Straten als speeltuin

Nederlandse stedenbouw is een rangschikking van woningen op basis van de plek van de meterkast en de parkeernorm. De straat is kinderen ontnomen als speelplek, en zij hebben daarvoor geen goed alternatief teruggekregen. Keerzijde is dat ouders veel meer tijd kwijt zijn aan het controleren en bezighouden van hun spelende kinderen.
Weg met de auto voor de deur en weg met de schuttingtuintjes! Om ecologische, sociale èn economische redenen moeten we naar een nieuwe uiting van de straat als speeltuin, met efficiëntere stalling van onze heilige koeien, gekoppeld aan een duurzame wijkvoorziening.

Vroeger had ik een huis met een tuin ter beschikking maar speelde ik altijd op straat. Alle kinderen uit de straat speelden voetbal, soldaatje, krijtten de stoepen vol en schoten besjes door open ramen. Bovendien hielden we onze eigen Olympische spelen – een blokje om met alle vervoersvormen die je als kind had: fiets, step, rolschaatsen, je eigen benen. Onze ouders hadden het volgens mij erg gemakkelijk: pa kon overdag gewoon werken en terwijl wij ons uitleefden op straat deed ma thuis het huishouden (ja sorry, maar zo was de rolverdeling nu eenmaal...), met een kopje thee in de namiddag.

Kermiskleurige attributen
Nu ik zelf vader ben moet ik er niet aan denken dat mijn dochtertjes zonder controle de straat op gaan en daar straatraces houden. Nu woon ik in een grote stad en niet in het dorp van vroeger, maar ook daar kan het simpelweg niet meer. Immers, zo'n dertig jaar geleden kon de straat alleen een speeltuin zijn bij de gratie van niet al te veel auto's. Dat is tegenwoordig ondenkbaar.

Kinderen moeten het nu gewoon weer hebben van hun eigen tuintje (vergeleken bij de straat vond ik dat een gevangenis) of van speeltuinen die over de gemeente zijn uitgestrooid (ondanks alle kermiskleurige attributen ken ik weinig triestere plekken). Nu hebben mijn kinderen nog geluk, want in de van oudsher krappe stad moesten voldoende speelplekken worden voorzien, maar in de kleinere plaatsen, waar de straat de speeltuin was, is verarming opgetreden. Ik ben blij dat ik geen kind van deze tijd ben.

Minder creatief
Daarnaast merk ik ook twee andere effecten. Ten eerste dat je als moderne ouder door het toegenomen verkeer op straat veel meer tijd kwijt bent aan veiligheidscontrole. Het is onvoorstelbaar dat je met je eigen dingen aan de gang gaat (zoals mijn ouders destijds) terwijl de kleintjes vrolijk de straat op rennen. Het tweede effect is dat kinderen door alle goedbedoelde, ver uitgedetailleerde wipkippen, graafmachines en klimkastelen minder creatief lijken te worden en daardoor ook meer beroep op hun ouders doen.

Aldo van Eijk ontwierp in de jaren zeventig sobere speelplekken met het argument dat kinderen hun eigen verbeelding moesten ontwikkelen. Ooit leek me dat spartaans, maar ik zie nu dat hij gelijk had. De tijd dat je je koters behoedt voor ongevallen ben je ook doorlopend bezig om ze bezig te houden.

Verandering van spijs
Wat heeft dit nou met duurzaamheid te maken, denkt u. Nou, alles. Duurzaamheid heeft een ecologische, sociale en economische kant, en deze spelen in dit geval allemaal. Willen we duurzame wijken waarin de toekomst creatief en veilig opgroeit, dan zal stedenbouw anders moeten.

De Nederlandse stedenbouw is van lieverlee verworden tot rangschikking van woningen op basis van hoofdzakelijk twee parameters: de plek van de meterkast (zoals Jón Kristinsson vijftien jaar geleden al opmerkte) en de parkeernorm. Met de veranderde maatschappij is de oude norm van 1,25 per woning al lang niet meer voldoende. En nog steeds willen mensen hun auto voor de deur parkeren. Dat juist dít tot onleefbare wijken leidt, daar heeft men het in de politiek nooit over.

Dus: weg met de auto voor de deur en weg met de schuttingtuintjes! Er moet een nieuwe uiting van de straat als speeltuin voor terugkomen. Ik denk daarbij aan openbare groene of verharde binnengebieden. Autovrij natuurlijk. We hebben langzamerhand zo veel auto's, dat we niet anders kunnen dan ze efficiënt opslaan aan de rand van de straat of wijk, in geconcentreerde parkeerhavens, -flats of -kelders. Voor de sociale controle kunnen ze worden gecombineerd met het beheer van de duurzame wijkvoorzieningen die Arjan van Timmeren voorstelt.

Stel je de leefkwaliteit voor die daarmee ontstaat. Je zou zelf weer kind willen zijn.

Andy van den Dobbelsteen
 

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door TU Delft