Duurzaamheid: fundering voor de Nationale Omgevingsvisie!

Het is u zeker niet ontgaan: op 12 december 2015 is het klimaatverdrag op de klimaatconferentie COP21 van de Verenigde Naties gesloten. Hierin is opgenomen dat de uitstoot van broeikasgassen of COmoet worden teruggedrongen en de wereldwijde beperking van de opwarming van de aarde tot maximaal 2°C in 2100.

De gedachten hierachter is de wereldwijde stijging van de temperatuur in 2100 te beperken tot 2 graden, vergeleken met het niveau van vóór de opkomst van de industrie.

Scenario’s voor CO2-arme en duurzame economie in 2050?

Onderzoekers van het POLFREE-project (Policy Options for a Resource-Efficient Economy) hebben de afgelopen drie jaar onderzoek gedaan naar scenario’s voor een CO2-arme en duurzame economie in 2050. Het POLFREE-project schetst de volgende 4 scenario’s:

  1. Het referentiescenario met verandering van de techniek en het gedrag op basis van het verleden met ongewijzigd milieubeleid. Op de wereld zijn dan 9,5 miljard mensen en de niet-westerse wereld ontwikkelt zich als de westerse wereld.

Daarnaast 3 transitiescenario's met elk 20 tot 30 milieubeleidsmaatregelen en gedragsveranderingen:

  1. Wereldwijde samenwerking door alle landen in de wereld.
  2. De Europese Unie gaat voorop met als voordeel ‘first-mover advantage’.
  3. De participatiemaatschappij neemt de leiding vanuit een bottom-up maatschappij.

Economische en ecologische gevolgen van deze scenario’s?

De economische en ecologische gevolgen van deze scenario’s zijn verder uitgewerkt aan de hand van een neo-Keynesiaans economisch model. In onderstaande tabel zijn de gevolgen voor de opwarming aarde in 2100, de economische groei, de werkgelegenheid en het milieu en welzijn weergegeven.

Noodzakelijke milieubeleidsmaatregelen om een duurzame economie in 2050 in Europa te bereiken zijn:

Uit deze scenario’s blijkt:

  1. Vanuit economisch perspectief moet de Europese Unie starten met milieubeleidsmaatregelen en gedragsveranderingen en niet wachten op de rest van de wereld. Hierdoor kan ze economisch maximaal profiteren van het ‘first-mover advantage’. Hiervoor is een ‘Deltaplan’ nodig met centrale faciliterende regierol van de overheid, waarbij de participatiemaatschappij de transitie eenvoudiger maakt.
  2. De beperking van de stijging van de temperatuur tot 2°C uit de klimaatconferentie COP21 kan alleen worden gehaald bij het scenario wereldwijde samenwerking van alle landen in de wereld…

Eerste praktische stap in Nederland

Uit ecologisch, maar ook zeker uit economisch perspectief, is het voor Nederland belangrijk om een eerste belangrijke stap te zetten met milieubeleidsmaatregelen en gedragsveranderingen om de temperatuurstijging in 2100 te beperken tot 2°C. Minister-president Mark Rutte zei bij de opening van de Innovation Expo op 14 april 2016 in Amsterdam dan ook treffend:

“Nederland heeft alles in huis om dé consultant op het gebied van duurzame verstedelijking en de circulaire economie te zijn in de wereld te zijn.”

Om de eerste stap te zetten en maximaal te profiteren van het ‘First-mover advantage’ biedt de Omgevingswet een uitgelezen kans. Deze wet is namelijk gericht op duurzame ontwikkeling (zie mijn blog '1 Omgevingswet is de toekomst'). De eerste praktische en logische stap is dan ook om duurzaamheid als basis te hebben voor de Nationale Omgevingsvisie: “Duurzaamheid is dé fundering voor de Nationale Omgevingsvisie!”

Duurzaamheid als ‘fundering’ voor de Nationale Omgevingsvisie om de ‘first-mover’, maar ook het voorbeeld te zijn: voor provincies en gemeenten, bouwbedrijven, projectontwikkelaars en financiers, maar vooral voor alle Nederlanders dus ook voor ‘de man op straat!’

Duurzaamheid als fundering

  1. Uit ecologisch, maar ook zeker uit economisch perspectief, is het voor Nederland belangrijk om een eerste belangrijke stap te zetten met milieubeleidsmaatregelen en gedragsveranderingen om de temperatuurstijging in 2100 te beperken tot 2°C.
  2. De eerste praktische en logische stap in Nederland is dan ook om duurzaamheid dé fundering te laten zijn voor de Nationale Omgevingsvisie!

Wij zijn benieuwd hoe u hierover denkt?? Laat het ons weten via een reactie.

Auteurs: Arno Kleine Staarman (links op de foto) en ir. André Hagendijk. Duurzaam Gebouwd-expert Arno Kleine Staarman is projectmanager ruimtelijke ontwikkeling van Aranto. André Hagendijk is strategisch samenwerkingspartner van Aranto.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Arno Kleine Staarman