'Duurzaamheid: vaker beleden met de mond dan met de portemonnee'

Dit gevoel krijg ik vaak als ik kijk naar de stand van zaken in de sector. In deze blog verdedig ik de bovenstaande kop. 

En het is meer dan alleen een gevoel. Ik heb er ook voorbeelden van. Ik was ooit betrokken bij een project van de overheid in Den Haag. De bouwer waarvoor ik toen werkte, won de aanbesteding. In de gunning stond een voorgeschreven Rc-waarde voor het dak. Die was lager dan de dwingende regels die de overheid in de wetgeving stelt bij dergelijke projecten. Toen we de opdrachtgever daarop wezen, kwamen de excuses: “Ja maar, het moet toch echt voor deze prijs. En daar past die Rc-waarde bij.” Dat vind ik nou zo’n typisch voorbeeld dat de stelling bewijst.

Het gaat niet alleen om overheden trouwens. Zo weet ik van een groot groenproject op een luchthaven. Er werd een groen dak voorgesteld, waarop een proef met zonnepanelen zou worden ontwikkeld. De opdrachtgever ging akkoord. Tijdens het project is alles klaargezet tot en met de standaarden voor de panelen aan toe. Maar toen stak de afdeling ‘Centrale Inkoop’ van de klant er een stokje voor met als argument: “We kopen die panelen zelf in als de prijs beter is.” Dan ben je die panelen kwijt uit het bouwproject. En nu vier jaar later? De voetjes op het dak staan nog steeds klaar, maar er is nog geen paneel te zien. En dat gebeurt mijns inziens nog te vaak: je maakt samen de mooiste plannen en voorstellen maar op het laatst draait alles toch om geld.

Wat duurzaamheid móet zijn

Duurzaamheid is helaas vooral een modewoord geworden. Er zijn zo veel manieren om naar het begrip ‘duurzaam’ te kijken en iedereen draait het naar zijn eigen belang toe. Ik zou graag willen dat duurzaam heeft te maken met ‘hoe lang gaat iets mee?’ en ‘wat we bouwen, kun je dat op meer manieren gebruiken?’ Dat zijn de essentiële vragen. Je kunt een gebouw nog zo groen ontwikkelen: als het over een paar jaar niet meer wordt gebruikt en daarom wordt gesloopt, is de duurzaamheid  ver te zoeken. En dat is dus de erosie van het woord duurzaam. Ik bedoel: tegenwoordig zijn kitten en primers duurzaam als er iets met de samenstelling is gedaan en ze er een groene verpakking omheen doen. Of FSC-hout uit Maleisië als duurzaam materiaal. Gekweekt en bevloeid in speciale bossen. Maar rekenen ze dan het transport en waterverbruik ook mee bij het uitdelen van het duurzaamheidsstempel, vraag ik me dan af.

Ik ben groot fan van de architect Thomas Rau. De manier waarop hij kijkt naar duurzaamheid spreekt me aan. Dus energieneutraal of zelfs energieleverend bouwen, Cradle to Cradle en de circulaire economie waar niets verloren gaat.

De rol van leveranciers

Onze rol als leverancier is het laten zien wat duurzaam bouwen oplevert. Dat doen we bijvoorbeeld in het platform Leven op Daken, een adviesbureau voor meervoudig ruimtegebruik op daken bestaand uit aannemers, installateurs, leveranciers en producenten. Als platform heb je niet de schijn tegen van commercialiteit. Samen bieden we garanties en fungeren als één aanspreekpunt voor opdrachtgevers. Als een opdrachtgever met ons in zee gaan en er gaat onverhoopt iets mis tijdens of na de bouw, dan wijzen we niet naar elkaar zoals maar al te vaak gebeurt. We lossen het op.

Hoop voor de toekomst

Er zijn toch ook wel lichtpuntjes te ontdekken. In de bouwwereld is het besef gegroeid dat het anders moet. De duurzaamheidstransitie is al in gang gezet en onomkeerbaar. Het is aan ons leveranciers om daarop te blijven drukken. Ik vind dat de overheid meer kan doen door haar nek uit te steken. Met name door zelf bijzondere projecten te laten bouwen.

Daarnaast zie ik een grote belofte in de jeugd. In Hilversum krijgen leerlingen van de MBO-leergang ‘Dakschatten’ de vraag een duurzaam plan voor het dak van hun eigen school te bedenken. De gemeente steekt er geld in en het uiteindelijke plan wordt echt gerealiseerd en beheerd. Die steun van de gemeente geeft vertrouwen. De jeugd heeft goede ideeën en verdient dat.

En om wat filosofischer te worden. We moeten in Nederland wat minder mopperen. We hebben het in de bouw qua knowhow en kennis goed voor elkaar. Als je hier over een snelweg rijdt en je ziet hoe alles in elkaar steekt, goed werkt en mooi is ontworpen en je vergelijkt dat met de situatie in bijvoorbeeld Sicilië. Dat is een wereld van verschil.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Benno Nijenhuis