Duurzaamheid is nietig

Duurzaamheid is nietig. Althans, als ik de Nederlandse rechters moeten geloven. Op basis van goede bedoelingen tussen markt en overheid bouwen wij aan duurzamer Nederland. Deze goede bedoelingen leggen we bindend vast in overeenkomsten, met de intentie deze afspraken daadwerkelijk na te komen. Volgens de rechtspraak zijn deze afspraken nietig. 

Duurzaamheid is vandaag de dag in bijna alle gevallen een (sub)gunningscriterium bij aanbestedingen en bij één op één grondverkopen een vast terugkerend bepaling in de (koop)overeenkomst. Niet omdat de wet dat eist maar dat we, zowel bouwers/ontwikkelaars als overheden,  ons bewust zijn dat het anders moet en vervuilende gebouwen steeds vaker worden gezien als een milieudelict. Gebouwen die beter presteren dan ons vangnet van ambities - het bouwbesluit - is meer regel dan uitzondering. Steeds meer gemeenten hebben de ambitie om in 2030 energieneutraal te zijn en proberen dit te stimuleren door eisen te stellen en deze neer te leggen in een overeenkomst. Alleen onze rechtspraak voorziet nog niet in een 100% afdwingbaarheid van deze contractuele afspraken.

Een veel gebruikte bepaling om energiezuinigheid van woningen te stimuleren is de zogenoemde statiegeldregeling. De statiegeldregeling houdt in dat de Gemeente bij uitgifte van bouwkavels op zich neemt een deel van de koopprijs voor de kavel te restitueren als de koper een bepaalde energieprestatiecoëfficiënt (EPC) voor zijn woning weet te realiseren. De rechtbank Arnhem oordeelde in 2010[1] nog dat een dergelijke statiegeldregeling op grond van artikel 3:40 van het Burgerlijk Wetboek nietig is. Daarbij komt de rechtbank in de algemene zin tot de conclusie dat het contracteren over de energiezuinigheid van woningen op grond van artikel 122 Woningwet niet is toegestaan, aangezien de overeenkomst strengere eisen stelt aan de energiezuinigheid van de woningen dan het Bouwbesluit. Om het nog erger te maken voegt de rechtbank hieraan toe dat voor onderzoek naar eventuele vrijwilligheid bij de wederpartij is geen plaats. Kortom; het feit dat beide partijen met hun volle verstand een handtekening hebben gezet onder het realiseren van een ambitie doet niet ter zake.

Duurzaamheid stimuleren en opleggen

De bepalingen in een koopovereenkomst ten aanzien van energiezuinigheid die verder gaan dan het Bouwbesluit zijn op grond van artikel 122 van de Woningwet niet toegestaan en daarmee nietig door strijdigheid met de wet. De overheid probeert via allerlei wegen duurzaamheid te stimuleren en op te leggen, door wet- en regelgeving, beleid en subsidies. De meest makkelijke weg, te weten twee partijen die met hun volle verstand en volledig vrijwillig in een overeenkomst een gezamenlijke ambitie willen verwezenlijken, is nietig.

Gelukkig kunnen we in de bouw- en vastgoedsector spreken van professionele partijen welke elkaar serieus nemen en ook ambities nakomen waarmee deze rechtspraak niet een direct gevaar vormt voor de transitie van Nederland. Maar in tijd waarin duurzaamheid niet meer vrijblijvend mag zijn wordt het tijd dat duurzaamheid volwassen wordt en afdwingbaar. Een nietigheid van ambitieuze doelstellingen die verder gaan dan wat het Bouwbesluit van ons vraagt past daar niet bij. Afspraak is afspraak…..

Rechtbank Arnhem 7 april 2010 (ECLI:NL:RBARN:2010:BM0509)

Deel dit artikel

permalink

 

 

Meer door Onno Dwars