Oog voor detail in eerste ontwerpen woonconcept FLETTS

Het woningtekort op snelle en duurzame wijze aanpakken, dat is de missie van Dennis van Lith. Met zijn modulaire woonconcept FLETTS maakte hij in het afgelopen jaar furore in de bouwsector. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen: woningcorporatie KleurrijkWonen gaat FLETTS-woningen uitrollen en Loer Architecten tekent voor de eerste ontwerpen. Wij spraken met architect Frank Loer over zijn ervaringen met het houtbouwconcept.

Tekst: Reinoud Schaatsbergen
Beeld boven: Impressie van de woningen volgens het woonconcept FLETTS, door Loer Architecten
Foto rechts: Frank Loer, foto door Florian Braakman

Voor Frank Loer, oprichter van Loer Architecten, is duurzaamheid een van de belangrijkste thema’s in de architectuur. Houtbouw stond dan ook al een poosje op zijn to do-lijst. “Ik heb Dennis leren kennen via Solid Timber [constucteur van houtbouwsystemen, red.] en met hen gekeken naar het houtbouwconcept,” vertelt Loer. “Het modulaire karakter spreekt mij vooral aan. Er ligt een enorme woningbouwopgave waarbij prefabricatie ingezet kan worden voor versnelling. Het concept is daarom opgebouwd uit een aantal repeterende basisprincipes.”

Schoonheid in duurzaamheid

Samen met Solid Timber, FLETTS en KleurrijkWonen is Loer in het voorjaar van 2021 het ontwerpproces ingedoken om een eerste project in Culemborg te ontwikkelen. In elke fase van het proces stond centraal hoe ze een ontwerp konden maken dat te herhalen is op andere locaties. Qua installatietechniek zit dat wel goed, zegt Loer, omdat in het ontwerptraject meerdere deelonderzoeken liepen over onder andere isolatie en dampopenheid. Voor de architect zijn verbeeldingskracht en ruimtelijke kwaliteit belangrijke pijlers van het project. “Ik ben ervan overtuigd dat in schoonheid een vorm van duurzaamheid schuilt.”

“Modulaire houtbouw heeft potentie,” vervolgt Loer, “maar het gaat vaak nog mis op het gebied van esthetiek. Kijk naar noodwoningen: die zijn vaak modulair, maar zien er een beetje uit als containerbouw. Een project kan dan wel duurzaam zijn, maar als het niet mooi genoeg is, leert de ervaring dat het snel wordt afgebroken. Dat is dus juist níet duurzaam.” Om die reden pleit de architect voor schoonheid in elke fase van het project. “Dat geeft plezier in het bouwteam en ook bewoners en de opdrachtgever worden er enthousiast van. Zo creëer je een soort spiraal van positiviteit.”


Het overgrote deel van de gevel is een combinatie van bamboe, terwijl de lichtere gevelpanelen bovenop van versteend hout zijn. Beeld door Loer Architecten

Loer ziet het regelmatig gebeuren dat bouwers en ontwerpers weinig interactie hebben, terwijl dat het proces juist ten goede komt. Hij legt uit: “Een bouwteam waarin iedereen een zekere liefde voor zowel de techniek als het ontwerp heeft, komt met betere resultaten. Die interesse lag ook in dit team.” Zo ging Loer samen met Van Lith naar de leveranciers toe om de mogelijkheden voor het ontwerp door te spreken. “Daardoor krijg je ook vanuit hen tips om het mooier of beter te maken.” Volgens Loer is deze vorm van samenwerking cruciaal om tot een kwalitatief eindresultaat te komen. “Er zijn zoveel keuzes te maken in één ontwerp en als je bij elke voor het meest goedkope en eenvoudige gaat, dan is het eindresultaat er ook naar. Bij FLETTS weigerden wij dat te doen.”

Toekomstwaarde

Voor Loer is werken volgens het woonconcept van FLETTS een slimme manier om al in het ontwerp de toekomstbestendigheid van woningen te onderzoeken. “Als je nu een woning wil aanpassen, is dat nogal moeilijk door de vele betonmuren”, zegt hij. “Door een modulaire opbouw van de hoofdstructuur kun je eenvoudiger rekening houden met een halvering, verdubbeling of schakeling van de woning. Op zo’n manier naar de toekomstwaarde van een woningplattegrond kijken, dat je rekening houdt met andere vormen van gebruik, dat is nieuw.”

Loer ziet kansen in deze manier van werken, vooral omdat hij gelooft dat concepten nooit in beton gegoten zijn. “Voor mij zit de lol erin om een concept qua architectuur nog slimmer en beter te maken met de technieken en budgetten die voorhanden zijn”, zegt hij. “We hebben nu gekozen voor een bamboegevel [voor FLETTS, red.]. Dat is een fraai ogend en duurzaam product met een lange levensduur. Daarentegen werken we met de kennis die we nu hebben. Als onderweg blijkt dat een breedte van 60mm te smal is, wordt het de volgende keer misschien wel 80mm. Ik hoop dat FLETTS zich op die manier doorontwikkelt.”


Plattegrond van een van de woningen. Beeld door Loer Architecten

Volgens Loer hoort zo’n evolutie van concepten bij de bouwsector. “Als een architect een rondje loopt in een opgeleverd project, ziet hij altijd wel iets dat nog tien procent beter kan”, zegt hij. “Zolang je niet telkens precies hetzelfde doet, blijft het maatwerk. De echte toets van het idee is de realisatie.”

Flexibiliteit gegarandeerd

Een kwalitatieve inzet van modulariteit is dus te vinden in een goede samenwerking. Van Lith, die slechts enkele jaren geleden het idee voor FLETTS bedacht, beaamt dit. “Je stapt een klein beetje in het diepe”, zegt hij, “niet wetende wat er zes maanden later op tafel ligt. Dat vraagt om vertrouwen.” Volgens Van Lith stoelt zo’n samenwerking vooral op het vinden van de juiste balans tussen opdrachtgever en ontwerper. “Ik zie het als een positieve strijd: ik wil standaardisatie om het concept vaker te kunnen toepassen, maar Frank streeft meer naar de esthetiek. En dat moet ook! Uiteindelijk gaat het erom dat er een mooi gebouw staat. Zoals het ontwerp er nu ligt, weet ik zeker dat dit ook zo zal zijn.”

Die ‘strijd’ heeft bovendien niet geleid tot een afzwakking van de standaardisatie-ambitie, zegt Van Lith. “Iets honderd procent hetzelfde neerzetten zie ik niet snel meer gebeuren. Elke kavel is anders, want je hebt met een gemeente en welstand te maken. Toch kunnen we veel principes meenemen naar een volgend project en kijken we samen hoe we op een nieuwe plek er net iets anders mee omgaan. We laten het dus ook niet na, om straks van onze inzichten te leren en zaken te veranderen.”

Voor Van Lith was dit aanvankelijk even slikken, vertelt hij. “Ik had in mijn hoofd dat we een 3D-module in de werkplaats bouwen en dan naar de locatie verschepen. Dat is in de basis een mooie gedachte, maar elke locatie is anders. Die laatste tien à twintig procent kun je qua maatvoering pas op het laatste moment invullen. Daarom maken we nu 2D-elementen, zodat je in de toekomst makkelijker kunt variëren. Het principe blijft hetzelfde, slechts de maat verschilt. Daardoor kunnen we nog meer flexibiliteit garanderen.”


Eerste ontwerpen FLETTS gereed
Voor de zomer van 2021 zijn diverse impressies van het eerste ontwerp van FLETTS onthuld. Daarin is te zien dat de appartementen de hoogte in gaan, maar wel met een setback om luchtigheid te creëren. Loer: “Zie het als een donker volume dat als sokkel dient met daarbovenop een terug gelegen deel in een lichtere kleur.” Bijna de hele constructie is van CLT. Het overgrote deel van de gevel is een combinatie van bamboe, terwijl de lichtere gevelpanelen bovenop van versteend hout zijn, een 100 procent circulair product genaamd Kerloc. Het staal dat nodig is om de balkons aan op te hangen, is verborgen achter het bamboe. Daar waar het staal wel zichtbaar is, is dit gecoat in een bruine tint passend bij het bamboe. Hetzelfde geldt voor de zonwering en privacyschermen in het bovengelegen deel: deze zijn groen getint, net als de Kerloc-gevelelementen.

De appartementen worden modulair als bouwpakket geleverd. De badkamers worden kant en klaar geleverd, inclusief technische ruimte en installaties. Loer geeft aan dat hiervoor slimme combinaties tussen de CLT-binnenwanden en gipswanden zijn gezocht, zonder dat het gevoel van het CLT verloren gaat. “In de woonkamer en keuken zie je het CLT bijvoorbeeld direct”, vertelt Loer. “We streefden naar een eenvoudig beeld met grote gebaren zoals royale glaspuien en balkons aan de straatzijde. De repetitie van de puien komt de bouwbaarheid ten goede.” Voor de zuidgevel is ook gelet op de esthetiek van repeterende elementen. “De schakering van de bamboe-elementen zorgt voor een rijk gevelbeeld. Zowel binnen als buiten is het afwerkniveau hoog. Zo maken we een woongebouw dat luxe aanvoelt binnen de kaders van sociale woningbouw.”

Deel dit artikel

permalink