Energietransitie: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan

Een stoere quote van Pippi Langkous als ze aan iets nieuws begint. En hoe meer we aan de energietransitie in de gebouwde omgeving beginnen, hoe meer nieuwe onderwerpen ik tegenkom. En ook al poppen de doemscenario's op, ik denk dat we de klimaatverandering wel kunnen keren door de energietransitie te omarmen en niet in "Ja, maar..." uit te barsten.

Foto: Villa Kakelbont staat ook in de Wereld van Astrid Lindgren (Zweden), via Wikipedia, Chrumps

Een paar weken geleden zag ik een fantastische documentaire van Sir David Attenborough: Climate Change the Facts. In één uur ben je bijgepraat over alle klimaatfeiten en ook dat het klimaatverandering wel echt razendsnel dichterbij komt. Dode vleermuizen, overstromingen, bosbranden. Het belang om van onze fossiele energieverslaving af te komen.

Voor mij een stimulerende factor om met het werk waar we bij RVO.nl mee bezig zijn, door te gaan. Maar ook een motivatie om toch nog vaker de trein te pakken, mijn huis van het aardgas af te krijgen en drie keer na te denken over nieuwe spullen. Die motivatie om met de energietransitie aan de slag te gaan, is wel nodig. Want eenvoudiger wordt het niet. Duizenden factoren die spelen als het gaat om het CO2-arm maken van de gebouwde omgeving. Ik noem er een aantal.

De eigenaren

Ik maak vaak het onderscheid in commercieel en maatschappelijk vastgoed. Bij maatschappelijk vastgoed denken we aan gemeenten die eigenaar zijn van een school, sportaccommodatie of gemeentehuis. Hoe goed is die gemeente georganiseerd? Hoeveel invloed heeft een schoolbestuur? Maar ook zorginstellingen noemen we maatschappelijk vastgoed, maar wist je dat zorginstellingen weer vaak zorgwoningen huren bij woningcorporaties of soms institutionele beleggers?

Of winkels en horeca die in een plint zitten van een appartementencomplex, waar vaak een Vereniging van Eigenaren de scepter zwaait. Zitten de beoogde opdrachtgevers van renovaties in de voorhoede, middenmoot of horen ze bij de achterblijvers?

De gebouwenvoorraad

Hoe ziet die eruit? We hebben het vaak over de labelklasseverdeling, maar biedt die houvast voor de toekomst? Hebben we veel gebouwen waarin fossiele energie wordt gebruikt? Welke concepten zijn er dan als je fossielvrij (zonder aardgas) wilt worden? En als je dan all-electric wordt, mag je dan je duurzaam opgewekte energie via certificaten meerekenen in je verduurzaming?

Het energieverbruik

Wat is het energieprofiel van de gebruiker? Veel aardgas, warmte of elektra. En ook steeds vaker moet je de vraag stellen: wanneer heeft hij die energie nodig? Kun je daar nog in variëren, want dat vinden de netwerkbeheerders weer fijn bij de belasting op het energienet. Is het energiegebruik al gereduceerd met de Erkende maatregelen, het laaghangende fruit? En gemeld via de informatieplicht? Dit is trouwens wel weer een makkelijke uitdaging; inzicht in je eigen energieverbruik is ook gewoon een kwestie van doen: check je rekening, je slimme meter of EBS.

De regelgeving

Dit is wel het meest nieuwe stukje. Want opeens komt de Omgevingswet per 1-1-2021 ook een stuk dichterbij. Er komen twee relevante besluiten onder te hangen: Besluit Bouwwerken Leefomgeving en Besluit Activiteiten Leefomgeving. In de eerste moet de nieuwe normering voor utiliteitsbouw opgenomen worden: normen voor bestaande bouw dus, die vanaf 2050 gelden. Da's nieuw. We oefenen nu met Energielabel C voor kantoren, maar die nieuwe normering moet gaan gelden voor àlle 600.000 utiliteitsgebouwen.

Met nieuwbouw is natuurlijk al veel ervaring. Ook mindere, en daar moeten we dan maar weer goed van leren. In het Besluit Activiteiten Leefomgeving moeten de Erkende maatregelenlijsten een plek krijgen. Goed afgestemd met het BBL, zodat we niet weer overlap krijgen in regelgeving en het een excuus is om maar niets te doen.

De omgeving

Ook nieuw is natuurlijk dat de omgeving een veel belangrijkere rol gaat spelen. Gemeenten gaan aan de slag met een warmtevisie per wijk. 17.000 warmtevisies moet dat dus opleveren. Regio's gaan aan de slag met Regionale Energiestrategieën. Wat in 2022 helder moet zijn, is de planning: komt jouw wijk voor of na 2030 aan de beurt? Wat doe je dan als gebouweigenaar als je in een wijk zit die dus voor 2030 van het aardgas afgaat. Dan kom je voor investeringen te staan die je misschien niet verwacht had, maar toch echt moeten gebeuren. Of wat als je na 2030 aan de beurt bent en je in een oncomfortabel gebouw zit: welke no-regret maatregelen kun je nemen, zodat je goed op weg bent voor de normering in 2050.

De plannenschrijvers

Auteurs van plannen baseren die vaak graag op data. En er worden dus veel plannen gemaakt: warmtevisies, Regionale Energiestrategieën, Portefeuilleroutekaarten voor het maatschappelijk vastgoed, Integrale Huisvestingsplannen (voor onderwijs), Strategische Huisvestingsplannen, DMOP's, Energy audits.

De overheid is bezig die data die er al is beter te ontsluiten (ook een mooi plan) via VIVET (verbetering van de informatievoorziening van de energietransitie), maar bijvoorbeeld de Informatieplicht gaat ook veel informatie opleveren over het energieverbruik van bedrijven binnen gemeenten. Het zou mooi zijn als de plannenschrijvers van de warmtevisie die weer kunnen gebruiken, zodat ze weten waar er bedrijven zitten met een hoog energieverbruik en welke ook nog een groot potentieel aan besparingen hebben. 

De grote verbouwing

En zo kom je een beetje aan een grote Plan-Do-Check-Act cyclus, maar dan voor wijken en gebouwen. Maak een plan op basis van wat je weet, ga aan de slag met de uitvoering van je plan, controleer of je goed bezig bent en waar er nog andere kansen liggen, binnen je gebouw of wijk, en pas je plan daarop aan. We moeten met zijn allen de schouders onder de energietransitie zetten. En ja, voor iedereen is het nieuw.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Selina Roskam