'Frisse lucht mag geld kosten'

Een duurzame school is niet alleen een energiezuinige school. Alle duurzaamheidsoplossingen zijn gericht op één doel: het geven van onderwijs. Dat en meer kwam naar voren tijdens het online event Een vliegende start maken met schoolverduurzaming op 11 maart, georganiseerd door Duurzaam Gebouwd en Stedebouw & Architectuur.

Wim Lengkeek, expert Huisvesting & Financiering bij Kenniscentrum Ruimte-OK, trad op als dagvoorzitter. Vanuit die rol gaf hij ons direct een herkenbare situatie: een bezoek aan een verouderd schoolgebouw zonder ventilatie. “Je kon bijna tegen de lucht aanleunen omdat de ramen dichtzaten”, aldus Lengkeek. “De kinderen keken je glazig aan, maar door de stoot frisse lucht van de deur die openging, beurde iedereen op.”

Hoewel we zulke situaties vandaag de dag niet meer meemaken – de pandemie is daar mede debet aan – stipt Lengkeek aan dat frisse scholen nog steeds niet de standaard zijn. Om dat te verhelpen, moeten we samen sterk staan. “We zijn hier met 180 bezoekers, van architecten, bouwers en installateurs tot gemeenten en schoolbesturen”, zei hij. “Het is fijn dat we met zo’n breed gezelschap zijn, zodat we goed met elkaar kunnen nadenken over deze opgave.”

SUVIS-subsidie en samenwerking

Allereerst iets wat we binnen onderwijshuisvesting niet mogen vergeten: de SUVIS-regeling. Vanuit deze regeling is momenteel 100 miljoen euro subsidie beschikbaar om het binnenklimaat van VO- en PO-scholen te verbeteren. Hierin mogen ook andere duurzaamheidsmaatregelen worden meegenomen. “Sinds 11 maart zijn er 700 aanvragen binnengekomen, met een bedrag van in totaal 97 miljoen”, aldus Caroline Koot, adviseur bij de RVO. “Indien ze allemaal correct zijn en gehonoreerd worden, zitten we dus bijna aan het budget.”


Rik van Kraaij en Caroline Koot van de RVO in gesprek met Wim Lengkeek van Ruimte-OK.

De SUVIS-regeling, die tot 30 juni aanvragen toelaat, biedt scholen ademruimte op gebied van luchtverversing. Toch is er meer nodig dan dat. RVO wil zich daarom in de toekomst hard maken voor een integrale benadering. Daarbij verwijzen de adviseurs naar Ruimte-OK, die te allen tijde beschikbaar zijn voor advies en begeleiding, bijvoorbeeld als de school geen subsidie weet te ontvangen. Alle informatie over de SUVIS-regeling is hier te vinden.

Planmatige aanpak

Lengkeek stipt vervolgens aan hoezeer de nood aan de man is. “Kijkend naar het CO2-reductiepad hebben we van 1990 tot nu niet veel gereduceerd”, vertelt hij. Dat terwijl we twee duidelijke stippen aan de horizon hebben: een reductie van 49% in 2030 en van 95% in 2050. Om dit te behalen, is een planmatige aanpak nodig. “Daarom hebben wij een stappenplan ontwikkeld om schoolbesturen in zeven stappen mee te nemen naar duurzame schoolgebouwen.” Dit spoorboekje helpt door stapsgewijs de lokale opgave inzichtelijk te maken, ambities te bepalen en een plan van aanpak vast te stellen.

Volgens Lengkeek moeten we vooral niet uit oog verliezen waarvoor we het doen. “Een duurzaam schoolgebouw is niet alleen een gebouw waar toevallig weinig elektriciteit wordt gebruikt”, zegt hij. “Het is een gebouw waar goed onderwijs gegeven wordt, dat inclusief en flexibel is om allerlei vormen van onderwijs te herbergen, waar het binnenklimaat prettig is, enz. Al deze zaken moeten we meenemen. En ik hoor nu al het commentaar: ‘Hoe komen we aan het geld?’ Maar draai het eens om: wat is de gezamenlijke ambitie van school en gemeente?” Door dat eerst te bepalen, kan inzichtelijk worden gemaakt wat wél kan. En dat is vaak meer dan je verwacht.

Duurzaam onderwijshuisvestingsbeleid

Tussen de keynotes door konden deelnemers kennis ophalen in twee sessierondes. In een van de sessies stipte huisvestingsadviseur HEVO de vele maatregelen aan waar scholen rekening mee moeten houden. Denk aan de verplichting van het IHP, de handhaving van de CO2-reductie alsook diverse demografische ontwikkelingen. Hiervoor zijn instrumenten nodig om te inventariseren wat er ligt zodat een strategie gekozen kan worden.


Michel Drenth en Pim Bressers van HEVO.

Een zo’n instrument is het CO2mpas, een tool waarmee de energieprestaties van jouw onderwijsvastgoed overzichtelijk gebundeld worden. In een demo liet Pim Bresser van HEVO zien hoe dat werkt. Daarbij tipte hij om niet alleen het vastgoed inzichtelijk te maken dat voor 2050 aangepakt moet worden, maar ook de schoolgebouwen die ‘buiten de scope van het IHP vallen’. Met de tool kun je per school diverse scenario’s laten simuleren, zoals de effecten van ingrepen op gebied van gas en energie, zodat je kunt zien wat voor invloed dat heeft op het totaalplaatje van jouw vastgoed.

Met het CO2mpas wist HEVO in een oogopslag duidelijk te maken hoe een schoolbestuur in theorie ‘op laagdrempelige wijze’ de beoogde CO2-doelen voor 2030 en 2050 kan behalen. Meer weten? Kijk dan op de website van HEVO.

Marktpartijen, kom in actie!

Geen geld betekent niet dat je niet aan de slag kunt met schoolverduurzaming. Om dat toe te lichten, sprak Wichert Eikelenboom de deelnemers toe. Ook Eikelenboom, adviseur scholenbouw en in het verleden bestuurder bij Stichting Voila, benadrukt de noodzaak voor samenwerking tussen onderwijs, gemeente en markt. “Zeker de markt, want dat zijn de partijen die met de moeilijk te bereiken schoolbesturen in gesprek komen. Dus aan jullie de schone taak om ze mee te nemen!”

Volgens Eikelenboom is werken in een bouwteam een uitstekende manier om de gezonde aspecten van een gebouw – lucht, licht, geluid en temperatuur – optimaal mee te nemen. “Ook hier heb je de markt weer nodig”, stipt hij aan. “Mensen in het onderwijs kunnen dat technische deel niet overzien, maar ze moeten wel investeren.” Zo noemt hij een TCO-benadering als een sterke oplossing, omdat dit zorgt voor meer betrokkenheid en een ‘investering uit de toekomst krijgt’. Want, zegt Eikelenboom: “Het risico van een verbouwing of nieuwbouw zit niet in de klus zelf, maar in de exploitatie van het gebouw. Dus: investeer aan de voorkant in onderhoud om de exploitatielasten naar beneden te halen. Dat móet je doen!”


Enkele tips van Wichert Eikelenboom om energie én kosten te besparen.

“Dat betekent ook”, vervolgt hij, “dat zaken gewoon geld mogen kosten.” Eikelenboom hekelt dat er altijd nagedacht wordt over de terugverdientijd. “Die gedachte moeten we loslaten. Een gebouw mág geld kosten. Frisse lucht mag geld kosten.” Er zijn veel kansen om die financiële kant op te vangen. Denk aan de BTW teruggave op zonnepanelen, alsook de SDE en tegenwoordig de SUVIS subsidie. Eikelenboom tipt vooral om samen met je gemeente te onderzoeken wat mogelijk is. “Veel gemeenten willen echt wel meer dan alleen budget geven. De Duurzaamheidslening om je bouwbudget te verhogen is een goed voorbeeld.”

Een jaar lang Gezonde Scholen

Het online event Een vliegende start maken met schoolverduurzaming liet zien dat er veel passie en energie is, maar dat de samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen nog beter kan. Dus: vind elkaar, want alleen samen kunnen we de ambities formuleren en die stip op de horizon zetten.

Besef ook dat een duurzame school niet alleen een energiezuinige school is. De duurzaamheidsoplossingen moeten stuk voor stuk gericht zijn op maar één doel: het geven van onderwijs. Daarin merken we ook een duidelijke oproep aan de markt: neem schoolbesturen mee in jullie kennis. Zij weten wat nodig is en jullie kunnen daarin te hulp schieten.

Dit online event was de eerste van het jaarprogramma over gezonde scholen, georganiseerd door Stedebouw & Architectuur en Duurzaam Gebouwd. Later dit jaar volg je nog diverse andere events waarin wij alle facetten van schoolverduurzaming de revue laten passeren. Al deze onderwerpen komen vervolgens samen op het Nationaal Gezonde Scholen Congres op 10 november 2021, gesteund door hoofdsponsor Saint-Gobain.

Wil je hier meer over weten, dan kun je vanaf nu terecht op de website nationaalgezondescholencongres.nl. Hier vind je alle informatie over de reeks events van het jaarprogramma, alsook de mogelijkheid om je alvast aan te melden voor het congres.

Deel dit artikel

permalink