Expertvisie 2024: het jaar van gezonde woningen en wijken

Om innovaties aan te jagen, moeten we woningen blijven bouwen en verkopen. Om dit voor elkaar te krijgen, is het van belang het financiële speelveld te veranderen. Daarnaast wordt gezondheid een belangrijk onderwerp in 2024, verwacht directeur Onno Dwars van Ballast Nedam Development.

De Startbouwimpuls is goed geweest om woningbouwprojecten versneld van start te laten gaan. Maar er is meer nodig. Veel woningbouwprojecten zijn afgevallen en we moeten juist woningen bouwen om innovaties aan te jagen. Zodra de verkoop weer op gang komt, anticiperen bouwbedrijven in nieuwe projecten eenvoudiger op aangescherpt beleid. Denk aan de herijking van het Bouwbesluit waarmee het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat hard aan de slag is. Het is wel van belang om het vernieuwde Bouwbesluit pas van toepassing te verklaren, nadat de woningbouw weer op gang is gekomen.

Om de verkoop van woningen aan te jagen, is een verandering van het financiële speelveld belangrijk. Het Ministerie van Financiën heeft een eerste stap gezet, want de Wijzigingsregeling hypothecair krediet maakt het vanaf 2024 mogelijk dat een consument meer kan lenen voor een woning met een zuinig energielabel. De Milieuprestatie Gebouwen (MPG), biobased bouwmaterialen en natuurinclusief bouwen komen echter nog niet terug in het stimuleringsbeleid op het gebied van hypotheekregels. Tot op heden is de bouwwereld te sectoraal bezig om tot een duurzame transitie te komen, ook de financiële sector moet nadrukkelijk betrokken worden.

CO2-krediet

Een verandering van het financiële speelveld is ook om biobased materialen – die voor een gezond leefklimaat zorgen – te laten concurreren met staal, beton en CO2-intensief isolatiemateriaal. Ik verwacht dat het werken met CO2-credits in 2024 zijn intrede gaat doen, om de opslag van schadelijke broeikasgassen in de gebouwde omgeving met natuurlijke bouwmaterialen financieel te waarderen. Het is namelijk niet alleen van belang om de bouwsector te verleiden anders te gaan bouwen, maar ook om de bouwketen te veranderen.

Zodra financiële modellen interessant genoeg zijn, kunnen ze de agrarische sector overhalen om te investeren in biobased bouwmaterialen. Als we dit financieel goed inrichten, dan kan de transitie naar biobased bouwen heel snel gaan. Met het Lente-akkoord hebben we al geleerd om in stappen naar energieneutraal bouwen te gaan. Zo’n stappenplan, met een scope tot 2030, moet er ook komen voor een gebouwde omgeving zonder emissies. Daarnaast bieden CO2-kredieten de agrarische en de bouwsector allebei de mogelijkheid om te veranderen van een klimaatintensieve sector naar een klimaatpositieve sector.

Gezondheid

Gezondheidskosten blijven de komende jaren stijgen en worden, als we doorgaan als nu, onbetaalbaar. Gezondheid meenemen als ontwerpprincipe wordt dan ook gewoon. Dit gebeurt al bij het ontwerp van woningen en wijken. De auto neemt relatief veel ruimte in, omdat we steden steeds meer verdichten. Een auto neemt gemiddeld 30 m2 aan bruto vloeroppervlak in om te parkeren – los van de infrastructuur – terwijl een stedelijke woning steeds vaker een bruto woonoppervlakte van minder dan 50 m2 heeft. Met het kleiner worden van de woningen komt de ruimte die een auto inneemt steeds meer onder druk te staan.

Steeds meer steden minimaliseren het parkeren in de openbare ruimte en duwen zo mensen uit de auto. Dat komt omdat we steeds meer binnenstedelijk willen bouwen en de druk op ruimte toeneemt. Dit draagt bij aan een transitie naar een samenleving die gezonder leeft. We bewegen meer en brengen minder tijd in auto’s door. Deze transitie zorgt ervoor dat de openbare ruimte groener wordt, zodat iedereen het prettiger vindt om buiten te zijn. Bijkomend voordeel: een groene openbare ruimte zonder hittestress. Wat in deze verandering belangrijk is, is dat het proces geleidelijk gaat. Er moeten goede voorbeelden ontstaan, zodat iedereen eraan kan wennen.

De eerste voorbeelden van dit soort nieuwbouwwijken met bovengemiddeld veel groen zijn ruim vier jaar geleden bedacht en worden zichtbaar. Zo zijn we in Maastricht de eerste straten aan het opleveren, waar we in plaats van een woonstraat een leefstraat hebben gemaakt. In deze straten mogen auto’s niet meer komen. Daarnaast zijn we, samen met MRP Development, in Utrecht bezig met de ontwikkeling van Cartesius, waaraan we gaan voldoen aan de ‘3-30-300’-regel. Bewoners moeten vanuit iedere kamer drie bomen kunnen zien, 30 procent van het terrein is onverhard en er is een park. Deze transities spelen niet alleen in de centra van grote steden. In Oud-Beijerland gaan we niet alleen zorgen voor de ontwikkeling van een natuurinclusieve wijk met zo’n 2.500 woningen, maar realiseren we in samenspraak met de provincie en de gemeente ook een busverbinding naar Rotterdam.

Snelheid maken

Zodra de oplevering van de eerste groene wijken heeft plaatsgevonden, verwacht ik dat er snel meer van dit soort wijken gaan komen. Een vergelijkbare trend hebben we gezien met Nul-op-de-Meter-woningen: toen die daken helemaal vol lagen met zonnepanelen, gingen andere bouwbedrijven ook overstag. Deze groene nieuwbouwwijken horen bij een transitie naar een groene stad, want ook in de mobiliteitstransitie speelt gezondheid een belangrijke rol.”

De expertivisie van Onno Dwars is onderdeel van het digimagazine 'Expertvisies 2024', nu te lezen in onze kennisbank.

Tekst: Tim van Dorsten

Deel dit artikel

permalink