Arnhem in 2050

Hoe ziet Arnhem er in 2050 uit als Arnhemmers zelf voor hun energie gaan zorgen? 

Deze boeiende vraag is aan URBANOS duurzame stedelijke ontwikkeling gesteld door de gemeente Arnhem en Alliander. Zij willen zicht krijgen op hoe duurzame energie in de stad kan worden georganiseerd en wat dit sociaal, economisch, maar zeker ook ruimtelijk zou betekenen.

Voetafdruk
Om zelfvoorzienend te worden moet vooral worden ingezet op gedragsverandering, want technisch is nu al ontzettend veel mogelijk. De eerste stap was een beloning te introduceren voor Arnhemmers die met energie aan de slag gaan. URBANOS heeft hiervoor een nieuwe prikkel ingevoerd naast de traditionele financiële prikkel, namelijk de Voetafdruk. Hierdoor ontstaat een nieuw soort economie waarin zelf of samen produceren van energie baten oplevert, ruilen van diensten en producten slim is en aankopen worden afgerekend met zowel euro's als voetafdrukken. Deze nieuwe prikkel verandert de leefstijl van de Arnhemmers. De ene profiteert financieel van dit nieuwe systeem, de ander juist maatschappelijk.

Initiatieven groot laten groeien
In de tweede stap hebben wij deze leefstijlen vertaald naar een stadsontwerp. Nieuwe (collectieve) voorzieningen, programma's en vormen van mobiliteit maken een sociale circulaire economie mogelijk. In de laatste stap heeft URBANOS de transitie onderzocht. Arnhem bruist van allemaal kleine initiatieven. Als deze groot zouden groeien, dan is de stad al een heel eind op weg. Het systeem geeft daarom kansen aan ondernemers voor innovatie, ruimte voor onderzoek voor het onderwijs en een faciliterende rol voor de overheid. Het systeem is vooral uitdagend voor de ondernemende inwoners, want hun gedrag en kracht is leidend. Op deze site staan links naar meer achtergrondinformatie.

Het project kreeg de tweede prijs in de prijsvraag Energetic City en heeft op het Future City Festival veel enthousiaste reacties opgeleverd.
De opdracht is gezamenlijk uitgevoerd door URBANOS stedelijke ontwikkeling, Praedium (plattelandsontwikkeling), HetEnergiebureau en de econoom Martijn van der Linden.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Links