De natuurlijke, vrije en frisse school is in de praktijk betaalbaar

Joost Bennekers en Igor Erinkveld, van TRAJECT schreven een artikel over de Kleine Prins in Doetinchem.

De Kleine Prins is een vrije school van ongeveer 750 m2 voor basisonderwijs in Doetinchem. Het schoolgebouw moest naast de functionele opdracht openstaan voor haar omgeving. De leerlingen moeten het gebouw kunnen beleven en de vier elementen moeten zichtbaar zijn om de affiniteit met de natuur te voeden. Natuurlijke materialen die zelf onderhouden kunnen worden hebben hierbij in principe de voorkeur boven de beste LCA-score.

Het oude gebouw is door de gemeente gesloopt omdat het te klein was, door de slechte gebouwconditie en het aanwezige asbest. Het nieuwe gebouw heeft vijf lokalen, een met schuifdeuren vergrootbare zaal met een podium zowel binnen als buiten, drie kantoorruimten en een lerarenkamer. Het schoolgebouw is in november 2011 in gebruik genomen.

Na de eerste gebruiksperiode (en echt winterweer) maken we de balans op met de gebruikers, de gemeente en de GGD. Budget Het totale bouwbudget was ongeveer 1 miljoen euro waarbij de gemeente ongeveer 125.000 euro beschikbaar heeft gesteld voor duurzame maatregelen en advies. Vanaf de initiatieffase tot de oplevering is een duurzaamheidsadviseur betrokken om de ambities waar te maken en door te rekenen met GPR Gebouw.

Door de integrale benadering is binnen het beschikbare budget bijna twee maal het subsidiebedrag aan ‘duurzame maatregelen’ besteedt. GPR Gebouw Er is gekozen om GPR Gebouw te gebruiken om de duurzaamheid van het project vanaf de ontwerpfase meetbaar en bespreekbaar te maken en alternatieven af te wegen. GPR Gebouw is gebruikt omdat er zoveel mogelijk budget naar duurzame maatregelen en materialen moest gaan en het certificaat en de score binnen een meetmethodiek ondergeschikt is.

Linda Nieuwenhuis van de gemeente Doetinchem evalueert de ervaringen met dit regionale pilotproject: “Door de positieve grondhouding van alle betrokken partijen over het integreren van duurzaamheid in de nieuwbouw van de school is er een prachtig gebouw ontstaan. Duurzaam voor nu en voor later. En met de tool GPR Gebouw is het containerbegrip duurzaam omgezet in een concrete, tastbare waarde voor de nieuwe school.”

Energie en binnenklimaat
Duurzaamheid op energiegebied betekent in eerste instantie om een zo gunstig mogelijke bouwkundige schil te ontwerpen. De gevels en het dak hebben een isolatiewaarde van 5 m2K/W en de kozijnen (glas inclusief kozijn) 1,6 W/m2K. Daarnaast heeft het gebouw veel daglichttoetreding door middel van grote vensters en daglichtbuizen in het dak. De energiezuinige verlichtingsarmaturen worden daglichtafhankelijk geschakeld, waardoor ze nauwelijks hoeven te branden.

Hybride ventilatiesysteem De school voldoet aan het Frisse scholen-principe. Zo is de hoogte in de lokalen 4,5 meter en zijn de lokalen niet voorzien van verlaagde plafonds. Hierdoor is de luchtinhoud groter dan bij gangbare lokalen met een hoogte van 2,7 meter en is het CO2-gehalte in verhouding lager. Daarnaast is voorzien in een hybride ventilatiesysteem.

Via een ondergronds buizensysteem wordt buitenlucht door grondwarmtewisselaars naar convectorputten in de lokalen gebracht. Hierdoor wordt de verse buitenlucht in de winter voorverwarmd en in de zomer voorgekoeld. De toevoer geschiedt op basis van natuurlijke trek in de hoge lokalen.

Op het moment dat dit niet voldoende blijkt en het CO2-gehalte te ver oploopt, wordt de mechanische ventilatie (afzuigventilatoren) ingeschakeld. In de praktijk zal het CO2-gehalte in de lokalen niet boven de 900 ppm uitkomen. De cv-installatie bestaat uit een warmtepomp gekoppeld aan bodemsondes dat in de zomer tevens voor koeling kan zorgen.

De werkelijke energiezuinigheid De gerealiseerde EPC ligt ongeveer 20% lager dan wettelijk voorgeschreven. Deze score weerspiegelt echter niet de werkelijke energiezuinigheid van het gebouw. Dit komt omdat niet alle toegepaste maatregelen gewaardeerd kunnen worden binnen de EPC berekeningssoftware.

Hierbij valt te denken aan de luchttoevoer via kanalen in de bodem, het vegetatiedak, de daglichtbuizen en de hybride CO2-geregelde afzuiging. De energiezuinigheid in de praktijk is echter veel belangrijker dan een lage EPC. Steven van der Lelie van de GGD Gelre-IJssel verwoord het als volgt: ‘De Kleine Prins is het resultaat van een goed uitgedacht en uitgevoerd totaalconcept. Er is gebruik gemaakt van eenvoudige en duurzame principes waardoor het schoolgebouw voor vele jaren een plezierige, gezonde en natuurlijke leeromgeving biedt."

Materialen
Natuurlijke materialen zijn voor de school belangrijker dan een goede LCA-score. Toch is een goede materiaalscore gerealiseerd. De totale schaduwprijs van De Kleine Prins komt volgens GPR Gebouw uit op 0,64 €/m2/jaar. Er ligt ruim 500m2 sedum op het dak waarbij aan de zuidkant ruimte is gereserveerd en aansluitingen liggen voor toekomstige zonnepanelen.

Tevens zorgt een sedumdak voor opname van meer dan de helft van het regenwater. Het restant aan de kant van het sedumdak loop af in een speelse waterton en deels naar het gescheiden hemelwaterriool. Er is gekozen voor duurzame materialen en het goed isoleren van de schil en niet voor opwekking van energie. Dit omdat de materiaalkeuze nu wordt gemaakt voor een langere periode en energieopwekking in de toekomst nog mogelijk is gemaakt.

Extra materiaalgebruik Het buitenblad van de gevel bestaat grotendeels uit holle en verlijmde bakstenen, afgewisseld met hout en gekleurd kunststof. Voor de binnenwanden is gebruik gemaakt van PEFC gecertificeerde massieve overdwars verlijmde houten panelen (kruishout). De mogelijkheid om de deurposten hier direct in te frezen is dankbaar benut.

De vorm en verhoudingen van het gebouw en de hoogte van de lokalen levert wel extra materiaalgebruik. De stoeptegels en speelinstrumenten van de oude school zijn zoveel mogelijk bewaard en er is een mooi granieten keukenblad hergebruikt.

Joke Rebel, de schooldirectrice is samen met de leraren trots op de uitnodigende en afwisselende uitstraling, het lichtspel, de gebouwvorm, de kleuren en de natuurlijke materialen. “De duurzaamheid zit hem in de hoge lokalen op het noorden, de gebruikte materialen, de houtbouw, het vegetatiedak en het frisse lucht/verwarmingssysteem en de toekomstige zonnecellen. Een feelgood gebouw.”

Aandachtspunten
Er zijn een paar aandachtspunten die nog opgelost gaan worden. Deze hebben te maken met het overmatige geluid in en tussen de lokalen en in een aantal ruimten gaat de temperatuurbeïnvloeding te langzaam. De gebruikers moeten er ook nog aan wennen dat ze minder invloed hebben op het licht en de temperatuur.

Dit mooie, gezonde, natuurlijke en energiezuinige project is mogelijk gemaakt door de gezamenlijke inspanning van de gemeente Doetinchem, Stichting De Kleine Prins, Mies Architectuur, Bouwbedrijf EBU Doetinchem BV, Van Dorp Installaties Zevenaar en TRAJECT Vastgoed Advies Groep.

Auteurs
Joost Bennekers, adviseur duurzaamheid
Igor Erinkveld, adviseur energiemanagement

Meer informatie: Traject

Deel dit artikel

permalink

 

 

Links