Smart Cities worden werkelijkheid als we woningen verslimmen

Slimme steden hebben slimme woningen. Woningen waarmee de bewoner een verbinding heeft. Is er een pakketje afgegeven of heeft er iemand aangebeld? Wat is de kamertemperatuur en zijn alle deuren en ramen gesloten? Het internet of things is zeker de toekomst.

Mijn auto geeft aan wanneer de ruitensproeiervloeistof op is, of de deuren goed gesloten zijn en alle systemen juist werken. Vergelijk dat met een woning: het heeft zeker nut te weten of er genoeg water in mijn verwarmingssysteem zit, mijn zonnepanelen juist werken en of alles goed is afgesloten. Natuurlijk, er is al hier en daar zogenoemde slimme verbinding. De koelkast die aangeeft dat er melk moet worden gehaald, bestaat bijvoorbeeld al. Alleen blijkt dat bijna niemand zo’n koelkast wil hebben. Om nieuwe technologie geaccepteerd te krijgen moet deze ook passen in een leefstijl en nut hebben.

Of iets ‘nut’ heeft, is niet altijd eenvoudig te bepalen. De iPhone zorgde ervoor dat we zonder slag of stoot accepteerden dat een mobiele telefoon een smartphone werd en, om nogmaals dezelfde vergelijking te maken, in iedere auto is een netwerk aangelegd dat alle verschillende systemen met elkaar verbindt. We weten niet beter en verwachten zelfs niet anders.

Slimme woningen

Slimme woningen gaan dezelfde logica bij ons binnenbrengen. In de woning worden steeds meer systemen met elkaar verbonden. Deze ontwikkelingen zullen versneld worden door de kamerbrief van Minister Schippers over e-health en zorgverbetering, maar ook door eigenaren van wooncomplexen, die het lef hebben deze stappen te maken.

De eerste stap, de ontwikkeling van een slimme woning, begint bij de investeerders in de woningmarkt die begrijpen dat woningen duurzaam moeten worden.

De volgende stap is verduurzaming door inzet van technologie. We maken grote stappen door het toepassen van duurzame materialen in de bouw en ‘nul op de meter’, maar dat de woning over 20 jaar ook nog ‘gebruikt’ kan worden, heeft een technologische grond.

Is mijn woning veilig en beschermd tegen inbraak? Is de lucht gezond, werken alle systemen en gebruik ik zo effectief (zuinig) mogelijk energie? Als ik ouder word of vanwege een andere reden wat extra hulp kan gebruiken, kan mijn woning dan communiceren met mijn (mantel)verzorgers? De antwoorden op deze vragen maken een woning slimmer, waardoor de woning een onderdeel wordt van een Smart City.

Nieuwe technologie

Om dit doel te halen, wordt er steeds meer technologie ontwikkeld: sloten die bedienbaar zijn via internet (Nemef ENTR), de postkast die meldt dat er post is (RENZ) en als ultieme ontwikkeling: de NetBOX Live van de Eurocom group, die intuïtief de toegang tot een woning, veiligheid en zorg biedt. Oplossingen die er niet alleen voor zorgen dat we langer zelfstandig in de eigen woning kunnen blijven wonen, maar bovenal de basis zijn voor comfort, vertrouwen, veiligheid en vooral de verbinding met de eigen woning.

Ik geloof stellig dat deze toekomst noodzakelijk is en zie de noodzaak dat realisatie wordt gestimuleerd. Op korte termijn. Ik benadruk de noodzaak, omdat we effectiever met onze investeringen willen omgaan. Laten we gebruik maken van de kansen om op gebruiksniveau en in technologische zin snel te verduurzamen.

Voorzichtigheid

Veel ontwikkelingen worden echter tegengehouden, omdat er bij investeerders en eigenaren van wooncomplexen angst is de genoemde nieuwe technologieën toe te passen. In de afgelopen jaren zijn er wat voorzichtige proefprojecten gedaan, niet altijd met het gewenste resultaat. Ik heb begrip voor de voorzichtigheid die nu dus wordt betracht, maar snap niet dat er dan maar ‘ouderwetse technologie’ wordt toegepast.

Om onze woningen slimmer te maken en onze steden om te vormen tot Smart Cities is het een voorwaarde om met elkaar om de tafel te gaan zitten en verantwoordelijkheden te delen.

De verantwoordelijkheid die investeerders nemen bij de bouw of renovatie van een project op het gebied van energiegebruik en bouwstoffen is niet moeilijk te aanvaarden. Maar wanneer durven deze stakeholders óók de verantwoordelijkheid te nemen voor verduurzaming op technologisch gebied?

Gebeurt dit niet, dan zal er over enkele jaren veel meer moeten worden geïnvesteerd, omdat dat dan een noodzaak is of zelfs een wettelijke verplichting. Minister Schippers is nu nog voor rede vatbaar... En: er is een partij die voor de gewenste versnelling te zorgen. Duurzaam Gebouwd heeft veel in huis om partijen om de tafel te zetten en tot oplossingen te komen.

Dichtbij of ver weg

Of we ver weg staan van een ‘slimme woning’ is maar de vraag.De gebruiker van de woning brengt zelf veel nieuwe technologie aan. Vanuit de zorg komen intussen steeds intelligentere systemen beschikbaar, die ook tijdelijk kunnen worden toegepast.

In de huursector zijn het onderhoud van de verwarmingssystemen, elektrische voorzieningen en toegangsverlening zoals deurintercom, belangrijke onderdelen, die verregaande mogelijkheden bieden om in onderhoud en gebruik te verduurzamen. Natuurlijk geldt dat ook voor andere wooncomplexen, maar hier heeft de eigenaar van de woning (appartement) meer invloed.

Universele toegang

Voor het ‘verslimmen’ - en dus ook verduurzamen - van woningen is een universele toegang tot de woning nodig. Elke woning is voorzien van stromend water, gas en elektriciteit. Ook de afvoer is goed geregeld. Voor communicatie is echter iets anders nodig. Een standaard aansluiting naar de buitenwereld. Een communicatielijn waarmee ik verbonden kan worden met mijn woning en die er voor zorgt dat informatie die ik noodzakelijk vindt aankomt bij de ontvanger van mijn keuze. De melding dat ik gevallen ben komt zo snel bij mijn mantelzorg en een signaal over het waterpeil van mijn verwarmingsketel bij mijn verhuurder of installateur.

Het is niet logisch dat het eigen netwerk van de bewoner hiervoor wordt gebruikt. Een bewoner sluit immers ook niet zelf zijn waterleiding aan. Het dient een standaard voorziening te zijn waarvoor de bewoner betaalt.

Eindverantwoordelijk

Willen we verduurzamen en zorgen dat woningen ‘verslimmen’, dan moeten we zorgen voor de juiste ontsluiting en de data-infrastructuur tegen het licht houden. Niet de kabelaar is verantwoordelijk voor die infrastructuur. De kabelaar is verantwoordelijk voor de content. De investeerder/eigenaar dient er voor te zorgen dat de infrastructuur de technologie van morgen kan gebruiken! Water-, gas- en elektriciteitsleiding worden toch ook aangelegd?

Ik bepleit dat voor de verwezenlijking van Smart Cities een data-infrastructuur wordt aangelegd die niet van de bewoner is, maar tot het complex behoort. Gemaakt van glasvezel, dat borgt dat over dertig jaar nog steeds de juiste hoeveelheid data kan worden getransporteerd. Glasvezel kan uit vele onafhankelijke kanalen bestaan, waardoor in elke woning verbinding is met de ketel, de afzuiging, de deurintercom, de sloten en allerlei toepassingen waar we tot op heden nog niet eens aan hebben gedacht. Over dezelfde vezel gaat, zonder onderlinge beïnvloeding en mogelijkheid tot hacken, de eigen internetverbinding van de bewoner. De bewoner bepaalt zelf of 10Mb genoeg is of misschien wel nul.

Samengevat: eigenaren/investeerders ga de uitdaging aan en maak een belangrijke stap. ‘Verslim’ woningen en maakt ze technologisch duurzaam. Het expertpanel van Duurzaam Gebouwd staat tot uw beschikking…

Meer informatie over Smart Cities

De komende tijd besteedt Duurzaam Gebouwd meer aandacht aan het onderwerp Smart Cities, onder andere door expertposts te publiceren rondom dit onderwerp. Daarnaast vindt op 4 november het TVVL-evenement 'Smart Cities Event' plaats, met de Amerikaanse econoom en adviseur Jeremy Rifkin. Hij vertelt over een duurzaam economisch model waarin internettechnologie en groene energie samen leiden tot ‘energie-internet’. Kijk voor meer informatie en de mogelijkheid tot inschrijven op de website van het Smart Cities Event. Leden, partners en experts van Duurzaam Gebouwd kunnen tegen een gereduceerd tarief het evenement bezoeken, vraag uw kortingscode op via events@duurzaamgebouwd.nl.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Peter van Veen