Smaakmakers

We moeten meer de tijd nemen om oplossingen van de toekomst te engineeren en testen, meent Paul van Bergen.

Uit het bouwnieuws van afgelopen weken vielen mij een tweetal berichten in het bijzonder op.Als eerste de presentatie van het boek ‘De LEGOlisering van de bouw’. Een oproep om gebouwen evolutionair te ontwikkelen net als auto’s en vliegtuigen. In dit boek wordt gepleit om gebouwen samen te stellen uit doorontwikkelde componenten zodat er een repetitie van elementen optreedt en het risico’s op fouten of hogere kosten wordt verlaagd.

Daarnaast circuleerde er een filmpje over de bouw van een hotel in China die in slechts 15 dagen in elkaar werd gezet. Alle componenten waren geprefabriceerd en werden als een bouwdoos, als Lego, in elkaar gezet. Hoe lang men over de voorbereiding heeft gedaan bleef helaas onduidelijk.

Snelle realisatie
Beide berichten zijn goede illustraties van de huidige tijdgeest in de bouw. Risico’s op fouten, niet presteren of budgetoverschrijdingen moeten koste wat het kost worden vermeden en projecten moeten, na vaak een zeer lang proces van besluitvorming, zeer snel worden gerealiseerd. Zowel het ontwerp- (denk)proces als de uitvoering worden dan parallelle stromen.

Deze ontwikkelingen worden ook nog als ‘duurzaam’ verkocht omdat het gebruik van componenten en het prefabriceren leidt tot minder materiaal (lichter), minder afval, minder transport en een lager energiegebruik. Duurzaamheid, maar dan met het accent op de “E” van ecologie en economie.

De toekomst?
Persoonlijk ben ik er nog niet van overtuigd dat standaardisering en assembleren de toekomst is. Een duurzamere samenleving met als onderdeel daarvan een duurzame gebouwde omgeving heeft ook een belangrijke sociale en culturele invalshoek.

Thema’s als gezondheid, multifunctionaliteit, omgevingswaarde, functiemenging, hergebruik en diversiteit vragen om maatwerkoplossing die rekening houden met de context, de omgeving. Dat kunnen zachte waarden zijn maar ook de harde duurzaamheidthema’s zoals het uitwisselen van energie- en afvalstromen vragen eerder om verschillen dan om op zichzelf uitgebalanceerde oplossingen.

Context
Als ik bijvoorbeeld kijk naar de 2011 projecten TNT hoofddorp of het NIOO in Wageningen dan zijn we het er allemaal over eens dat die projecten inspirerende voorbeelden zijn van duurzame gebouwen maar qua uitwerking en toegepaste oplossingen verschillen die projecten totaal van elkaar.

De context van die projecten was ook totaal verschillend: een ontwikkelaar versus een opdrachtgever/gebruiker, energieneutraliteit versus C2C, gebiedsontwikkeling versus een solitair gebouw, flexibiliteit versus maatwerk etc. Met name die verschillen zijn essentieel, wat in deze projecten heeft geleidt tot een maatwerk ontwerp en oplossingen die precies pasten op de vraag: dat is duurzaam.

Oplossingen
Wat mij als adviseur boeit is de zoektocht naar de nieuwe voorbeelden, de ontwerpen, technieken, systemen en processen die de lat weer wat hoger leggen. Die leiden tot een nog gezondere omgeving, een nog lagere materiaal footprint, betere energiebalans, lagere levensduurkosten en een hogere toekomstwaarde. Gebieden en gebouwen moeten beter gaan presteren en niet alleen de onderdelen of componenten.

Wat zijn dan de ontwerpoplossingen van de toekomst? Er liggen wat mij betreft nog veel kansen en mogelijkheden op het gebied van bijvoorbeeld passieve gebouwschillen, hybride constructies, decentraal klimatiseren, vraaggestuurde technieken en het hergebruik van materialen.

Deze oplossingen van de toekomst moeten wel eerste ontworpen en geëngineerd en getest worden voordat deze technieken toegepast kunnen worden. Dat is volgens mij de grootste veroorzaker van onze teleurstellingen en faalkosten. Wij nemen niet meer de tijd om dat proces te doorlopen.

Van China naar chips
Opdrachtgevers en klanten zullen blijven zoeken naar de voor hun vraag passende oplossingen die excelleren op het gebied van duurzaamheid. Waar we behoefte aan hebben zijn de nieuwe voorbeelden, de smaakmakers.

In die zin zie ik een overeenkomst met het succes van Lay’s, jawel de chipsfabrikant. Die is op zoek naar de opvolger voor het succes van de smaak patatje joppie! Welk project of opdrachtgever is de smaakmaker voor 2012: de snelste bouwdoos of zorgvuldigste inpassing! Dat het lekker mag smaken.

Paul van Bergen
Ir. P.J. van Bergen is directeur bij DGMR en adviseur op het gebied van duurzaamheid in de gebouwde omgeving. DGMR is een adviesbureau dat onder andere gespecialiseerd is in duurzame gebieds- en gebouwontwikkelingen.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Paul van Bergen