aanbod van energie op elkaar aan? Wat zijn randvoorwaarden? Hoe moet ons energiestelsel er dan uit gaan zien? (En hoe passen elektriciteitscentrales daar in?)

 

Exergie
Op 11 juni had ik de eer om als paranimf bij de promotie van Leo Gommans te mogen optreden. Zijn interessante proefschrift, ‘Gebiedsgerichte energetische systeemoptimalisatie’ (juni 2012, TU Delft) geeft mij veel nieuwe inzichten. Hij onderzoekt in zijn proefschrift de mogelijkheden voor een duurzame regionale energietransitie. Hierbij legt hij veel nadruk op exergie: de kwaliteit van de energie. De eerste hoofdwet van de thermodynamica zegt dan wel dat energie nooit verloren gaat, maar de tweede hoofdwet nuanceert dit meteen. De energie is niet verloren, doch verandert van vorm en kan niet opnieuw voor hetzelfde doel worden gebruikt. De tweede hoofdwet luidt dat daarbij kwaliteit verloren is gegaan (exergie). Wanneer wij spreken over energieverlies, bedoelen we eigenlijk verlies aan kwaliteit, dus exergieverlies.

 

Transport, opslag en conversie
Warmte is een laagwaardige vorm van energie, dus energie met een lage exergie. Bij grote transportafstanden heeft warmte relatief veel verliezen. Elektriciteit heeft een hogere exergie (je kunt er meer arbeid uit halen). Daarnaast kun je het goed transporteren over grotere afstanden zonder veel energieverlies. Opslag van elektriciteit is (in Nederland) wel moeilijk. Fossiele bronnen als aardgas hebben de hoogste exergie. Ook kun je het zonder veel verliezen opslaan en transporteren. Bovendien kun je het ook goed converteren in andere energiesoorten als elektriciteit en warmte. Volgens Leo Gommans zijn de drie bepalende factoren van een energiesysteem de mogelijkheid tot transporteren, opslaan en converteren. Zo bekeken ziet de energiewereld er ineens heel anders uit.

 

Fluctuaties
We hebben alle vormen van duurzame energieproductie nodig, zegt ook Gommans (zie ook mijn eerdere blog over David MacKay). Gommans maakt in zijn proefschrift duidelijk wat de mogelijkheden en randvoorwaarden zijn van elke energietechniek. Elektriciteit uit wind en zon zijn op dit moment nog geen volledig alternatief voor fossiele energie. Het zijn pas reële alternatieven als de elektriciteit kan worden opgeslagen om de fluctuatie van zon en wind te compenseren. En opslag is niet zo makkelijk in het platte Nederland.
Op dit moment worden fluctuaties opgevangen met gascentrales en import van elektriciteit. Steenkool- en kerncentrales zijn niet flexibel in te zetten omdat ze zeer slecht kunnen moduleren. In dit licht bezien kun je op zijn minst vraagtekens zetten bij de bouw van nieuwe steenkool- en kerncentrales in Nederland. Het zou beter zijn om de export van gas te beperken en elektriciteitscentrales op gas te bouwen, volgens Gommans. Op termijn kan aardgas vervangen worden door bijvoorbeeld gezuiverd biogas.

 

Tips
Ook op regionaal en gebouwniveau geeft Gommans praktische richtlijnen om te komen tot een optimale energievoorziening. Ik noem er vijf.

Op punten is Gommans’ onderzoek nog theoretisch. Kosten zijn niet meegenomen. De wensen van de eindgebruiker komen in het proefschrift nauwelijks voor. De uitdaging wordt om in praktijkvoorbeelden vraag en aanbod bij elkaar te brengen. In twee casestudies heeft Gommans hier al aanzetten voor gedaan.

 

Door zijn proefschrift is mij duidelijk geworden dat ‘all electric’ wijken niet de oplossing zijn. Ik voorzie een toekomst waarin per gebied een optimale mix van energie wordt gemaakt, met smart grids voor elektriciteit en wellicht ook biogas als landelijke dragers. Dit onderzoek biedt perspectief op de weg naar duurzame regionale energievoorziening. Het is aan ons, praktijkprofessionals, om er praktische invulling aan te geven.

 

Bestellen

 

Op dinsdagmiddag 10 juli vindt er een minisymposium plaats rond het proefschrift, in de Wijk van Morgen te Heerlen. Deelname gratis, wel even aanmelden via de website. Zie de bijlage voor meer informatie.

 

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Programmaleider KAN en Lente-akkoord ZEN @ NEPROM