MOB Alverna, Dienst Landelijk Gebied (Deel II)

In Deel I worden uitgebreid de ambities van de Dienst Landelijk Gebied geschetst met betrekking tot de herontwikkeling van het MOB Alverna terrein. Hieronder wat meer informatie over onder andere het vertalen van de Cradle to Cradle-methodiek.

“Terug naar de basis” is de titel die de Dienst Landelijk Gebied (DLG) aan het herontwikkelingsproject MOB-complex Alverna heeft gegeven. Het militair complex is meer dan zestig jaar vrijwel ontoegankelijk gebleven voor de burgers. Er is nog ongerepte natuur want door de functie als opslagterrein was er weinig activiteit.

In de nieuwe plannen voor het gebied is er een mogelijkheid hier te wonen. DLG is nu doende de verandering van het bestemmingsplan aan te vragen. Tot 5 maart kan er op gereageerd worden. 

Basis
Het begrip “basis” draagt voor dit project een driedubbele betekenis.

1. “Terug naar de basis” betekent dat het gebied weer terug zal worden gebracht naar zijn oorspronkelijke en natuurlijke vorm. Een oude rivierduin met een mozaïek van zeer oude bossen, heidevelden en bloemrijke graslanden. Door begrazing van schapen zijn de bijzondere strubben (hakhoutstoven) ontstaan, die nog steeds aanwezig zijn op het complex. Het terrein zal in zijn nieuwe vorm een belangrijk onderdeel gaan vormen van de Ecologische Hoofdstructuur.

2. “Terug naar de basis” betekent ook dat het complex met de toevoeging van een aantal bijzondere woningen, net als in het verleden, opnieuw een ‘basis’ zal gaan vormen voor de bewoner. Een plek waar het prettig wonen is en waar je kan genieten van een bijzonder natuurgebied als basis van je thuis.

3. Daarnaast draagt de titel “Terug naar de basis” een verwijzing in zich naar de voormalige militaire functie van het complex. Bij de herontwikkeling van het complex heeft de cultuurhistorie van het terrein altijd een grote rol gespeeld en hebben bijzondere objecten als de tankbaan en de bouwkundig bijzondere munitiebunkers een plek gekregen in de ontwikkelingsvisie.

Het doel is het Alverna-terrein te transformeren tot een natuurgebied met een bescheiden woonfunctie. Het project heeft een hoge ambitie. Dit vraagt om een zorgvuldige inpassing van de gebouwen, waarbij de juiste balans wordt gevonden tussen bestaand en nieuw en tussen natuur en bebouwing.

Gebiedsontwikkeling en C2C in vijf noties
Ook ruimte is in Nederland een schaars artikel, waarmee zorgvuldig moet worden omgegaan. Bij duurzame gebiedsontwikkeling wordt dan ook steeds gezocht naar optimale methoden. Gegrepen door de Cradle to Cradle aanpak in gebouwen en producten, verkent een werkgroep vanuit de Dienst Landelijk Gebied in opdracht van het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf van het Rijk of je de C2C methodiek kan vertalen naar aanwijzingen voor gebiedsontwikkeling.

Omdat er geen kant en klare oplossingen zijn te geven koos de werkgroep voor vijf noties die C2C gebiedsontwikkeling mogelijk moeten maken. De noties moeten leiden tot het stellen van vragen die tot vernieuwing leiden.

Notie 1: Ontwerp schone kringlopen in tijd en ruimte.
Voor gebiedsontwikkeling zijn naast biotische- en technologische ook een financiële- en een sociaal maatschappelijke kringloop nodig.

Notie 2: Creëer meerwaarde in people, planet, profit en samenwerking.
C2C nodigt uit om anders tegen exploitatie aan te kijken. Het zakelijk rendement zou langer in het gebied te houden moeten zijn. Dat kan dan weer gebruikt worden om te investeren in voorzieningen en systemen die het hele gebied ten goede komen.

Notie 3: Ontwikkelingsproces is strategisch en operationeel.
In het strategisch deel moeten banden worden aangegaan met de actoren rond een groeiend gemeenschappelijk belang. Er ontstaat een gemeenschappelijk gedragen gebiedsvisie. In het operationele deel worden doelen uitgewerkt en gerealiseerd. Dit proces herhaalt zich waardoor het proces op zich een vorm van upcycling wordt.

Notie 4: Gebruik bestaand kapitaal: Landschap en mensen.
Het benutten van de potenties van het lokale landschap en van lokale actoren is een goede basis gebleken voor kansrijke ontwikkeling.

Notie 5: Zie gebiedsontwikkeling als duurzame evolutie.
Duurzaamheid is voor C2C het uitgangspunt. Daarin verschilt C2C principieel met de huidige gebiedsontwikkeling, waarin duurzaamheid slechts één van de aspecten is waarmee rekening wordt gehouden.

C2C gebiedsontwikkeling is het zoeken naar duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen.

Het rapport
cradle to cradle als inspiratiebron voor duurzame gebiedsontwikkeling is te downloaden 

Ir. Leon Claassen, milieuspecialist bij DLG
"Ik ben zelf voorstander om duurzaamheid mee te nemen in de planvorming. Als overheid voel ik de maatschappelijke verplichting om de randvoorwaarden daarbij aan te dragen en mensen te bewegen om daar een invulling aan te geven. Ik ben voor het onderwerp enthousiast geraakt na een voordracht door de chemicus Braungart op de dag van de duurzaamheid vorig jaar.
Bij DLG komt duurzaamheid bijvoorbeeld tot uitdrukking in milieu vroegtijdig mee te nemen in de planvorming door milieueffecten inzichtelijk te maken bij te maken keuzes in de planvorming."

Birgit van der Veken, medewerker gebiedsontwikkeling Regio Oost, Dienst Landelijk Gebied
"Binnen het project Alverna voelde ik mij vooral verantwoordelijk voor het bewaken van het proces. Mijn kracht zit vooral in het samenbrengen en structureren van kennis, ideeën, kansen en knelpunten van verschillende specialisten van DLG en externe belanghebbenden. Ik vind dat de integrale aanpak binnen het project Alverna heeft gezorgd voor een kwalitatief goed eindresultaat. Ik ben er trots op dat ik aan dit project heb kunnen meewerken en ben erg benieuwd naar de verdere ontwikkelingen op het terrein. Degene die uiteindelijk op het terrein Alverna mag komen te wonen mag van geluk spreken. Wonen in het groen; Terug naar de Basis!"

Tekst: Ronald van Bochove

Deel dit artikel

permalink