Om de hete brij draaien is niet circulair!

Terwijl het huidige economische klimaat schreeuwt om alternatieve verdienmodellen, komt er niets uit initiatieven, visies en routekaarten om tot een circulaire economie te komen. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de circulaire economie echt anders wordt dan eerdere schijntransities?

Al sinds de jaren ‘70 is de bouw- en vastgoedsector er steeds meer van bewust dat de grondstoffen op aarde eindig zijn. Dit komt onder meer door de visie van professor John T. Lyle op regeneratief ontwerpen. Filosofieën zoals Performance Economy, Cradle to Cradle, Blue/Green Economy, Industrial Ecology en Biomimicry zijn dan ook gericht op het verbeteren van technische en biologische cycli op aarde. Gelukkig constateer ik dat veel industrieën zich ontwikkelen van een lineair naar een meer circulair proces.

Wat is nu het verschil tussen circulaire economie en voorgaande theorieën? De circulaire economie gaat verder dan het sluiten van technische en biologische kringlopen. Het is een integrale aanpak, waarbij het sluiten van deze kringlopen een visie is, maar geen missie. De missie is het veranderen van het bestaande, het aanpassen van financieringsmodellen en het mogelijk maken van circulaire materiaalstromen. Dit betekent een totale herstructurering van het huidige systeem. Door alle kennis die voorheen is opgedaan, is het nu mogelijk om ook echt te slagen.

Maak het meetbaar!

Meten is weten. In mijn ogen is een belangrijke stap naar het integraal toepassen van circulariteit in de gebouwde omgeving om het meetbaar te maken. Ik snap dat Rome niet in 1 dag is gebouwd en vele wegen naar Rome leiden. Vaak discussiëren we nog steeds in kringverwijzingen. Het dienen van het ecologisch, economisch en sociale doel leidt tot een meer integrale aanpak en biedt enorme kansen voor partijen met ondernemersgeest, creativiteit en daadkracht. Het waarderen en eventueel normeren van circulariteit biedt houvast voor vraag en aanbod. Want wat betekent 100% of 80% circulair? Op welk schaalniveau moet ik circulariteit waarderen?

In mijn ogen bestaat circulariteit uit 2 componenten: de 1e is de herkomst van een materiaal, de 2e is de technische aanpasbaarheid van het materiaal. Een gebouw is maximaal circulair als het volledig is opgebouwd uit materialen met een ‘verleden’ en als alle toegepaste materialen kunnen worden hergebruikt in een 2e, 3e en/of opvolgend leven. Zaken als de toxiciteit, de CO2-uitstoot en de materialenschaarste zijn slechts randvoorwaardelijk bij het maken van keuzen. Dit zegt niets over de mate van circulariteit.

Zodoende begint het bij het bepalen van de input, het vaststellen van de technische levensduur en de beoogde output van een materiaal. Deze is vervolgens uit te drukken in een circulariteitsindicator, de zogeheten Material Circularity Index (MCI). Door deze indicator te vermenigvuldigen met de mate van demontabiliteit is de Product Circularity Index (PCI) vast te stellen.

Maar waarom zouden wij sturen op producten die 100 jaar meegaan? Vanuit de discussie rondom grondstofschaarste moet de focus liggen op systemen met een kortere levensduur. Dit betekent dat de som van de PCI vermenigvuldigd wordt met een systeemfactor, gekoppeld aan het 6S-model van Stewart Brand. Dit leidt uiteindelijk tot een Building Circularity Index (BCI), die als uitgangspunt kan worden meegegeven in bijvoorbeeld een Programma van Uitgangspunten voor een ontwerp.1

Op dit moment breng ik bovenstaande visie in de praktijk. Dit doe ik door voor 2 opdrachtgevers circulariteit meetbaar mee te nemen in 2 uitvragen aan de markt. Dit gebeurt vanuit een circulariteitsstrategie, die is vertaald naar kritieke prestatie-indicatoren. Een spannende opgave, waarop de markt enthousiast, maar ook terughoudend reageert. Ook opdrachtgevers vinden het moeilijk. Want hoe nemen wij restwaarde van materialen en/of grondstoffen mee in de businesscase? En hoe werken statiegeldconstructies door? Of wordt er geen extreem hogere rente gerekend in mijn gebruiksvergoeding?

Om vragers meer zekerheid te bieden, moeten wij nog daadkrachtiger aan de slag. Een meetlat als middel kan hierbij houvast bieden…

1 Afstudeeronderzoek van Jeroen Verberne: “Building Circularity Indicators – an approach for measuring circularity of a building” Construction Management and Engineering at the University of Technology Eindhoven.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Jim Teunizen