Het verhaal begint met een ruimteschip...

Op het Smart City Event dat op 27 en 28 juni in Amsterdam werd gehouden sprak onder andere Jeremy Rifkin. Hij promootte zijn 19e boek The Third Industrial Revolution dat het verhaal vertelt van een nieuwe economie, gebaseerd op duurzame energie.

Rifkin brengt veranderingen in communicatie die zijn ontstaan met de komst van het internet in verband met de behoefte aan energie uit niet-fossiele bronnen. Een tekort aan betaalbare fossiele bronnen – het moment waarop de olieproductie niet meer toenam, oftewel peakoil zijn we al in 2006 gepasseerd – en de desastreuze effecten van CO2-uitstoot op het klimaat zijn evident, maar leiden nog niet tot acties bij ons allen. Er is ook een lokkend perspectief nodig.

Rifkin schetst dit perspectief in vijf pilaren. Ten eerste de verschuiving naar herwinbare of duurzame energie. Ten tweede de transformatie van gebouwen naar micro-energiecentrales die lokaal energie produceren. Ten derde de toepassing van waterstof en andere vormen van energieopslag. Ten vierde het gebruik van internet-technologie om het energienetwerk te laten werken als een intergrid om op verschillende schaalniveaus vraag en aanbod van energie af te stemmen. En ten vijfde het vervangen van onze voertuigen door elektrische exemplaren die energie kunnen innemen, opslaan en ontladen naar gelang locatie en prijs.

Deze pilaren staan niet los van elkaar, maar vormen een geïntegreerd geheel. Rifkin benadrukt dit door kritiek te leveren op Obama’s ‘green economic recovery’ die wel op ieder van de pilaren inzet met het vrijmaken van budgetten, maar het verbinden verhaal mist. Zo blijft een verzameling van losse projecten en verkokerde programma’s over.

Dit is precies nu precies wat je dezer dagen aantreft bij gebiedsontwikkeling. Ontwikkeling van vóór de crisis zijn verworden tot enkele losse projecten; gebiedsontwikkelingen van na crisis bestaan vaak uit niet meer dan wat losse projecten en anders zijn het nog programma’s met nadruk op één of hooguit twee sector-gebonden ambities, vaak vastgoed en duurzame energie of waterbeheer. Waar is het verhaal dat individuele initiatieven kan verbinden en nieuwe partijen erbij kan betrekken? Welnu, dat miste.

In opdracht van het ministerie van I&M werd ik uitgedaagd een verhaal te schrijven. Net als Rifkins boek bestaat het resultaat – Investeren in gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, handreikingen voor samenwerking en verdienmodellen – uit drie hoofdstukken die gaan over visie, samenwerking en het verdienmodel. Deze zijn aangevuld met een hoofdstuk met praktijkvoorbeelden en een hoofdstuk met tien handreikingen. In het kort gaat het verhaal over twee pilaren. Ten eerste het betrekken van de fasen van de bestaande en de toekomstige exploitatie van het gebied bij wat we voorheen onder gebiedsontwikkeling verstonden. Dat beperkte zich namelijk tot het traject van de fasen van initiatief, haalbaarheid en realisatie. Ten tweede het betrekken van het gebruik en de gebruiker en eveneens van partijen van de stromen bij de start van een gebiedsontwikkeling. Deze stromen omvatten allerlei nutsvoorzieningen: energie, afval, data, water en mobiliteit.

Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl is een holistische aanpak en combineert al deze elementen: het beheer en de exploitatie van de grond en het vastgoed en van de aanwezige nutsvoorzieningen in de breedste zin van het woord (de stromen). Voor samenwerking betekent dit dat er meer partijen mee moeten, maar ook dat partijen zich moeten richten op de lange termijn: weg van ontwikkelwinsten, naar rendement uit de exploitatie. Ook komen nieuwe verdienmodellen in beeld die de link kunnen borgen tussen vastgoed, gebruik en stromen, zoals (energie-)prestatiecontracten, gebiedsfondsen en coöperatieven. Van de eerste twee geeft de handreiking een praktijkvoorbeeld.

Met deze handreiking hoop ik een verbindend verhaal voor gebiedsontwikkeling nieuwe stijl te hebben gegeven. Daarmee is er nog geen verhaal voor iedere individuele gebiedsontwikkeling. Uitdaging is nu dit in de praktijk te brengen door specifieke uitwerkingen te maken voor de lokale opgaven. Maar ook dáár staat een verhaal dat verbinden kan voorop. Een verhaal dat een logisch antwoord geeft op vragen als: ‘Waarom doen we het en vooral waarom hier?’ en ‘Wat willen we doen en hoe?’ Er is behoefte aan een logisch verhaal per gebiedsontwikkeling. Een verhaal dat urgentie koppelt aan lokale kwaliteiten en meerwaarde biedt voor velen, waardoor samenwerking mogelijk wordt.

Niet alleen Rifkin benadrukte op het Smart City Event het belang van een sterk verbindend verhaal. Wubbo Ockels, slotspreker op de eerste dag, begint zijn bijdrage met het verhaal van zijn ruimtereis uit 1985. Na een indrukwekkende start komt het moment dat hij de aarde alleen los in de ruimte ziet en zich beseft dat wij met zijn allen in essentie op een ruimteschip leven – het ruimteschip aarde – en dat we daar heel zuinig op moeten zijn. Want we hebben er maar één. En om dat besef in de hele zaal te laten doordringen, vraagt hij iedereen luidt te scanderen: “Wij zijn astronauten op ruimteschip aarde.”

Een beter verhaal voor duurzaamheid is er niet.

Gert-Joost Peek

 

Een uitgebreid verslag over het Smart City Event leest u in de komende uitgave van Duurzaam Gebouwd die verschijnt op 20 september aanstaande.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Gert-Joost Peek