Buurtcoöperaties in Amsterdam aan het roer van warmtenetten

In de Amsterdamse wijk Middenmeer neemt de buurtcoöperatie MeerEnergie het initiatief om een warmtenet te ontwikkelen met restwarmte uit een nabijgelegen datacenter. MeerEnergie, warmtenetwerkbedrijf Firan en datacenterbedrijf Equinix delen hun ervaringen.

“De buurtcoöperatie MeerEnergie is opgericht om een warmtenet te ontwikkelen dat gebruikmaakt van lokale restwarmte. Onze motivatie is om restwarmte te gebruiken voor een lokaal warmtesysteem met maximale zeggenschap voor bewoners”, vertelt Ardine Nicolaï, voorzitter van MeerEnergie, dat inmiddels bijna 800 leden heeft.

Warmte en koeling

In de wijk Middenmeer in de Amsterdamse Watergraafsmeer heeft MeerEnergie het initiatief genomen om een nieuw warmtenet te ontwikkelen dat vijfduizend woningen voorziet van restwarmte van het datacenter van Equinix op het nabijgelegen Amsterdam Science Park.  

“Het is belangrijk dat de gemeente de toepassing van aardgasvrije oplossingen met lage temperaturen, zoals warmtenetten met restwarmte uit datacenters, stimuleert”, zegt André Schiltmans, businessontwikkelaar bij warmtenetwerkbedrijf Firan. Het bedrijf wil als mede-ontwikkelaar, mede-financier, realisator en beheerder van het nieuwe warmtenet optreden. “Lagetemperatuurwarmte is in stedelijke omgevingen zoals de Metropoolregio Amsterdam in grote hoeveelheden beschikbaar. Vaak ook nog eens tegen een interessante prijs, zoals bij datacenters die de restwarmte gratis aanbieden.”

In het plan van MeerEnergie wordt de restwarmte uit het datacenter van Equinix opgewaardeerd in een Duurzame Energiecentrale. Drie warmtepompen verhogen daarbij de restwarmte naar de gewenste temperatuur in het net (70 tot 80 graden Celsius). In deze centrale wordt ook een gasketel geplaatst om als back-up te fungeren. Tijdens het opkrikken van de temperatuur produceren de warmtepompen gekoeld water, dat het datacenter weer gebruikt voor koeling.

Volwaardige partner

“In zekere zin is Middenmeer vanwege de techniek en organisatie niet de meest voor de hand liggende locatie om restwarmte uit datacenters te benutten”, zegt Michiel Eielts, Managing Director Benelux bij Equinix. Vanwege de bestaande bouw moet de temperatuur flink opgekrikt worden en voor de businesscase is het essentieel dat er voldoende afnemers zijn. “Het commitment van de gemeente legt een stevige basis voor de ontwikkeling van het warmtenet. Toch is het uitdagend, omdat de woningen in particulier bezit zijn. Je moet dus alle individuele huishoudens enthousiasmeren.”

Samenwerking met buurtcoöperaties is een nieuw fenomeen voor gemeenten, waarvoor nog geen vaste structuur bestaat, zegt Nicolaï. “De gemeente had eerst tijd nodig om ons niet te zien als een aardig bewonersinitiatief dat kan bijdragen aan een gemeentelijk participatietraject, maar als een volwaardige partij die een eigen warmteproject wil realiseren.”

Bij het project zijn bovendien veel partijen betrokken, wat het ontwikkeltraject uiterst complex maakt, merkt MeerEnergie. “Om een warmtenet van de grond te krijgen moeten allerlei publieke en commerciële partijen samenwerken, terwijl de bewoners het initiatief hebben en willen houden. Een kernvraag is daarom: hoe krijgen we zeggenschap, verantwoordelijkheden en risico's op een acceptabele manier verdeeld?”

Bevlogen mensen

Wat zien de betrokkenen als de succesfactoren in de aanpak tot nu toe? Schiltmans: “De nieuwe energie voor verduurzaming van de woningen komt echt bij de bewoners vandaan. De coöperatie met bevlogen mensen en een deskundig bestuur zorgen ervoor dat er een betrouwbare oplossing wordt gevonden, waarin de bewoners zich goed kunnen vinden."

Eielts ziet dat er een lange adem nodig is. “Een project van deze omvang en complexiteit vraagt om uithoudingsvermogen, want er zijn geen snelle trajecten en quick wins. De ontwikkeling van een warmtenet met restwarmte uit datacenters vraagt letterlijk jaren aan voorbereiding. Dat is eigenlijk ook logisch, want je bouwt iets dat straks decennia meegaat.”

Volgens Schiltmans hebben alle partijen er uiteindelijk baat bij als er diverse werkzaamheden slim worden gecombineerd. “Als de bestaande infrastructuur voor riolering, water, elektra en gas aan vervanging toe is, zoals in Middenmeer, ontstaat de urgentie om de noodzakelijke werkzaamheden in de ondergrond in één keer uit te voeren. Dat vermindert overlast voor bewoners en verlaagt de kosten voor de warmtetransitie. Daar komt bij dat als één project zo veel mogelijk doelen realiseert, de kans van slagen het grootst is.”

Model voor toekomst

“Als het warmtenet er straks ligt, hebben we een model in handen dat op heel veel plekken toegepast kan worden”, stelt Nicolaï. “Dat kan met restwarmte uit datacenters, maar ook uit andere bronnen. Het gaat er uiteindelijk om dat gemeenten en andere professionele partijen samenwerken met bewoners aan de warmtenetten van de toekomst. Dat is hard nodig om de landelijke doelstellingen voor een aardgasvrije gebouwde omgeving te realiseren.”

Meer weten? Lees het uitgebreide artikel - met alle leerervaringen uit Amsterdam - op de website van Firan.

Deel dit artikel

permalink