Busbaan met zonnecellen als mini-energiecentrale

Na een fietspad met zonnecellen is er nu ook een busbaan en een parallelweg met betonnen elementen waarin zonnecellen zijn verwerkt.

Een consortium van TNO, Strukton Civiel en provincies Noord- en Zuid-Holland werken samen om van deze zonneweg van SolaRoad een succes te maken. “Nederland is een dichtbevolkt land, met weinig ruimte voor bijvoorbeeld zonneweiden,” aldus Sten de Wit, commercieel directeur van SolaRoad. “Daarom moeten we het oppervlak dat we al gebruiken, zoals daken en wegen, beter benutten en deze multifunctioneel inzetten. Juist als we functies integreren, kunnen we stappen maken richting de energietransitie. En zo voorkomen we dat het landschap verder wordt aangetast.” 

In 2014 werd in Krommenie al een negentig meter lang fietspad met zonnecellen aangelegd. In de jaren die volgden is daarmee kennis en ervaring opgedaan. “De proef met het fietspad is positief ontvangen door alle betrokken stakeholders,” aldus De Wit. “In de eerste maanden hadden we zelfs een hogere opbrengst dan voorzien. Dit aandeel liep met het verstrijken van de tijd wat terug, maar wel binnen het spectrum dat was voorzien.”

Toegevoegde waarde

Het consortium was benieuwd naar ervaringen van weggebruikers en -beheerders. “Voor de laatste categorie is het belangrijk dat gewone beheerswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zonder dat dit extra tijd of geld kost. Denk aan het maaien van de berm langs het fietspad, of het sneeuw verwijderen van het pad. Fietsers gaven aan niets vreemds te merken: voor hen is het een gewoon fietspad. Dat is juist goed: je wilt niet dat een toegevoegde functie de oorspronkelijke functie in de weg staat.”

“Technisch gezien hebben we veel van het fietspad geleerd,” aldus De Wit. “In vier jaar hebben we drie varianten neergelegd. In de eerste variant zat glas in de toplaag. Een broos materiaal. Toch hebben we er betrekkelijk weinig schade aan gehad. Voor de doorontwikkeling van het product bleek glas echter niet de juiste keuze. Vooral wat betreft de kosten. Bij een glaslaag liggen die aanzienlijk hoger en daardoor zouden we niet kunnen concurreren met andere energieopwekkende systemen. Daarom hebben we later gekozen voor een kunststoflaag in plaats van glas. De toplaag is transparant en wordt beschermd met een coating.”

Juist deze coating zorgde bij de eerste variant voor problemen. “De formule van de coating leidde tot spanning bij temperatuurschommelingen. De coating raakte daardoor beschadigd. De formule van de coating hebben we daarop aangepast en dat maakte een einde aan de problemen.”

Zwaarder verkeer

Met deze kennis op zak is besloten om de stap te maken naar wegen voor zwaarder verkeer. Een busbaan in Spijkenisse en een parallelweg bij Schiphol zijn de volgende proefprojecten. “De vereisten voor een fietspad en busbaan verschillen. Bijvoorbeeld wat betreft stroefheid, maar natuurlijk ook wat betreft belasting. De belasting van bussen is veel intensiever dan fietsverkeer.”

Daarom moest het ontwerp worden aangepast. Niet alleen de betonnen platen, maar ook de zonnecellen moesten geschikt gemaakt worden voor de bussen. “Als consortium hebben we eerst naar het programma van eisen gekeken, om te bezien waar het wegdek aan moest voldoen. Vervolgens hebben we nagedacht over hoe we konden beproeven of het ontwerp ook geschikt zou zijn voor toepassing in de praktijk.”

De toplaag van de elementen is voorzien van korrels gerecycled glas. “Dat zorgt voor de benodigde stroefheid. Een dergelijke toplaag hebben we eerder ook op het fietspad getest en is afgeleid van toplagen die worden toegepast op stalen bruggen. Bang voor een lekke band hoef je als fietser niet te zijn. De toplaag voor het fietspad hebben we eerst gepolijst. Bij de busbaan is dat niet gedaan. De scherpe deeltjes worden er snel genoeg afgereden.” Maar met je hand over het wegdek gaan is geen slimme zet. “Gelukkig hebben de meeste mensen niet de behoefte om aan het wegdek te voelen.”

Streng validatieproces

Na een lange testperiode zijn de elementen voor de busbaan begin maart feestelijk in gebruik genomen. Een week later was het echter al mis: op twee plekken waren kleine stukjes van de elementen beschadigd. “Het ging om stukken van 10 bij 10 centimeter. Er zat water op plekken waar dit niet zou moeten kunnen.” Daarom is besloten om de gedeelten met zonnecellen af te zetten. Een tegenvaller voor het consortium.

“Wat precies de oorzaak is, onderzoeken we momenteel. We hebben voor de toepassing zo’n streng validatieproces doorlopen, dat alle voor de hand liggende oorzaken op voorhand konden worden weggestreept. Het zal daarom te maken hebben met een combinatie van factoren, een samenloop van omstandigheden.”

Voordat verder wordt gegaan met het uitrollen van nieuwe proefvakken, moet eerst de oorzaak boven tafel zijn. “We zullen eerst vertrouwen opbouwen in een oplossing voor dit probleem voor we verder gaan. Wat dat betreft voorzie ik geen problemen, het gaat ons lukken.”

De samenwerking tussen kennisinstelling, bedrijven en de overheid is cruciaal bij dit soort proefprojecten. "We vormen samen een gouden driehoek. TNO kan kennis die het opdeed ook in andere sectoren gebruiken om van dit project een succes te maken. De overheid is onze eindklant, die moet straks met de toepassing kunnen werken. Voor de betrokken bedrijven moet het project straks werk opleveren. De input van de klant en het kennisinstituut is voor hen van groot belang,” besluit De Wit.

Bron tekst & foto's: B:ton Digitaal

Deel dit artikel

permalink