‘Installateurs, vergroot bewustzijn over gezond binnenklimaat’

De installatiebranche moet zorgen voor de juiste kennis bij consumenten en adviseurs als het gaat om een gezond binnenklimaat. Dat was een van de conclusies tijdens de Round Table over gezond binnenklimaat, eind oktober.

Gespreksleider Sannie Verweij van Gebouw Inzicht start de discussie bij Afpro Filters in Alkmaar met de stelling ‘Een apk voor installaties moet verplicht worden om de gezondheid in gebouwen beter te borgen’. Volgens Peter Musters van VBI kan dit inderdaad een hulpmiddel zijn. “Ik hoor heel vaak dat installaties een reden zijn voor een ongezond binnenklimaat. Dit komt omdat het inregelen niet goed is gebeurd of door ondeskundig gebruik.”

Samenvatting van de round table over gezond binnenklimaat.

Maurice Gijzen van Afpro Filters denkt dat het draait om meetbaarheid. “Door te meten toon je aan dat iets beter of minder is. Maar om hiervoor bij het binnenklimaat te zorgen, ben je veel geld kwijt aan slimme meters zoals fijnstofmeters en energiemonitoring. Dat schiet zijn doel voorbij.”

Ventilatie Prestatiekeur als apk?

Arco Knoester van Itho Daalderop zegt dat die apk er al is. “7 jaar geleden heeft de Vereniging van Luchttechnische Apparaten (VLA) de Ventilatie Prestatiekeur (VPK) ontwikkeld. Dit zorgt ervoor dat woningen bij oplevering aan het Bouwbesluit voldoen. Maar nog steeds voldoet 80% van de woningen niet hieraan.” Volgens hem komt dat omdat de VPK nog geen aansluiting bij Aedes en Neprom heeft gevonden. “Als dit niet staat in het bestek, dan voeren bouwbedrijven en installateurs het niet uit.”

“Dit ligt ook aan de kosten”, meldt Gijzen. “Aannemers willen een klimaatinstallatie, die in aanschaf laag ligt om hun scoringskans op een opdracht te verhogen. Terwijl een duurder product in de toekomst voor besparing zorgt. Consumenten, aannemers en adviseurs beschikken niet altijd over de juiste informatie.”

Definitie voor binnenklimaat

Harry Crijns van Crijns energy controlling pleit voor een definitie voor de kwaliteit van het binnenklimaat. “Hoeveel vluchtige organische stoffen en fijnstoffen staan we toe? Hoe hoog moet de vrije zuurstof in een ruimte zijn? Die criteria gaan de gebruiker aan en daarop moet de installatie worden afgesteld.” Knoester legt uit dat de VPK over een richtlijn voor het binnenklimaat beschikt. “Maar er vindt geen navolging plaats. Dit moet eigenlijk vanaf de bouw worden gemonitord: dit moeten we blijven verkondigen.”

Het ligt ook aan het bewustzijn van de consument, geeft Marco van Vliet van Radiair Totaalinstallatie aan. “Dat is er nog te weinig. De VLA heeft een onderzoek gedaan met de vraag: wat is binnenklimaat? Weinig antwoorden dekken de lading. Het is onze taak om het bewustzijn bij consumenten te vergroten.”

Brug slaan om kennis te delen

Jolanda Willems van GGD Gelderland-Midden wil een brug slaan tussen de kennis bij ggd’s en arbodiensten. “We hebben genoeg kennis op papier: in ggd-richtlijnen staat een schat aan informatie. Het gaat erom dat we een brug slaan tussen de aanwezige kennis over de oorzaken van gezondheidsklachten in woningen en andersoortige gebouwen.” Knoester denkt echter dat installateur moet blijven hameren hoe installaties optimaal te gebruiken. “Het Bouwbesluit is de basis, maar kennelijk is dat al moeilijk. Partijen met minder kennis moeten wij bijscholen. Als je de basis niet begrijpt, dan kun je ook niet opschalen.”

Van Vliet beschouwt een onderhoudscontract als apk. “Maak de installerende partij ook verantwoordelijk op de langere termijn. Dan weet je zeker dat je installaties op reguliere termijn worden gecontroleerd.” Crijns is hiervan geen voorstander. “Dan keurt de slager zijn eigen vlees en hij wordt door kosten gedreven.” Hierop reageert Van Vliet: “Koppel een onderhoudscontract aan de status en de kwaliteit van de installatie.” Bert Jan Lambregtse van Vlint is hiermee eens. “Laat de installateurs na oplevering de installaties ook jarenlang onderhouden. Dan zijn de duurzaamheid en het goede functioneren op lange termijn beter verzekerd.”

In de ogen van Martin Wendels van Wolf energiesystemen is er meer dan genoeg informatie waaraan het binnenklimaat moet voldoen. “We moeten eerst zorgen voor bewustwording bij eindgebruikers en opdrachtgevers. Zij moeten weten waaraan een gezond gebouw moet voldoen. Het lastige is echter dat dit niet zichtbaar is, in tegenstelling tot een goede keuken of badkamer. Daarom ben ik een voorstander van een apk. De vraag is echter wel: wie gaat dit controleren?”

Gezond gebouw is beter verhuurbaar

De tweede stelling luidt ‘De split-incentivediscussie moet niet alleen over energiebesparing gaan, maar juist over de productiviteitsvoordelen van een gezond gebouw’. “Mee eens”, geeft Musters aan. Als voorbeeld vertelt hij over het wetenschappelijk onderzoek Healthy Offices van vastgoedorganisatie CBRE samen met Universiteit Twente naar de relatie van een gezondere werkomgeving, zoals de aanwezigheid van meer planten, op de productiviteit en het welbevinden van medewerkers. "Daarvan profiteert zowel werkgever als medewerker van en daardoor is de verhuurbaarheid beter.”

Ook Wendels is voorstander. “Hiermee kan een gebouweigenaar zich profileren. Hoewel er nog weinig tools zijn om tot een gezond binnenklimaat te komen, zijn er op dit vlak wel ontwikkelingen gaande. Denk maar eens aan het certificaat WELL. Dit leidt tot een beter imago voor bedrijven.” Ook Lambregtse ziet het potentieel voor vastgoedeigenaren. “Een gezond gebouw leidt tot een stijgende productiviteit en dalende ziektekosten: daar zit dus veel geld in.” Hij vindt dat bedrijven met name naar het effect op mensen moeten kijken. “Goede verlichting, ventilatie en akoestiek kan een positieve invloed hebben op de verhuur- en verkoopbaarheid van een gebouw.”

Klimaatinstallatie anders gebruiken

Volgens Willemsen zijn er signalen dat juist bewoners van verduurzaamde woningen klachten hebben. “Het gaat dan om schimmelvorming door bijvoorbeeld onjuiste isolatie of onvoldoende ventilatie”, zegt ze. “Dat baart me zorgen. Hoe kunnen we zorgen voor een beter binnenklimaat, zonder dat de verduurzaming stopt?"

Dat is lastig, geeft Joy den Hartog van Duco aan. “Op het gebied van kennis en kunde is de ventilatie een ondergeschoven kindje, ook voor bewoner. Een nul-op-de-meterwoning vraagt namelijk om een andere manier van gebruiken van de installatie.” Overigens gaat dit ook op voor kantoorgebouwen, laat Crijns weten. “Als de functie en de bezetting van zo’n gebouw veranderen, geldt dit meestal niet voor de ventilatie. Die moet het gewoon goed blijven doen.”

Data vs informatie

In de derde stelling behandelt Verweij data: ‘Om de gezondheid van gebouwen te verbeteren, moet ook voor niet-technische gebruikers de meetdata van Smart Building Technology eenvoudig zijn uit te lezen.’ Hierbij maakt Crijns onderscheid tussen data en informatie. “Je moet data vertalen naar zaken die begrijpelijk zijn”, legt hij uit. “Al is het maar naar rood, geel en groen. Anders heb je niets aan meetdata.”

Gijzen tekent hierbij wel aan: “Bij geel en rood is het wenselijk dat de oorzaak erbij staat en wat er moet gebeuren om weer de groene kleur te krijgen. Maar het voornaamste is inderdaad dat een gebouwbeheersysteem snel en eenvoudig inzichtelijk is.”

Foto bovenaan: Volgens de deelnemers aan deze Round Table is het kantoorgebouw The Edge een goed voorbeeld van een gebouw met een gezond binnenklimaat.

Deel dit artikel

permalink