The future of collaboration

Er zijn van die boeken die je iedere 2 of 3 jaar ter hand neemt om te ontdekken hoe het staat met je eigen persoonlijke ontwikkeling en balans in je leven.

De bron van deze voor mij wederkerige herijking stamt uit de eerste helft van de 6e eeuw: de benedictijnse levensregel.

“Tijdsmanagement: de moeilijke kunst van beginnen, de nog moeilijkere kunst van het ophouden en de moeilijkste kunst van het vinden van de juiste houding tussen beginnen en ophouden waardoor je het nooit meer ‘druk’ hebt.”
Citaat uit: 'Een levensregel voor beginners' van Wil Derkse.

Van wedergeboorte tot business as usual

Een bewuste tijdservaring was voor mij in 2006, toen ik 10 dagen verbleef in het benedictijns klooster in Umbrië. Het kloosterleven verloopt volgens een dagritme met vaste momenten van studie, rust en geestelijke, horizon verruimende lezingen. Voor mij was het verblijf daar een soort van wedergeboorte en ook een herbeleving van 8 jaar wonen en werken in Azië waar deze levensstijl ‘onbewust’ al tot mij gekomen was. Toen ik in 2000 terugkwam uit Kuala Lumpur, overviel mij destijds in Nederland de enorme gehaastheid, maar bovenal viel mij de ‘afstand’ tussen mensen enorm op.

Afgelopen week ervoer ik die onrust weer heel sterk met het bezoeken van de Provada. Wat een drukte en hectiek met een genadeloze wijze waarop mensen zich alweer presenteerden. Het was vooral weer heel luidruchtig: de competitiedrang schetst zijn contouren met een onderliggend gevoel dat alle lichten weer op groen staan. Business as usual? Is de opgave die voor ons ligt, niet zo groot dat we elkaar intern en extern juist keihard nodig hebben?

Meer dan inhoud

Die euforie is natuurlijk ook niet zo verwonderlijk na het doorleven van een aantal zware jaren. Voor bedrijven die het niet meer aankonden en moesten ‘ophouden’ en bedrijven die langs het randje van de afgrond hebben gelopen en zich bewust zijn geworden dat hun huidige (bedrijfs)model niet toekomstbestendig genoeg is. Echter, de spanning van afzondering ten koste van ‘sociale’ integratie en solidariteit is alweer voelbaar. Uitspraken van bestuurders van onder meer pensioenfondsen, banken, ontwikkelaars en overheden, die hun reflectie geven op die gewenste toekomstbestendigheid – “we moeten/gaan het anders doen” – waren sterk vertegenwoordigd. En wat is daarbij nog de missing link: het onbehagen op de werkvloer en het niet gehoord worden. Wordt er in die organisaties ook gehandeld, dan wel ruimte gegeven om het echt samen anders op te pakken als organisatie? Wordt er werkelijk aandacht besteed om te handelen in de geest van wat bestuurders zeggen? Hoe sterk is de synchroniciteit van woord en daad? Hoe ziet jouw future of collaboration eruit?

De theorie van de moleculaire sociologie: In de samenwerking krijgen de moleculen pas hun eigenschappen.

Het meenemen en betrekken van mensen in de breedte van de organisatie vraagt enorm om aandacht. We kunnen zo veel, maar zitten onszelf daarbij geregeld in de weg: vanuit eigen belang of vanuit onbegrip van de samenhang in elkaars belangen. De nieuwe ontwikkelingen hangen in de lucht en nieuwe termen vliegen ons al om de oren: artificial intelligence, Internet of Things, big data, block-chain, circulariteit, gezondheid, energieleverend en integraal. En daar komen de new kids on the block als BMW en IBM bij, die zich ook laten gelden in de vastgoedline-up. Ik kan hier ook mateloos geïntrigeerd raken van wat we allemaal kunnen en willen. Dit gaat meer van ons vragen dan alleen het begrijpen van de inhoud!

Future of collaboration

Om al deze uitdagende kansen het hoofd te bieden, dienen we terug te gaan naar de bron: de hernieuwbare bron in onszelf. Het monastieke leven biedt 3 hoofdaspecten, die ons kunnen helpen bij het meenemen van mensen in de organisatie om te komen tot een werkelijke future of collaboration.

Onderscheidend vermogen

Door mensen persoonlijk te stimuleren tot groei ontstaat de gewenste toekomstbestendige ontwikkeling van je organisatie. Het vermogen om de daad bij het woord te voegen, gaat je organisaties het onderscheidende vermogen bieden en jaagt het aantrekken van dat gewenste droomtalent pas echt aan. De emotionele ontwikkeling als vaardigheid voor samenwerking is zeker zo belangrijk als onze verstandelijke vermogens. Het hoofd en het hart hebben elkaar nodig. De oefening kan vandaag al beginnen om systematisch dagelijks een levensregel toe te passen: laat je pen letterlijk vallen en geef een compliment aan een collega of relatie. Dan ervaar je wat de waarde van geven is.

Handelingen waarbij geen empathie is vereist/ toegevoegd, wordt geautomatiseerd.

Zo kunnen we werken aan de ontwikkeling van onze eigen emotionele intelligentie en daarmee het vergroten van zorgzaamheid, samenwerking en ons vermogen tot empathie. Dit is zomaar een eerste dagelijkse commitment (stabilitas) om een kwaliteitsverbetering (conversatio morum) te initiëren, om daarmee gehoor te geven aan wat er diep van binnen al leeft (obedientia).

Gun jezelf rust, regelmaat en reflectie om jezelf, je team en je organisatie naar grote hoogte te brengen. 

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Wytze Kuijper