Nieuwe versie MPG en aanscherping eis stimuleren circulair bouwen

De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG), de maatstaf voor de milieubelasting van materialen in gebouwen, evolueert. Het complete stelsel wordt naar een volgend niveau getild. De update naar MPG 3.0 is een eerste stap. Verdere optimalisatieslagen en een aanscherping van de eis volgen. We praten bij met senior consultant David Anink van W/E Adviseurs en horen van hem alles over de stand van zaken nu en de komende ontwikkelingen.

Voordat we in de details van versie 3.0 duiken, krijgen we eerst een stukje geschiedenisles. We frissen het geheugen op over waar de MPG ook alweer vandaan komt en welke doelstellingen het heeft. “Dan moeten we terug naar 1989, toen het eerste Nationaal Milieubeleidsplan werd uitgegeven. Een unieke publicatie, want voor het eerst werd beleid aangegeven voor duurzaam bouwen, op drie lijnen: energie, integraal ketenbeheer en kwaliteitsbevordering van binnenmilieu en omgeving.”

Het beleid mocht dan vernieuwend zijn, de inzet op duurzamer materiaalgebruik bleek tegen te vallen. Tot frustratie van de partijen die wél stappen wilden zetten. “Hierna werd de Handleiding Duurzame Woningbouw uitgebracht, een publicatie die aangaf welke materialen duurzaam waren en welke juist niet bijdroegen aan milieuvriendelijkheid. Het zette veel in beweging, en zorgde voor producenten die zich vaker bezighielden met de milieu-impact van hun product.”

Een gevolg hiervan was een grotere interesse voor levenscyclusanalyses (LCA’s), met als resultaat dat er steeds meer onderzoek naar werd gedaan naar de milieukwaliteit van producten. “De onderzoeken spraken elkaar vaak tegen en dat kwam door het verschil in aannames. Ook ontstond het besef dat de impact van een product afhankelijk is van de context waarin het toegepast wordt, het gebouw. Dit vormde het uitgangspunt om rekentools te ontwikkelen voor de bepaling van de LCA op gebouwniveau.”

De eerste rekentool op gebouwniveau, EcoQuantum, werd al snel opgevolgd door meerdere vergelijkbare tools. “De methodische benadering en de gebruikte data per tool verschilden van elkaar. Dat gaf afwijkende uitkomsten en was een van de redenen om te harmoniseren. Met de Rijksoverheid als ondersteunende partij legden de tooleigenaren een gezamenlijke methode vast en voegden zij de data samen in één Nationale MilieuDatabase, de NMD. De Stichting Bouwkwaliteit werd als onafhankelijke organisatie ingesteld om de methode en databases te beheren. Dit initiatief is uiteindelijk uitgegroeid tot een compleet MPG-stelsel, waarbij de toeleverende industrie via een getoetste route data aanlevert en de gevalideerde rekentools een eenduidige berekening van milieuprestaties garanderen.”

In 2030 moet een MPG-eis van 0,5 gelden en hogere ambities voor circulariteit liggen daarmee in het verschiet.

Minimumgrens

De MPG bracht de koplopers in beweging, onder andere doordat de methodiek werd ingezet bij duurzaam inkopen en tools als BREEAM en GPR Gebouw, dat werd ontwikkeld door W/E. In de rest van het veld bleef het stil. “Regelgeving en handhaving ontbraken nog om echt grote stappen te zetten om duurzaam te bouwen en het peloton mee te krijgen. De milieueffecten van gebouwen en de impact op duurzaamheid kregen vanaf 2013 een plek in het Bouwbesluit. Er was toen nog geen prestatie-eis opgenomen, om een wenperiode mogelijk te maken.”

Het ontbreken van de eis leidde ertoe dat er niet op getoetst werd, waardoor de vangnetfunctie van het Bouwbesluit hier niet werkte. “Daarom werd in 2018 de langverwachte minimumeis geïntroduceerd, een harde eis van €1 per vierkante meter bruto vloeroppervlak. Deze eis bleek echter te laag om de MPG breed op de agenda te krijgen. Er wordt nog altijd niet of nauwelijks getoetst en er zijn nog te veel bouwprojecten die niet focussen op de MPG.” Daar gaat verandering in komen. Er zijn verschillende factoren die meespelen. “Als eerste lijkt de roep om een scherpere grenswaarde gehonoreerd te worden. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft hogere ambities uitgesproken. Voorzien is een aanscherping naar 0,8 per 1 januari 2021. Ook is een stip op de horizon genoemd, namelijk een MPG-eis van 0,5 in 2030. Bij deze scherpere eis volstaat het niet meer om net voor de indiening een berekening te maken, men moet tijdens het ontwerpproces al de MPG in de gaten blijven houden.”

Een tweede impuls is de sterke toename van de aandacht voor materialen met het thema circulariteit. De MPG-methode, die de levenscyclusbenadering als onderlegger heeft, is in principe geschikt om de toepassing van circulaire ontwerpprincipes te waarderen, en dus te stimuleren. Bij de huidige methode wordt deze potentie nog onvoldoende benut.

David Anink, W/E adviseurs: “De nieuwe versie van de MPG heeft een aantal verbeteringen in zich die circulair bouwen zeker gaan stuwen.”

Next level voor het MPG-stelsel: MPG3.0

Het volgende station is inmiddels bereikt. Sinds 1 juli 2019 moet de bepalingsmethode 3.0, met de Nationale MilieuDatabase (NMD) 3.0, worden aangehouden. Naast de nieuwe bepalingsmethode, de rekenregels en het toetsingsprotocol, is er een aangepaste, robuustere ICT-structuur voor de in- en uitvoer van gegevens in de NMD. Hierdoor wordt het mogelijk om producten die in de NMD toegevoegd worden, de dag daarop beschikbaar te hebben in de rekeninstrumenten. “Met de komst van het gevalideerde rekeninstrument GPR Materiaal kan volgens de nieuwe methode gerekend worden.

Een breed geuite wens is de uitbreiding van het aantal producten in de NMD. SBK, de beheerder van de Nationale Milieudatabase, zal daarom een groot aantal generieke producten (categorie 3 - ongetoetst) toevoegen, en bij de bestaande categorie 3 producten een kwaliteitsslag uitvoeren.” Hier legt Anink een belangrijke uitdaging neer voor marktpartijen: het aantal getoetste producten zal fors omhoog moeten, vooral de installaties zitten er onvoldoende in. “Dit is de verantwoordelijkheid van de toeleverende industrie. Het MPG-stelsel komt in een volgende fase, de toetsing wordt serieus genomen en de eis aangescherpt. Het wordt voor een leverancier belangrijker om in de NMD opgenomen te zijn.”

Stimulans voor een meer circulaire keten

Sinds enkele jaren is er veel aandacht voor het toepassen van circulaire principes om de duurzaamheid van gebouwen te verbeteren. Het versnellingsplatform CB23 heeft de milieuprestatieberekening aangewezen voor het doel ‘Behoud van milieukwaliteit’. Gericht op het doel ‘Behoud van voorraden’ bieden de rekeninstrumenten veel extra inzicht. Bijvoorbeeld in de samenstelling van de producten, in het verbruik van primaire grondstoffen of het vrijkomen van materialen voor recycling en hergebruik.

Anink: “De opdeling van de MPG naar de fasen in de gebouwcyclus: bouw, gebruik, afdanking en recycling/hergebruik biedt de beslissers in de bouw handelingsperspectief. Dit levert bijvoorbeeld het besef op dat de bijdrage van een oplossing in de gebruiksfase van het gebouw vele malen groter is dan de bijdrage in de bouwfase. En wat gebeurt er op het moment dat het einde van de levensduur van het pand nadert? Hoe is de impact dan? Wat voor winst leveren recycling en hergebruik op?” De naar fase opgedeelde MPG-scores worden ook meegenomen in de MIA-aftrek sinds 1 juli 2019. Op dit moment wordt hard gewerkt om ook het derde doel, het behoud van waarde, met de MPG te kunnen stimuleren. Juist bij dit doel zijn de prioritaire R-strategieën, zoals Rethink en Reuse aan de orde. Onderzoeksbureaus LBP en SGS hebben onderzoek gedaan naar de waardering van hergebruik van elementen in de MPG.

W/E adviseurs is bezig met een aantal onderzoeken, die ertoe moeten leiden dat een goede demontabliliteit, een hoog adaptief vermogen en een goede toekomstwaarde terug te vinden zijn in de MPG-score. Daarnaast werkt W/E adviseurs aan een uitbreiding van de MPG-methode, zodat ook bij ingrepen in de bestaande voorraad richting een duurzamere aanpak gestuurd kan worden.

Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: W/E adviseurs

Deel dit artikel

permalink