Industrialisatie gaat sneller dan vergunningstrajecten

Met een goede mix van praktijk, toekomst en dilemma’s was het webinar Industrialisatie een schot in de roos. De markt maakt al veel vorderingen, nu de opdrachtgevers nog.

 

De ruim honderd bezoekers aan de online-bijeenkomst werden ontvangen door Lianda Sjerps-Koomen, die door haar functies bij Stroomversnelling en RC Panels met veel vakinhoudelijke kennis steeds de juiste snaar wist te raken. Bovendien was er een interessant en verdiepend programma, met niet alleen een betonproducent, maar ook twee bouwers die lieten zien dat geïndustrialiseerd bouwen nu al prima kan plaatsvinden. Tot slot werd een hypermodern fabrieksconcept getoond dat over Europa kan worden uitgerold.
Sjerps-Koomen leidde het programma in met de vaststelling dat je met industrialisatie, digitalisering en robotisering meer kunt doen met een beperkter aantal mensen. Bovendien is het leuk en zinvol werk en dus nog makkelijker om mensen aan te trekken. Industrialisatie levert bovendien zekerheid op, snelheid en ook meer keuzevrijheid.

V.l.n.r.: Ulla-Britt Krämer, Johan Wessels, Lianda Sjerps-Koomen, Mike Janssen en Dennis Duffels.

Standaardisatie prefab vloeren

De aftrap was vervolgens voor Dennis Duffels (VBI) die inging op relevante ontwikkelingen op het gebied van betonnen prefab kanaalplaatvloeren. Duffels ziet momenteel een enorme golf van industrialisatie over de bouwsector rollen. Ook zijn daarbij modulaire partnerships mogelijk, maar in beide gevallen is er vaak sprake van oplossingen die ‘bouwbedrijf eigen’ zijn. Hij pleitte daarom voor meer standaardisatie en compatibel systemen voor grondgebonden (rijtjes)woningen.
“Pas in het constructieve ontwerp standaardisatie toe waar variatie geen extra toegevoegde waarde heeft voor de opdrachtgever of bewoner. En biedt variatie aan waar dat functionele waarde toevoegt. De architectonische vrijheid blijft daarbij volledig gewaarborgd. Dus kies voor bepaalde eenheidsmaten”, stelde Duffels, zoals ook gebeurt bij de breedte van keukenapparatuur en -kastjes, en laat woningen per producent niet steeds millimeters van elkaar verschillen (breedte, plafondhoogte). Duffels gaf het platform-denken van Volkswagen als voorbeeld, met veel verborgen uniformiteit én functionele variatiemogelijkheden.

Naast de optimalisatie met de kanaalplaatvloer gaat VBI inmiddels verder met de introductie van de VBI Integraalvloer. Het centrale thema hierbij is niet alleen standaardisatie, maar ook productintegratie. De prefab betonnen maatwerkvloer die dan de fabriek uitrolt, is al voorzien van alle W en E installaties (ook vloerverwarming is mogelijk), terwijl het geheel veel lichter is dan normaal en geen afwerking meer nodig heeft (beide zijden!). In een compatibel bouwsysteem van bijvoorbeeld conceptbouwers kunnen hierna veel onderdelen van een casco makkelijk (plug & play) aan elkaar worden gekoppeld. Industrialisatie, waarschuwde Duffels tot slot, kan op dit moment nog zorgen voor overcapaciteit, want de productiecapaciteit van bouwers en de industrie is vaak hoger dan de vergunningverlening en planontwikkeling kan bijbenen.

Kant-en-klaar

Na dit verhelderende inkijkje kregen twee bouwers de gelegenheid te laten zien hoe industrialisatie in de praktijk van de woningbouw uitpakt. Het woord was eerst aan Mike Janssen (projectleider afdeling wonen bij Van der Heijden bouw en ontwikkeling). De voordelen van prefab en industrialisatie zijn legio, aldus Janssen. Zo kan een huis al in vijf weken kant-en-klaar worden opgeleverd, met minder kosten voor opslag en transport, met een betere kwaliteit, minder afhankelijkheid van het weer en met minder afval. Uiteindelijk kan het proces toe met minder vaklieden en zijn ook de kosten en risico’s geringer, omdat er in het hele proces veel minder stappen gemaakt worden.

Janssen toonde vier praktijkvoorbeelden, geschikt voor grondgebonden woningen en appartementen, met veel ontwerpvrijheid voor het standaard concept dat Van der Heijden ook zelf in projecten ontwikkelt. Voor woningbouwcorporaties is dit concept met extra variaties (NOM) beschikbaar en Van der Heijden zelf kan door copy-paste van een eigen, ouder bouwconcept ook snel een prefab project opzetten.

Als Van der Heijden vooruitblikt, dan wordt een huis al binnen twee weken gebouwd. Daarvoor is vooral een verbeterde infrastructuur en logistiek nodig en verder een snellere procedure voor de vergunningaanvraag en het op tijd aanwezig zijn van nutsvoorzieningen. Industrialisatie vraagt ook om samenwerking op basis van partnerships, wat bijna lijkt op ‘klussen met vrienden in plaats van bouwen op eilandjes’. Voor partners en opdrachtgevers moet de transparantie over zaken als de winst- en risicoverdeling bovenaan staan. De markt is er klaar voor.

Platform

Een vergelijkbaar verhaal werd getoond door Johan Wessels, planontwikkelaar bij Ufkes, onderdeel van VolkerWessels. Met MorgenWonen is de legolisering van de bouw al volop gaande. Het is een industrieel platform op basis van digitaal gestuurde technologie. Met robotisering, gebruik van data en hergebruik van materialen schuilt hier veel meer achter dan ‘zomaar’ prefab. Het platform spiegelt zich aan de vliegtuigindustrie: diverse onderdelen verzamelen op een hub en vervolgens het product op de bouwplaats assembleren.

Een huis bouwen in het concept MorgenWonen duurt nu ongeveer drie maanden, inclusief de buitenberging, alle infrastructuur en het aanleggen van elektra. Ook hierbij zijn diverse pakketten mogelijk, met bijvoorbeeld een wisselende plaats van het losse badkamer-element. Mede dankzij plug & play kan één woning, op vijf vrachtwagens aangeleverd, al in één dag staan (zie het filmpje). De gasloze woningen van MorgenWonen zijn ook Nul-op-de-Meter (NOM, met buitenunit warmtepomp in schoorsteen!), demontabel (afgezien van de fundering) en worden geregistreerd in Madaster. Er zijn er al 2500 van gemaakt, dus de kinderziektes zijn er wel uit.

Ook Wessels keek alvast naar de toekomst. Het innoveren gaat ontzettend snel, maar aan de ontwerpende kant is niet veel winst meer te behalen. Zo stuurt de architect (vaste partij) na autorisatie van de werkvoorbereiding via de software direct de fabriek aan. Wessels voorziet dat er een steeds grotere diversiteit aan producten ontstaat, waardoor fabrieken moeten uitbreiden en kranen op de bouwplaats groter worden. Het is hen gelukt om dat ook elektrisch te doen. Ufkes zag ten slotte ook kansen voor het onderhoud en beheer, dat woningcorporaties uitbesteden aan de bouwer.

Blauwdruk fabriek

Na een korte pauze was het laatste woord aan Ulla-Britt Krämer, die namens de Provincie Overijssel deel uitmaakt van INDU-ZERO. Dit is een grootschalig, internationaal programma dat als doel heeft het ontwikkelen van een blauwdruk voor een gasloze fabriek, waarin renovatiepakketten worden gebouwd voor de schil van een woning. De ins & outs zijn prima verwoord in het filmpje dat Krämer toonde:

De prefab renovatiepakketten, 15.000 per fabriek per jaar, worden inclusief de ruimte (sleuven) voor installaties als warmtepomp en ventilatie geleverd. Verder wordt bijvoorbeeld gedacht aan het ontwerpen van kozijnloze ramen. Het onderwerp circulariteit is ook nadrukkelijk in beeld, met als uitgangspunt dat de LCA van de producten veel beter scoort dan die in de huidige markt. Uiteindelijk is een kostenreductie van 50% het doel.

De gesprekken met partners voor een eerste fabriek in Nederland zijn al gaande. De investeringen zijn niet misselijk, evenals de omvang van de fabriek (7 hectare; totaal opp. terrein 20 hectare), waar dagelijks 150 vrachtwagens hun vracht afleveren en/of ophalen. Met de modernste technologieën en datalijnen wordt het bovendien een smart factory. Eén renovatiepakket vergt drie werkdagen voor vijf medewerkers, wat uiteindelijk neerkomt op een personeelsbestand van 870 man/vrouw per fabriek, zo rekende Krämer voor. Voor de activiteiten op de bouwplaats zal een webbased trainingstool komen.
Woningcorporatie Domijn is in Enschede al bezig met een praktijkproef. In oktober hoopt men daar met enkele rijtjeshuizen drie verschillende oplossingen (ook NOM) te showen. Een van de vele positieve ontwikkelingen op het gebied van industrialisatie om naar uit te kijken.

Verslag: Ysbrand Visser

Deel dit artikel

permalink