Rondetafel: ‘In een gezond gebouw staat de mens centraal’

“De introductie van de MPG draagt bij aan toename van gezonde gebouwen, maar alleen met een berekening kom je er niet.” Dat was een van de conclusies van het rondtafelgesprek over ‘Gezonde Gebouwen’, dat plaatsvond in het circulaire gebouw Circl. 

Gezonde gebouwen dragen actief bij aan het welzijn van bezoekers, medewerkers en andere gebruikers. Frisse lucht, instelbaar binnenklimaat en het toepassen van gezonde materialen hebben invloed op de gezondheid. “Het is belangrijk dat er wordt gekeken naar hoe de mens zich voelt in een gebouw en niet alleen naar de prestaties van een gebouw”, liet Jeroen Schinkel van TRAJECT Adviseurs en Manager weten. “De WELL Building Standard kan hierbij helpen, doordat deze methode zich richt op de gebruikers van het gebouw.”

Hij nam de deelnemers mee in 3 stellingen. Op de stelling ‘Een gezond gebouw heeft een BREEAM-, LEED-, of WELL-label’ reageerden de deelnemers dat een label nuttig is. “Het is niet per definitie noodzakelijk, maar kan een motivator zijn om duurzaamheid uit te dragen naar klanten, medewerkers en aandeelhouders”, vond Marianne Davidson van VolkerWessels. Dit beaamde Thijs Mak van Deerns: “Er kan ook een mooi gezond gebouw worden neergezet zonder label. Het duurzaamheidslabel is een stukje waarborging en een manier om te laten zien dat het gebouw gezond is.” Joy den Hartog van Duco pleitte voor ontwerpen met de principes van de certificeringsmethodieken. “Zo heb je de uitgangspunten, maar niet de investeringskosten voor het label.”

MPG zorgt voor duurzamer materiaalgebruik

Op stelling 2 ‘De introductie van de prestatie-eis van de Milieuprestatieberekening Gebouwen (MPG) gaat gebouwen gezonder maken’ liet Peter Musters van VBI weten hiervan voorstander te zijn. “Hoe lager de MPG is, hoe duurzamer het materiaalgebruik. Dit zorgt voor een strenger beleid om de impact op het milieu te verkleinen.”

Een suggestie is om meetbaar te maken hoeveel impact iets heeft, maar na enig overleg lijkt dit toch voor nu een stap te ver, vertelde Anita de Groot van De Groot & Visser. “Bij het begin al voorkomen zorgt dat iedereen van tevoren bewust is van de materialen die worden toegepast en wat de consequenties zijn van het materiaalgebruik. Door er euro’s aan te hangen kijken mensen welke mogelijkheden er nog meer zijn, die beter zijn voor het milieu.”

De deelnemers zijn ermee eens dat het goed is om een eis te stellen aan het minimale stukje duurzaamheid wat een fabrikant en leverancier moet leveren. “Een database opstellen met fabrikanten kan een oplossing zijn”, vond Rick van Ogtrop van Hermans Techniglaz. “Sta je niet in de database, word je niet meer geselecteerd. Hieraan draagt de MPG zeker bij. Maar alleen met een berekening kom je er niet.”

Prettig voelen is goed voor gezondheid

De deelnemers waren het eens met de laatste stelling 'Een gebouw is gezonder als de gebruiker zich er prettig in voelt'. “Maar vaak weten ze te weinig over het gebouw, zoals over fijnstof”, merkte Peter Crijns van IonAir Benelux op. "Een gezond gebouw heeft een positief effect op de gezondheid", vertelde Jaap Wickering van Renson. "Voelt de gebruiker zich niet prettig in een gebouw, dan kan hij in de meeste gevallen hier iets aan doen: bijvoorbeeld door zonwering of op de juiste manier te ventileren. Geluk = de realiteit – de (gecreëerde) verwachting(en). Het is in alle gevallen belangrijk dat de gebouweigenaar/gebruiker op hoogte is van de laatste ontwikkelingen op het gebied van gezonde en duurzame gebouwen."

Martin Wendels van Wolf Energiesystemen liet weten dat behoeftes verschillen per individu en per situatie. “Het is goed om het licht en de temperatuur per activiteit in te stellen." Emma Zijlstra van draaijer+partners: “Zonder de gebruiker heeft een gebouw geen bestaansrecht. Dus het gaat erom dat het gebouw het fysiek, mentaal en sociaal welbevinden van de gebruikers positief beïnvloedt.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door TRAJECT Adviseurs & Managers