Krijg toch de saldering!

De PvdA (Vos) en GroenLinks (Van Tongeren) dienden vorig jaar december een motie in tegen minister Kamp over de salderingsregeling. Standpunt hierin is geweest dat deze regeling voortgezet moet worden in de huidige vorm,  ook na 2020. Uiteindelijk stemde een ruime meerderheid van de Tweede Kamer in met het plan. Ik zou zeggen, Vos en Van Tongeren, krijg toch de saldering!

In een reeks blogs geven Duurzaam Gebouwd-experts hun visie op het thema Duurzame Energie, om dit onder de aandacht te brengen bij de aanstaande kabinetsformatie. Tot 15 maart gaan de experts in op de status quo rondom dit onderwerp en geven ze advies aan de nieuwe kabinetsleden.

 

Laat ik beginnen met het feit dat ik voorstander ben van initiatieven die duurzaamheid (verder) aanjagen. Maar daarbij zal ik altijd kritisch blijven kijken naar de (on)mogelijkheden en de effecten van een dergelijke maatregel. Zeker nu, in tijden van de verkiezingsperiode. De tijd waarin politieke partijen alles uit de kast halen voor een extra stem. Ik stel mijzelf dan ook de vraag of we onszelf voldoende informeren voordat er weer besluiten worden gemaakt op basis van kiezerspeilingen.

Wat is salderen? De salderingsregeling is tot stand gekomen om de terugverdientijd van bijvoorbeeld zonnepanelen te verkorten. Als u eigen opgewekte kWh teruglevert aan het net, is uw elektriciteit ± 6 cent waard. Als u elektriciteit van het net afneemt, kost deze ± 19 cent. Het gat hiertussen is belasting (± 13 cent) en wordt gecompenseerd door de salderingsregeling. Klinkt logisch toch? Salderen heeft dan ook zeker bijgedragen aan het succes van de zonnepanelen. Want zeg nou zelf, hoeveel consumenten zouden er nog investeren in zonnepanelen als de terugverdientijd 15 jaar is? Maar in mijn ogen zijn er meer aspecten in de discussie over het succes rondom het salderen.

Als een wijk veel zonnepanelen heeft, zijn de pieken en de dalen op het net moeilijk in te schatten. Als voorbeeld, een mooie zomerdag en de zon breekt door. In dit geval gaan alle zonnepanelen produceren en leveren dus terug aan het net. Hierdoor kunnen, door een te grote aanbodpiek, opstoppingen ontstaan in het net. Met als gevolg kans op een stroomstoring. De stabiliteit en betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet zijn dus in gevaar door lokaal opgewekte duurzame energie. Met als gevolg dat netbeheerders de infrastructuur moeten verzwaren om de betrouwbaarheid te blijven waarborgen. Dit brengt hoge kosten met zich mee, die uiteraard weer verhaald zullen worden op de energieconsument.

Al sinds de opkomst van duurzame energieopwekking zijn deskundigen actief met een mogelijke oplossing,  Smart Grids. Bij Smart Grids zijn twee principes leidend, vraagsturing en opslag van duurzame energie. Vraagsturing betekent dat de vraag naar elektriciteit in een digitaal systeem bijgestuurd kan worden. De uitrol van de ‘slimme meter’  is hier een onderdeel van. De opslag van duurzame energie komt echter nog onvoldoende van de grond. Mede door de saldering wordt een eigenaar van zonnepanelen niet gestimuleerd  om eigen opgewekte energie te gebruiken in plaats van het terugleveren.

Dus hoe zou het toekomstig kabinet ervoor kunnen zorgen dat het elektriciteitsnet niet aangepast en verzwaard gaat worden? Hoe kan de overheid er aan bijdragen dat de kosten, die bij de consument terecht komen, niet de pan uit rijzen? Juist, door de salderingsregeling aan te passen! In mijn optiek zouden we de salderingsregeling enigszins moeten versoberen. In ruil hiervoor ontstaat er ruimte voor een stimuleringsregeling om het gebruik (en de innovatie) van een thuisbatterij verder aan te jagen. Uiteraard moet er een goede overgangsregeling komen voor consumenten die al hebben geïnvesteerd in zonnepanelen. Op deze manier richten we het energiesysteem echt duurzaam in en worden hoge kosten voor verzwaring van het net voorkomen of verminderd.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Jim Teunizen