Keizers: ‘Stel een EPC van -0,4 of minder als doel’

“Ik zie een gebouw als systeem, dat moet functioneren naar de eisen die de gebruikers eraan stellen.” Volgens Program Manager Energy Built Environment Huub Keizers van TNO spelen innovaties hierbij een belangrijke rol.

U werkt sinds anderhalf jaar in de bouwsector, als program manager Energy Built Environment bij TNO. Wat is u opgevallen?

“Nadat ik ben afgestudeerd op luchtvaarttechniek, heb ik eerst in die branche gewerkt. Als dienstplichtig officier ben ik in 1991 bij TNO van start gegaan als expert in raketvoortstuwing. De stap van de ruimte- en luchtvaart naar de bouwsector lijkt groot, maar ik zie veel overeenkomsten. Zo beschouw ik raketten, vliegtuigen én gebouwen als systemen: ze functioneren in de opdracht van de gebruiker.

Ik ben aangenaam verrast over de bereidheid van de bouwsector om innovaties in te passen. Mede omdat deze sector niet bekend staat om de innovaties. Maar na enkele mindere jaren gaat het nu gelukkig weer iets beter en wordt ook meer de ruimte voor innovaties opgezocht.”

Waarom zijn die innovaties belangrijk?

“In de gebouwde omgeving hebben bewoners nu bijvoorbeeld behoefte aan Nul-op-de-Meterwoningen. In mijn ogen is energieneutraal een mooie eerste stap, maar we moeten eigenlijk naar energieleverend. Hiervoor zijn op verschillende gebieden nog innovaties nodig.

Zo is er behoefte aan compacte opslagtechnieken, waarmee we ’s zomers energie kunnen opslaan om deze in de winter te gebruiken. Dit is nu vaak nog te duur en mogelijke oplossingen gaan gepaard met het weglekken van energie. Een mogelijk vorm hiervan is warmteopslag in waterbaden. In druk bebouwde gebieden is deze techniek vooralsnog echter moeilijk toe te passen.

De mogelijkheid van iedere innovatie hangt af van de locatie: wat zijn daar de mogelijkheden. Compacte opslagtechnieken spelen hierbij een erg belangrijke rol, gezien de toenemende urbanisatie. Daarnaast zou het jammer zijn, als we geen gebruikmaken van de restwarmte die fabrieken en kantoorpanden uitstoten. Slim gebruik van een lokaal warmtenet kan hiervoor een oplossing zijn.

Ik zie de oplossing niet in één van bovenstaande innovaties, maar in een combinatie hiervan. Het hangt helemaal af van de locatie en het gebouw.”

Wat vindt u inspirerende voorbeelden?

Het lastige van voorbeelden eruit lichten, is dat je andere vergeet. Terwijl ze allemaal inspirerend en goed zijn. Zo zijn we betrokken bij diverse Europese renovatieprojecten, om hierbij de CO2-uitstoot en het energieverbruik en de leefbaarheid te monitoren. Deze projecten vinden onder meer plaats in Nederland, Denemarken, Zweden en Spanje: landen met sterk verschillende omstandigheden.

Zowel in Nederland, met TKI Urban Energy, als in Europees verband werken we samen met ketenpartners aan de compacte opslag van energie op woningniveau. We zoeken naar mogelijkheden om energie op te slaan op een box van 2,5 m3  als seizoensopslag. Nog niet heel klein, maar het formaat komt al meer in de richting zoals we het uiteindelijk voor ogen hebben.

Daarnaast werken we bijvoorbeeld samen met het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en het Solar Energy Application Centre (SEAC) om tot betere duurzame energieopwekking te komen. Ook op thermisch gebied.”

Wat is de eerste belangrijke stap voor de bouwsector?

“Het is belangrijk om de kosten van nieuwbouw- en renovatieprojecten zo veel mogelijk te reduceren. Dit kan bijvoorbeeld met industrialisatie en dit dan zonder dat alle woningen eenheidsworst worden.

Daarnaast is het goed dat woningcorporaties hun voorraad verduurzamen. Maar het te volgen traject hierbij moet wel goed doordacht zijn. Nu zorgen ze vaak voor een sprong naar energielabel-B, maar het is ook belangrijk dat ze deze woning in de toekomst verder kunnen verduurzamen. Het doel zou uiteindelijk een EPC van -0,4 of lager moeten zijn.

Dit laatste is echt een beleidskeuze, waarbij ik hoop dat de financiering niet de enige incentive is.”

Hoe ziet u de toekomst van de bouw?

“We staan aan het begin van een bloeiende periode, mede dankzij allerlei nieuwe technologieën. Het is voor de bouw zaak om deze op de juiste manier in te bouwen, zodat ze het leven van de gebruiker eenvoudiger en juist niet lastiger maken. Hierbij speelt ook het Internet of Things een belangrijke rol.

Het implementeren van duurzame innovaties is slechts 1 onderdeel. Het is van belang om ook alles goed te monitoren. Zo komen we erachter of alles werkt zoals het echt zou moeten of dat er eventueel aanpassingen nodig zijn.

Als kennisinstituut zoeken we verder continu naar wegen om kennis te delen en de behoeften te ontdekken. De samenwerking met Kantoor vol Energie en Platform Duurzame Huisvesting zijn hierbij enorm belangrijk.”

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Tim van Dorsten