Waarom ik (tóch nog) in de bouwsector werk

Wie met duurzaamheid werkt, werkt met zijn hart. Ik wel in ieder geval. En dus ervaar ik hoge pieken en diepe dalen. Zo reed ik enkele maanden geleden woedend naar huis. Ik had iets niet voor elkaar gekregen; iets waar ik veel tijd, energie en passie in had gestoken.

Ik wist zeker dat ik de bouwsector ging verlaten en deed iets wat ik minstens vijftien jaar niet gedaan had: ik draaide snoeihard Guns ’n Roses. De opdringerige, knetterende gitaren in Double Talkin’Jive - en de stem die ook na vijftien jaar nog slechter bleek dan mijn humeur - deden me terugdenken aan de jaren die ik in de plaatselijke CD-zaak werkte. En dat inspireerde me tot deze expertblog.

Toen ik zeventien was, had ik de baan van mijn leven: verkoper bij Free Record Shop. Wat is er nu mooier dan de hele dag met je hobby bezig zijn? Helaas had het werk zelf minder met muziek te maken dan ik had gehoopt. Dat herken ik helaas ook vaak in mijn huidige werk als manager Corporate Social Responsibility.

Vaste patronen

De dagen als cd-verkoper verliepen volgens een vast patroon. Vóór de opening snel even stofzuigen. Meteen na opening hielp ik schichtige mannen aan hun erotiek-VHS-jes ('Wilt u het inpakken? Het is een cadeautje'). En daarna de grote drukte: No Sweat 17, Knuffelrock 3 of de nieuwe cd van Josh Groban. Als ik veel geluk had vroeg er eens iemand naar de nieuwe cd van Nick Cave, de beste van Oasis of een klassiek optreden van Neil Young. De sfeer en de collega's waren leuk, maar in het werk zat weinig muziek.

Vier jaar geleden kreeg ik weer een droombaan: duurzaamheidsmanager van VolkerWessels! Wat is er nu mooier dan het duurzaamheidsbeleid van zo'n groot bouwconcern te maken? Maar ook hier bleek het dagelijkse werk zich volgens een strak patroon te voltrekken. De drukte rondom het duurzaamheidsverslag, oneindige overleggen rondom weer nieuwe duurzaamheidsakkoorden, audits voor milieumanagementsystemen. En soms een keer een mediaoptreden waarin ik mijn overtuiging mocht verkondigen. Maar waar bleef de échte verduurzaming in dit verhaal?

Motor voor verandering

Al sinds ik milieuwetenschappen studeerde was het mijn overtuiging dat bedrijven – en zeker de bouwsector - een enorm krachtige motor voor positieve verandering kunnen zijn. En ik zou alles in het werk stellen om deze motor aan te zwengelen. Helaas blijkt dat frustrerend lastig. En ik begon me te schamen voor de bouwsector: Hoe kunnen we tevreden zijn met een CO2-reductie van 10% terwijl de ijskappen harder smelten dan ooit? Of 15% minder gebruik van primaire materialen terwijl de grondstoffenvoorraden uitgeput raken? Jaren praten over akkoorden zonder een project van de grond te krijgen? Maar ik schaamde me het meest voor mezelf. Had ik er álles aan gedaan om te zorgen dat de doelstellingen en prestaties van onze sector er anders uit zouden zien?  Ik kon hier geen volmondig 'ja' op antwoorden.

Ik stelde mezelf voor de volgende keuze. Of ik zou boos blijven op de bouwsector, maar dan ook vertrekken. Of ik zou niet vertrekken maar dan ook alles doen om de motor aangezwengeld te krijgen. Na enkele weken van veel lezen, nadenken en praten met vrienden koos ik  - natuurlijk - voor het laatste.

Patstelling doorbreken

Mijn grote uitdaging voor de komende jaren is om de patstelling tussen opdrachtgever en bouwer te doorbreken. Duurzame vooruitgang is allang geen kwestie meer van techniek: we kunnen alles maken. De uitdaging is organisatorisch en sociaal van aard. Maar zolang onze opdrachtgevers naar ons wijzen: “jullie bouwen niet duurzaam genoeg”, en wij op onze beurt naar onze opdrachtgevers: “als jullie duurzaamheid niet belonen kunnen wij niet duurzaam aanbieden”, verandert er weinig. Laten wij deze patstelling doorbreken en onze opdrachtgever tonen wat er wel mogelijk is!

Onze eigen bestuurders en directie wil ik daarom uitdagen om het goede voorbeeld te geven. Ik denk aan gebouwen als grondstofbanken in plaats van alleen reductie van primaire bouwmaterialen. Aan een leefomgeving die bijdraagt aan gezondheid, in plaats van schadelijke uitstoot reduceren. Onze opdrachtgevers wil ik uitdagen om deze duurzame voorbeelden te belonen. Gebruik duurzaamheid als onderscheidend gunningsvoordeel, niet als verplicht afvinklijstje. En bij deze uitdagingen kunnen wij elkaar ook goed gebruiken: hoe meer duurzame voorbeelden, hoe makkelijker het wordt.

De eerste successen hebben we inmiddels bereikt. Zo investeert VolkerWessels kennis en geld in het materialenpaspoort van Madaster. Als we met elkaar zorgen dat dit de standaard wordt, zal straks het bedrijf met het meest circulaire ontwerp het beste beloond worden. En daar is niet alleen het bedrijf, zelfs niet alleen de bouwsector, maar de gehele maatschappij bij gebaat!

VolkerWessels staat op Building Holland en draagt daar op haar stand en tijdens 12 lezingen haar boodschap ‘samen bouwen aan een betere levenskwaliteit’ uit. VolkerWessels steekt daarbij de hand in eigen boezem, maar daagt ook opdrachtgevers, regelgevers en leveranciers uit.

Deel dit artikel

permalink