‘Huisvesting is niet langer een kostenpost’

“Bij duurzame huisvesting gaat het om meer waardes dan enkel energieneutraal. De bouwtechniek speelt natuurlijk een belangrijke rol, maar uiteindelijk draait het om willenschap. Dat mensen het écht willen. Het kan als je het wil en het moet omdat het kan.”

Met deze woorden trapte Wytze Kuijper, aanjager van Kantoor vol Energie - onderdeel van Energiesprong dat wordt uitgevoerd door Platform31 - het 10e EETCafé in Atelier 300C in Amersfoort af. “Het realiseren van huisvesting voor anonieme gebruikers en beleggers die alleen sturen vanuit een winstoogmerk, is niet meer van deze tijd. Het gaat om de waardecreatie voor de gebruiker, want huisvesting is een bedrijfsmiddel en geen kostenpost.”

Daarna volgden 3 pitchers die lieten weten waarom zij de transitie naar een energieneutraal gebouwde omgeving belangrijk vinden en hoe ze hiermee omgaan.

Op zoek naar nieuwe label C

Projectleider Gebiedsontwikkeling Martine de Vaan bij het Rijksvastgoedbedrijf is onder meer betrokken bij het strategisch richting geven aan het verduurzamen van de Rijksvastgoedportefeuille. “We beschikken over 13,3 miljoen m2 vastgoed: daar willen en moeten we iets mee: de overheid heeft een wettelijk vastgelegde voorbeeldrol. Om tot de beste oplossingen te komen, experimenteren we met een andere aanpak: in de vraagformulering, in de wijze van aanbesteden. Daarnaast testen we vernieuwende technische innovaties.”

Om deze innovaties te stimuleren, heeft het Rijksvastgoedbedrijf een plek georganiseerd waar het anders kan en mag. “Hoewel mensen zeggen een hekel aan regels te hebben, vinden ze diezelfde regels toch wel prettig. Als houvast, als legitimatie. In zo'n programma formaliseer je de ruimte voor vernieuwing en bied je comfort dat het anders kan en mag. Sterker nog; dat het anders moet."

Ze merkt dat het werkt. "De afgelopen jaren geleden heeft het Rijksvastgoedbedrijf veel impact gehad op de verduurzaming van de kantorenmarkt, bijvoorbeeld met de label-C-eis. We zoeken nu de 'nieuwe label C'.”

Van binnen naar buiten werken

Willem Jan Landman van Architectenbureau Paul de Ruiter vertelde daarna dat hij inspiratie voor zijn werk als business development manager haalt uit de Vendée Globe Race. “Dit is een non-stop solozeilwedstrijd om de wereld zonder hulp van buitenaf. Het enige wat de zeiler tot zijn beschikking heeft, is € 3 miljoen aan de beste technologie.”

Hij vindt het leuker om aan een plan te werken als de lat hoger ligt. “Daarom laten we in ons nieuwe pand (zie foto) zien wat we kunnen. We hebben dit gebouw eerst getransformeerd, waarna we ernaartoe verhuisden. Hierin staan duurzaamheid, daglicht en flexibiliteit centraal. Ons eigen pand is ook een plek om te innoveren en om te experimenteren. En dat straalt uit op de omgeving. Inmiddels heeft ons pand voor een transformatie op dat Amsterdamse bedrijventerrein gezorgd.” Voor hem is het ontwerpen van een mooi gebouw niet het allerbelangrijkst. “We werken van binnen naar buiten, de gevels komen dus als laatst. De duurzame oplossingen in een gebouw vinden we belangrijker.”

CO2-neutrale stad in 2030

Als derde vertelde de Amersfoortse wethouder Menno Tigelaar, met in zijn portefeuille onder meer Milieu en Duurzaamheid, over de weg naar een energieneutrale stad. “Ons doel is om in 2030 een CO2-neutrale stad te zijn. Dat moet gebeuren binnen een economische verantwoord budget. Zo gaan we het stadhuis sober en doelmatig renoveren, maar wel met de genoemde ambities van 2030 en bijvoorbeeld meer mogelijkheden voor flexibel werken. De stad vraagt om ambitie en als gemeente moeten we hieraan invulling geven.”

Hierbij ziet Tigelaar de duurzaamheidsambitie belangrijker dan het bezit van het vastgoed. Daarnaast is het voormalige hoofdkantoor van FrieslandCampina duurzaam gerenoveerd en verschijnt tegenover het centraal station een energieleverend pand van One Planet. Voorheen behoorde dit laatstgenoemde gebouw toe aan het Rijksvastgoedbedrijf.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tim van Dorsten