Waarom Minister Schultz 'ja' moet zeggen

Marlon Huysmans geeft antwoord op de vraag waarom we een nieuw marktmechanisme moeten bedenken voor het oplossen van de kantorenleegstand.

In maart 2011 was er een uiterst interessant Kamerdebat over de kantorenleegstand. Wat moeten we doen om de leegstand duurzaam op te lossen? Wat voor instrumentarium moeten beleidsmakers bedenken dat de markt haar (opruim)werk gaat doen?

Jammer genoeg was de betrokken minister Schultz zeer kort in haar antwoorden: "Nee, nee, nee en nogmaals nee". Samengevat: De minister erkent dat de kantorenmarkt een overaanbod heeft, maar ziet het niet als een probleem van dit kabinet.

En de kantorenmarkt?
Sinds oudsher heeft de kantorenmarkt een slechte vertegenwoordiging op de ministeries. Echter, met de komst van de nieuwe ministeries is de kantorenmarkt definitief tussen wal en schip gevallen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu van Schultz gaat onder andere over ruimtelijke ordening, maar de naam van het ministerie zegt het al: het heeft niet de focus op Ruimte.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties van Donner gaat over de bouwregelgeving en herbergt het oude WWI (Wonen, Wijken, Integratie) en heeft dus de focus op wonen en bouwregels; niet een voorliefde voor kantoren.

Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van Verhagen, zou zich moeten bekommeren over de werkgelegenheid in onze sector, en de innovatie. Het ministerie van Financiën van De Jager houdt zich onder andere zich bezig met alle belastingzaken omtrent vastgoed. 

Nee, nee, nee
Met de oplossing van het leegstandsprobleem in de kantorenmarkt hebben we - jammer genoeg - met al deze ministeries te maken: planafspraken over waar wel/niet gebouwd mag worden met minister Schultz, verduurzaming van de bestaande voorraad oude kantoren met minister Donner, impact werkgelegenheid op impasse kantorenmarkt met Verhagen, fiscale boetes of stimulansen met minister De Jager.  

Je hoeft geen professor te zijn in vastgoed om te begrijpen dat de minister die in maart tijdens het debat in de kamer sprak 'nee, nee, nee' als antwoord gaf. Veel te complexe materie om bestuurlijk in korte tijd op te lossen. Dus: de markt moet het doen.

Snel maatregelen
Persoonlijk geloof ik erg in het oplossend vermogen van de markt. Maar, om de markt haar werk te laten doen bij de oplossing van de kantorenleegstand hebben we wel snel een aantal maatregelen van dit kabinet nodig.

Niet om als sector 'de hand op te houden'. Integendeel. Juist een dwingende stok als marktmechanisme om onder andere beleggers, ontwikkelaars, bouwers en gemeenten te laten meebetalen aan het probleem dat in de loop der jaren ontstaan is.

Weinig rekensommen
Om de markt 'gewoon haar werk te laten doen', pleiten veel mensen ervoor om de afwaardering van oude panden, die wellicht te hoog in de boeken staan bij beleggers, sneller te laten plaats vinden. Een begrijpelijke vraag, en dit zal ook gebeuren. Echter, dit kan wel even duren.

In de tussentijd moeten we via een vorm van extra belastingsinstrumentarium op leegstaande panden, niet-duurzame panden, en ook nieuwbouw,  geld gaan innen om via de coördinatie & een financiële stimulans van gemeenten/provincies een herstructureringspot te vullen die ondernemers de mogelijkheid te geeft oude waardeloze panden voor minimale waarden op te kopen om versneld door de markt te kunnen laten herontwikkelen.  

Dergelijke ideeën bestaan er al. Maar ik kom weinig rekensommen tegen, of concrete voorstellen hoe we dit qua wetgeving en juridisch kader kunnen inkleden. Sommigen vinden het een 'socialistische gedachte' om waardeloze panden middels subsidie tegen dumpprijzen te laten opkopen.

Ik vind van niet, mits deze subsidie voortkomt uit een heffing op dezelfde vastgoedsectorbreed. In die zin betaalt de sector zelf voor het probleem.

Vooruitzien
Ik schrijf dit artikel omdat ik benieuwd ben wat u ervan vindt, en wie er op welke wijze echt concreet aan dergelijke plannen rekent bij gemeenten/provincies/rijk. Want,....de minister kan 'nee' blijven zeggen, maar dat is slechts het vooruitschuiven van een toekomstig probleem.

Als de minister bereid is om mee te denken over een aanpassing van een beleidsinstrumentarium - dat het ministerie van Financiën op korte termijn meer geld opbrengt in plaats van minder - heeft ze de kans een model te ontwikkelen dat in de toekomst tevens kan werken voor een potentieel overschot op de winkel- of woningmarkt.

We hebben immers anno 2011 te maken met een krimpende beroepsbevolking, maar in latere jaren met een krimpende bevolking in zijn algemeenheid. Vooruitzien is regeren.

Marlon Huysmans
Directeur OVG Sustainability Centre

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Marlon Huysmans