Gezond binnenklimaat en lage energierekening voor biotechbedrijf

Hoe scoor je punten op duurzaamheid binnen twee compleet verschillende gebouwfuncties?

Het nieuwe kantoor van onderzoeksorganisatie Genmab is een feit. Het biotechbedrijf zocht een duurzaam gebouw voor het onderbrengen van zijn activiteiten, gericht op het creëren en ontwikkelen van gedifferentieerde antistofmedicijnen voor de behandeling van kanker. Een scala aan duurzaamheidsambities werd ingevuld, met BREEAM-NL Excellent als resultaat. Commissioning (zie onder) en kwaliteitsborging zorgen ervoor dat de afspraken in het ontwerp werkelijkheid worden.

Bij de aanbesteding werd Duurzaam Gebouwd-partner DWA betrokken om mee te denken over de realisatie. Duidelijk werd dat er een gezond en comfortabel binnenklimaat moest komen met lage energiekosten, met BREEAM-NL als meetlat. “Samen met Dura Vermeer onderzochten we welke ambitie ingevuld kon worden”, vertelt Remco Bijma van DWA. Uiteindelijk kwamen we tot een Excellent-certificaat. De uitdaging zat vooral in het punten scoren binnen twee verschillende gebouwfuncties: het kantoor en het laboratorium.”

Bespoke-traject

Voor het laboratorium werd een zogenoemd bespoke-traject aangehouden. Dit type certificering wordt gebruikt voor specifieke gebouwen die niet onder de normaal te certificeren categorieën vallen en waarvoor een maatwerktraject nodig is.
Bijma: “Er is een referentiekader voor laboratoria en daar meet Bespoke op. We gebruiken de richtlijn uit 2011. Dat klinkt misschien ouderwets, maar we hebben het over een ontwikkeltraject van vier jaar voor het gebouw. Hiervan duurde de realisatie van de constructie, het casco en de inrichting ongeveer drie jaar. Op het bouwkundige vlak heeft de ontwikkeling van een parkeergarage onder het gebouw een flinke impact op je planning.”

“Er is een referentiekader voor laboratoria en daar meet Bespoke op.”

Met duurzaamheidsmaatregelen als ledverlichting, warmte- en koude-opwekking met warmtepompen, luchtbehandeling met warmteterugwinning is het resultaat tot 40% meer energiebesparing dan bouwbesluitniveau. “Ook de ambities voor de gebouwschil zijn een tandje hoger dan de ‘standaard’ eisen in het Bouwbesluit. Ook de luchtdichtheid is een belangrijk aandachtspunt voor ons, waarvan de prestaties ook zijn aangetoond met een meting”, aldus Bijma.

Optimaal binnenklimaat

Om het binnenklimaat optimaal en gezond te maken onderzocht DWA de energie- en warmtevraag van het gebouw. Vooral in het laboratoriumgedeelte bleek een grote vraag naar koeling. “Logisch gezien de werkzaamheden die daar verricht worden. Die grootheden neem je mee in je ontwerp en zo besluit je welke installaties nodig zijn voor opwekking.” Het concept dat werd toegepast combineert een WKO-installatie met een warmtepomp.

“De WKO dekt ongeveer 80% van de benodigde energie. De pieken en storingen, mochten die voorkomen, vangen we op met een ander systeem. Door een piekketel in te zetten, is het gebouw verzekerd van een geconditioneerd binnenklimaat.”

Omwille van de consistentie zijn er twee luchtbehandelingskasten voor het lab. Als een van de twee uitvalt, kan de andere die kast grotendeels opvangen. “Enerzijds houdt dit risico’s laag, anderzijds heeft dit uit energietechnisch oogpunt een voordeel. De ruim bemeten luchtbehandelingskasten hebben namelijk in normaal bedrijf veel minder weerstand. Hierdoor verbruiken de ventilatoren minder energie.” Vergaderzalen en het restaurantgedeelte zijn verder voorzien van een vraaggestuurde CO2-regeling en balansventilatie.

Kwaliteit verhogen

Het overeind houden van duurzaamheidsambities vormt voor ieder project een uitdaging. Doordat casco en inbouw door verschillende partijen werden uitgevoerd, was deze uitdaging voor Genmab extra groot. En hier bewijzen commissioning en kwaliteitsborging hun dienst.

Als expert op dit gebied weet Jaap Neeleman van DWA welke uitdagingen er spelen en hoe deze optimaal worden ingevuld. Neeleman: “Wij bewaken het ontwerp, zodat de duurzaamheidsambities overeind blijven staan gedurende de uitvoering en oplevering. Dat is bij veel projecten uitdagend, omdat we weten dat kosten snijden nog altijd tot de dagelijkse praktijk behoort. Daar moet je realistisch mee omgaan.”

Bij Genmab bleven duurzaamheidsambities overeind staan gedurende de uitvoering en oplevering.

Tijdens de uitvoering en bij de oplevering van het casco vinden kwaliteitscontroles plaats. “Vanuit BREEAM MAN1 (punten die worden toegekend aan onderdeel management, red.) hebben wij als commissioningsmanager een toetsende rol. Elkaar op deze manier scherp houden is niet in ieder project de standaard, terwijl je daardoor wel tot een beter resultaat komt.”

Gedurende de bouw vinden audits plaats, waarin functionaliteit en belangrijke prestaties worden aangetoond. Bijvoorbeeld de prestaties van de ventilatie-installaties en de inregeling hiervan. “Door hierop te sturen tijdens de bouw voorkom je dat de installateur na oplevering terug moet om zaken te herstellen. De opdrachtgever krijgt op zijn beurt substantieel veel minder klachten. Het primaire proces kan direct na ingebruikname doordraaien en dat is iets waar je als volledig bouwteam voor knokt.”

Door kwaliteitsborging in het bestek en in het contract een plek te geven, is deze winst eenvoudiger te realiseren. “Het is belangrijk om hierover voor de contractvorming na te denken”, zegt Neeleman. “We zien namelijk dat het dan ook voor de installateurs meer oplevert dan dat het kost.”

Commissioning management

Commissioning management houdt in dat het ontwerp- en bouwproces getoetst wordt tijdens de verschillende fases tot en met minimaal het eerste jaar van ingebruikname. Het doel is om de functionaliteit en prestaties conform het PvE (en met in achtneming van wet- en regelgeving) in de realisatie- en opleverfase voldoende te borgen en daarmee een soft landing te garanderen. Een zachte landing is een soepele overgang van ontwikkelende naar beherende partijen. Dit wordt mogelijk gemaakt door bij oplevering het gebouw aantoonbaar te laten voldoen aan de vereiste prestaties, de beheerder en de gebruikers een gebruikerstraining te geven en een praktisch gebouwspecifiek gebruikershandboek beschikbaar te stellen. De beheerder en de gebruikers zijn hierdoor in staat goed met het gebouw om te gaan. Gebouwprestaties blijven behouden en comfortklachten worden voorkomen.

Tekst: Marvin van Kempen; foto's: cepezed | Lucas van der Wee

Deel dit artikel

permalink