Gezondheid!

We wensen het elkaar regelmatig: Gezondheid! Vaak gevolgd door iets in de geest van ‘..want dat is toch het belangrijkste’. En zo is het ook. Vraag aan willekeurig wie, wat voor hem of haar het meest belangrijk is; grote kans dat het zijn gezondheid is. Kijk er ook Maslow’s piramide maar op na: het vormt het fundament van ons welzijn.

Gezondheid vormt ook de oorsprong van de bouwregelgeving. Regels voor rioleringsaansluitingen en voor ‘licht en lucht’ staan aan de basis van de wereldfaam die Nederland had (heeft?) op het gebied van de volkshuisvesting. Ze vormen een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de gezondheidstoestand van de Nederlanders, met name in de eerste decennia van de vorige eeuw en in de tijd van de Wederopbouw. Het realiseren van gezonde gebouwen zou dus in ons DNA moeten zitten.

Wedstrijd

Is het dan niet vreemd dat we het bij duurzame gebouwen steeds weer weten te beperken tot een wedstrijd in vermeende energiezuinigheid? Gelukkig is er de laatste tijd aandacht voor de toegepaste materialen, in elk geval voor de materialenkringloop. Maar wat schromelijk onderbelicht wordt in onze concepten, certificaten, normen en labels is de gezondheid van de gebruikers van die kantoren en de bewoners van die woningen. Soms ontbreekt het zelfs volledig. Wat is de gezondheidskwaliteit van een 0-op-de-nota-renovatie? We kunnen er alleen maar naar raden. Het wordt niet beoordeeld, bewaakt of gemonitord.

Behoefte

Dat moet toch echt anders! Gebouwen zijn er voor mensen. Zoals Faro het verwoordt op hun website: ‘Als je niet voor mensen bouwt, voor wie dan wel?’. Spijker op z’n kop! En bouwen voor mensen is in de eerste plaats  het realiseren van een gebouwde omgeving die toch ten minste tegemoet komt aan die eerste basisbehoeften: bescherming van het lijf en de gezondheid. Of om het in de termen van Active House te zeggen: we hebben behoefte aan gebouwen die meer geven dan ze nemen.

Maar hoe waar ook, als je dat concreet wilt maken wordt het lastig. Er zijn wel eisen in de bouwregelgeving, maar die zijn globaal geformuleerd en de bijbehorende bepalingsmethoden zijn abstract. Goed voor het bewaken van een ondergrens, naar niet geschikt als richtlijn. Als bureau hebben we in het verleden de Gezondheidskaart ontwikkeld, met een hele serie meetprotocollen en toetsingen. Om te constateren of een gerealiseerde situatie voldoet, maar niet om blunders te voorkomen. En bij dat alles ontbreekt een besef van gebruikskwaliteit, veiligheid en van ongrijpbare psychologische aspecten zoals geborgenheid.

Goede oplossingen

Het is ook lastig, want hoe weeg je de emissies uit de toegepaste inrichtingsmaterialen ten opzichte van een trap die je uitdaagt de lift te laten voor wat hij is. Wat is de waarde van een te openen raam in een gebied met een te hoog PM2,5-gehalte? Het eerlijke antwoord: ik heb de oplossing ook nog niet; wel ideeën. Ik ben er wel van overtuigd dat we naar goede oplossingen zoeken moeten. In elk gebouw dat we renoveren, onderhouden of nieuw neerzetten. In elk ontwerp wat we afleveren, in elk advies dat we geven, in elke steen die we stapelen.

Maak het waar

Er ligt dus een mooie taak voor ons, in het verband van dit netwerk, om de naam Duurzaam Gebouwd waar te maken. Ik daag u dus uit om mee te denken: in een reactie op dit blog, in netwerkbijeenkomsten, in projecten.  Met Duurzaam Gebouwd gaan we dit onderwerp de komende tijd verder uitwerken. Dat gebeurt ook op andere plaatsen: bij de DGBC, in het internationale congres Healthy Buildings volgend jaar in Eindhoven en naar ik oprecht hoop in elk project waar u vandaag en morgen aan werkt.

Gezondheid!

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Harm Valk