Energielabel is handvat voor besparing

Energielabels voor auto’s of koelkasten zijn compleet ingeburgerd. We vinden het heel normaal dat we in één oogopslag kunnen zien hoe zuinig een apparaat is. Als er geen label is, piekeren we er niet over om ‘m te kopen. Maar dan het energielabel voor woningen! Dat was al een dankbare kop-van-jut, maar er steekt een storm van kritiek op nu minister Blok het ‘voorlopige energielabel’ stuurt aan bijna 5 miljoen eigenaar-bewoners.

We willen graag euro’s overhouden, maar blijkbaar niet met behulp van het energielabel. En dat is opvallend. Want energielabels bij auto’s en witgoed werken, zo leert de ervaring. Ze hebben daar werkelijk iets teweeg gebracht. Anders zouden auto- en witgoedfabrikanten ‘t label niet zo’n prominente plaats geven in hun communicatie. Als consumenten zouden we onze keuze niet zo laten beïnvloeden door die informatie.

Veel te winnen

Er is veel te winnen met een energielabel voor huizen. Zo’n 40% van het totale energieverbruik in ons land komt voor rekening van gebouwen en woningen. Dat percentage kan drastisch omlaag.

Het overgrote deel van die woningen is gebouwd in de jaren tachtig of eerder. Veel van die woningen zijn slecht geïsoleerd en verbruiken veel meer energie dan nodig is. En uit onderzoek van Milieu Centraal blijkt dat 20% van de Nederlanders zich zorgen maakt over de hoogte van de energierekening.

Belangrijk plaatje

Waar gaat de kritiek over? Over de manier waarop de voorlopige energielabels zijn bepaald, plus de uitvoeringsperikelen. Natuurlijk, het is een goede zaak om dit soort ontwikkelingen kritisch te volgen. Ook is het goed om de uitvoering te stroomlijnen en te verbeteren. Maar we dreigen steeds meer te vergeten waar het energielabel werkelijk voor staat en waarom het een belangrijk ‘plaatje’ is.

Het energielabel van een woning zegt iets over de bouwkundige factoren, installaties en voorzieningen die het energieverbruik beïnvloeden. Ofwel: isolatie van vloer, gevels en dak, zuinige cv-ketel, zonnepanelen, dubbel glas en warmtepomp. Het label zegt (veel) minder over het feitelijk energieverbruik, want dat wordt vooral bepaald door het gedrag van de bewoners.

Onderneem actie

Via dit ‘plaatje’ dat het label oplevert, krijgt een eigenaar in één oogopslag de optelsom van de voorzieningen in zijn woning. Een label is dus een belangrijk communicatie-instrument. Niet meer en niet minder. Als jouw label aangeeft dat je als bewoner flink kunt besparen op je energierekening, onderneem dan actie. De kosten die je maakt om je woning energiezuiniger te maken, verdien je binnen een paar jaar terug. Vanaf dat moment profiteer je continu van een lagere energierekening.

Dus: ga achter informatie aan, bij een erkende installateur en/of bouwbedrijf. Laat je adviseren over de beste opties, de kosten en – afhankelijk van je gedrag – hoe het huis comfortabeler wordt en je tegelijk je energielasten verlaagt. En terwijl je maandelijks flink bespaart, geef je ook de waarde van je woning nog een zetje.

Er is misschien nog wel wat aan te merken op het energielabel. Maar hoe dan ook krijgt de eigenaar zo meer inzicht in de energieprestaties van zijn of haar woning. En dat geeft je een handvat om gerichte besparingsmaatregelen te nemen. Dat is altijd de moeite waard.

Duurzaam Gebouwd-expert Titia Siertsema heeft dit artikel geschreven samen met Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland.

Deel dit artikel

permalink