Kennisbehoud als bron van waardebehoud

Afgelopen september heeft het kabinet de doelstelling uitgesproken om als Nederland zijnde uiterlijk in 2050 volledig circulair te zijn. Aangezien de bouw als sector een significant aandeel heeft in onze economie, heeft deze transitie logischerwijs ook diepgaande gevolgen voor de bouw.

Waar tot op heden de term ‘afschrijving’ veel gehoord en tevens geaccepteerd is, streeft een circulaire bouw juist naar waardebehoud. Gelukkig zijn voor deze fundamentele verandering meerdere wegen te bewandelen: de sleutel hiertoe ligt in kennisbehoud.

Hergebruik van bouwdelen

In mijn afstudeeronderzoek voor de opleiding Bouwkunde aan De Haagse Hogeschool heb ik mij verdiept in de weg van ‘hergebruik’. Het doel was om de kennis te vergaren die noodzakelijk is bij het ontwerpen van herbruikbare bouwdelen. Na verloop van tijd ontdekte ik dat alle, op het eerste oog losstaande, aandachtspunten een correlatie vertonen en te categoriseren zijn tot 3 basiskenmerken:

  1. Onvatbaar voor aantasting
  2. Vriendelijk te verplaatsen
  3. Gewenst in meerdere situaties

Om deze kenmerken daadwerkelijk toe te passen, is het van belang om al vanaf de start van een project toekomstgericht, integraal en adaptief te denken.

Een eigen document voor elk bouwdeel

De grote vraag is nu: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat bouwdelen aan die basiskenmerken voldoen? Hiervoor heb ik een – mogelijk ietwat idealistisch – systeem bedacht, dat zich typeert door de slogan: ‘Door behoud van kennis, behoud van bouwdelen’. In mijn visie bevat elk bouwdeel in de toekomst zijn eigen document, genaamd het ‘bouwdeelpaspoort’. Hierin staat de kennis, die gedurende de gehele levensloop van het desbetreffende bouwdeel benodigd is om effectief in te kunnen spelen op de 3 eerdergenoemde kenmerken, uitgewerkt tot voorschriften. Het bouwdeelpaspoort is een soort grote kaartenbak met voor elke projectspecifieke situatie de bijbehorende kaart met circulaire kennis.

In de toekomst heeft elk bouwdeel zijn eigen document: het ‘bouwdeelpaspoort’'

Johan Verbrugge, alumnus De Haagse Hogeschool

Nu de kennis al van tevoren toegankelijk is, hoeft het circulaire vraagstuk niet meer steeds opnieuw van scratch af aan te worden ingevuld. De arbeid verkleint, die betrokken partijen, zoals ontwerper, bouwer, beheerder en urban miner, voorheen moesten leveren. Anders dan bij het gebruik van traditionele productbladen het geval is, wordt van de gebruikers van de bouwdeelpaspoorten ook input verwacht. Mocht een gebruiker nieuwe kennis bezitten, dan kan dit worden ingevuld. Als beheerder van het bouwdeelpaspoort kan de leverancier op basis van dit nieuwe inzicht de voorschriften actualiseren. Hierdoor beschikken alle gebruikers direct over de nieuwste kennis. Natuurlijk is elk gebouw anders en verschillen de benodigde voorschriften dan ook sterk per situatie. Het is daarom belangrijk om elke mogelijke optredende situatie, bestaande uit de componenten gebruiker, omgeving, locatie en tijd nauwkeurig te categoriseren en coderen. Zodoende verkrijgen situaties een identiteit en kunnen specifieke voorschriften worden aangeleverd. Aansluiting op de STABU Bouwbreed systematiek biedt voor deze identificatie mogelijkheden.

Met big data sturen op waardebehoud

Daarnaast is de ontwikkeling van big data veelbelovend. Zo is aan de hand van het analyseren van grote hoeveelheden data crimineel gedrag te voorspellen. Per gebied kunnen hierdoor heel gericht preventieve maatregelen worden genomen. In de praktijk blijkt deze aanpak tot duidelijke daling van de criminaliteitscijfers te leiden. Ook voor de bouw heeft een dergelijke techniek potentie. Met de inzet van big data kunnen we situaties voorspellen en daarmee continu sturen op waardebehoud.

Bouwdeelpaspoort als missend handvat

Naar mijn mening is het bouwdeelpaspoort hét missende handvat om circulaire gebouwen te ontwerpen, te bouwen en te beheren. Het faciliteert in een broedplaatseffect, waarbij elk opzichzelfstaand project, zelfs na de oplevering, actief bijdraagt aan de gezamenlijke kennisontwikkeling. Met als gevolg dat bouwdelen steeds eenvoudiger hun waarde behouden. De hoeveelheid arbeid gaat naar beneden, de kans op hergebruik gaat stapsgewijs omhoog.

Auteur Johan Verbrugge heeft Bouwkunde gestudeerd aan De Haagse Hogeschool. Het bovenstaande artikel gaat over zijn afstudeerscriptie 'Circulair Bouwen - Hergebruik van bouwdelen'.

Deel dit artikel

permalink