Remontabiliteit en reductie dankzij materiaalpaspoort

Het kantoor van Triodos Bank in Driebergen-Rijsenburg is ontworpen als een remontabel gebouw. Alle toegepaste materialen zijn vastgelegd in een digitaal materiaalpaspoort van Madaster. Dat geeft aan welke grondstoffen het gebouw aan het einde van zijn levenscyclus weer kan leveren. Ada Schallenberg, proces manager facilities van Triodos Bank, was van meet af aan bij het materiaalpaspoort betrokken. “Ons motief: registreren wat in je gebouw zit, ook al weet je nog niet of je het nodig hebt, om zo te komen tot duurzaamheid en remontabiliteit.”

Duurzaamheid was leitmotif bij ontwerp en bouw van het nieuwe kantoor van Triodos Bank op Landgoed De Reehorst in Driebergen-Rijsenburg. Het door Triodos Bank met EDGE ontwikkelde en door architect Thomas Rau ontworpen gebouw scoort BREEAM Outstanding. Dat duurzaamheidscertificaat dankt het pand onder meer aan een hoofdconstructie uit PEFC-goedgekeurd kruishout, groene daken, drieduizend vierkante meter PV op het overdekte parkeerterrein, een Rc van 6, een WKO en volledige remontabiliteit.

Sneller, beter en slimmer

Vanwege die remontabiliteit heeft Triodos Bank een materiaalpaspoort waarin alle gebruikte onderdelen en materialen in het gebouw zijn vastgelegd. Ada Schallenberg was als procesmanager facilities bij het opstellen van dat materiaalpaspoort betrokken: "In het proces keek ik onder andere mee welke installaties en materialen in het gebouw verwerkt zijn, van bijvoorbeeld het materiaal op de vloeren en wanden en de wijze van bevestigen tot aan de wc-rolhouder toe."

De doelstelling daarbij: zoeken naar mogelijkheden om zo min mogelijk materiaal te gebruiken en het gebouw te laten draaien op zo weinig installaties als mogelijk. Schallenberg: "De basis was steeds: niet toepassen is duurzamer. Wij werkten met een integrale projectgroep, met naast opdrachtgever, ontwikkelaar en architect ook partijen als installateurs, en een interieur- en landschapsarchitect. Dat werpt vruchten af in de zoektocht naar materiaalreductie én het vormgeven met respect voor de omgeving."

Als concreet voorbeeld noemt Schallenberg de WKO: "Je kunt in het gebouw zien dat we ook over de WKO nadachten in relatie tot duurzaamheid. We hebben bijvoorbeeld de koelcellen van de catering aangesloten op de WKO, om beter en slimmer gebruik te maken van de warmte die al beschikbaar is."

Bestaande bouw: lastig

Triodos Bank heeft een digitaal materiaalpaspoort van Madaster. Een logische keuze, stelt Schallenberg, want architect Thomas Rau is behalve ontwerper van Triodos Bank ook mede-bedenker van dat materiaalpaspoort. Schallenberg: "In de opdracht voor deze nieuwbouw hadden we een materiaalpaspoort voorgeschreven. We hebben een aantal architectenbureaus bekeken. Via Rau kwamen we voor dit pand uit bij Madaster."

Binnen Triodos Bank is de wens om materiaalpaspoorten op te stellen niet nieuw. Het bedrijf ondernam al eens een poging om een dergelijk document te creëren, vertelt Schallenberg. Van een bestaand gebouw: "Dat bleek lastig. In Autocad staat nooit precíes hoeveel schroeven in een gebouw gebruikt zijn. Bij een nieuw gebouw gaat dat beter. Je kunt het maken van een materiaalpaspoort dan ook het beste in de ontwerpfase doen. Later is het altijd lastiger. "

Het maken van een materiaalpaspoort gaat het beste in de ontwerpfase. Later wordt het lastiger.

Paspoort in de cloud

In het cloudplatform van Madaster staan alle data over de onderdelen en materialen van het nieuwe bankgebouw van Triodos Bank vermeld. Zo geeft het digitale materiaalpaspoort aan welke grondstoffen een gebouw kan leveren aan het einde van de levenscyclus van dat gebouw. Triodos Bank heeft een abonnement dat toegang biedt tot het materiaalpaspoort. Schallenberg: “Je kunt er dingen toevoegen en weghalen. Nu staat het gebouw er bijvoorbeeld in, maar het interieur niet. Dat ook nog eens toevoegen, is overigens best veel werk. Ontleed een bureaustoel maar eens tot de materialen die erin verwerkt zijn.”

Gebruik: ongewis

Hoe Triodos Bank het materiaalpaspoort voor het nieuwe kantoor in Driebergen-Rijsenburg gaat inzetten, is ongewis, vertelt Schallenberg. “Ons motief was: registreren wat in je gebouw zit, ook al weet je nog niet of je het nodig hebt, om zo te komen tot duurzaam materiaalgebruik en remontabiliteit. We weten nu nog niet hoe we later met dat document gaan werken, maar we hebben die kennis over de materialen nu wel paraat. Bij een verandering in het gebouw of de ontmanteling heb je die informatie voorhanden en is het eenvoudiger om te bepalen hoeveel hout je hebt dat beschikbaar is voor hergebruik en niet behandeld is met chemische middelen, hoeveel kuub gips je voor hergebruik uit het gebouw kunt halen, et cetera.”

Het materiaalpaspoort van de Triodos Bank is uitgebreid. Neem het dubbelglas aan de gevel. In het materialenpaspoort is de herkomst van de glaspanelen vastgelegd. Maar ook de herkomst van de grondstof van het glas. Volgens Schallenberg is het altijd een beetje koffiedik kijken of die informatie straks daadwerkelijk bruikbaar is, bijvoorbeeld bij het ontmantelen van het gebouw: “Pas als materialen vrijkomen voor hergebruik wordt de waarde van het materialenpaspoort volledig zichtbaar. Voorspellen is lastig. Maar op dit moment bestaat er zover ik weet geen andere manier van registreren dan een materiaalpaspoort.”

Middel, geen doel

Schallenberg verwacht dat, mocht Triodos Bank in de toekomst nog een keer een nieuw pand bouwen, er ook voor dat gebouw een materiaalpaspoort of iets dergelijks opgesteld zal worden: "Ik denk dat we hoe dan ook kijken naar een vorm van registratie van de materialen. Bij bestaande bouw geldt echter: hoe ouder het pand, hoe lastiger het is."

Voor een verplichting is Schallenberg niet zonder meer: "Dat lijkt me weinig zinvol. Belangrijk is het denken erachter, het remontabel en duurzaam bouwen en het kunnen hergebruiken van grondstoffen. Daarvoor heb je registratie van gebruikte materialen nodig. Het materiaalpaspoort is een middel, geen doel op zich."

Tekst: Hans Fuchs, Beeld: Triodos Bank

Deel dit artikel

permalink