Nederland haalt achterstand op Duitsland snel in

Welke producten uit Duitsland kunnen een bijdrage leveren aan de energietransitie in Nederland?

De verduurzaming in Duitsland loopt jaren voor op die in Nederland. Wat valt er daarom nog te leren van de Duitsers? Dat was afgelopen zomer het centrale thema bij een bijeenkomst van de Duits-Nederlandse Handelskamer in het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht (Building Heat Solutions2).

Bemoedigend is wellicht dat ten opzichte van een jaar of zes geleden de achterstand van Nederland op Duitsland aanzienlijk is verkleind, aldus Anouk Iuzzolino, een van de organisatoren. “Je kunt niet meer zeggen dat Duitsland een enorme voorloper is,” begint Iuzzolino. “In Duitsland is alle kennis aanwezig en worden er heel degelijke producten gemaakt die hun waarde hebben bewezen. Mede door subsidiëring heeft Nederland echter de achterstand grotendeels ingehaald.”

Merkel en Rutte

“Ik denk dat we hier in Nederland vooral kunnen leren van de aanpak van Duitsland wat betreft de energietransitie van hele huizenblokken, buurten en wijken.” Iuzzolino had deze woorden nog niet uitgesproken of bondskanselier Angela Merkel ontmoette premier Mark Rutte en spraken daarbij ook over de klimaatmaatregelen. Rutte stelde daarna, met het oog op de energietransitie, dat Nederland zeker kan leren van de Duitsers als het gaat om het creëren van draagvlak onder de burgers.

Een van de sprekers tijdens de bijeenkomst in juni, de Duitse architect Johannes Hegger uit Kassel, noemt het bemoedigend dat Nederland eerder een duidelijk besluit nam ten aanzien van het loslaten van gas. In Duitsland besefte hij al na de oliecrisis, een kleine vijftig jaar geleden, dat er wat dat betreft anders moest worden gebouwd. Inmiddels is er in meer dan 40 procent van de Duitse woningen een warmtepomp aanwezig.
Hegger voorspelt dat deze technologie ook voor Nederland van groot belang gaat worden. De werking en kwaliteit van de systemen is er helemaal klaar voor. In projecten van Hegger wordt verder soms restwarmte uit de riolering toegepast, evenals een combinatie van opslagunits voor elektriciteit met oplaadpunten voor elektrische auto’s.

Uiteenlopende producten

Tijdens de bijeenkomst toonden acht Duitse bedrijven hun vaak heel uiteenlopende producten. Deze zijn soms niet helemaal nieuw of niet per se voor de hele Nederlandse verduurzaming van belang, maar kunnen in specifieke gevallen wel een belangrijke bijdrage leveren, aldus Iuzzolino.

Neem de uiterst dunne isolatiematerialen van va-Q-tec: Vacuum Isolations Paneele (VIPs). Deze vacuüm panelen zijn uiterst compact en bieden veel vormvrijheid. Wanneer je ergens in je bouwwerk de hoek wilt omgaan, kan va-Q-tec die specifieke vormen aanleveren, vertelt Iuzzolino. Ook in de prefab kan het materiaal eenvoudig een belangrijke rol spelen.

De isolatiepanelen van va-Q-tec

GridParity Europe produceert dubbelzijdige zonnepanelen, die ook aan de achterzijde elektriciteit kunnen opwekken. Het bedrijf biedt complete systemen aan voor het zelf aanleggen van carports en terrasoverkappingen met daarboven panelen, zo toonde Erich Merkle. Niet echt nieuw voor Nederland, trouwens. Naast traditionele zonneparken levert GridParity ook pv-modules op hogere ‘poten’, zodat daaronder landbouw mogelijk blijft.

Afvalwater

In Nederland wordt al onderzocht wat de mogelijkheden zijn van het opwarmen van afvalwater in het riool. Uhrig Energie is een bedrijf dat de warmtewisselaars daarvoor kan leveren. Ook zonder subsidies levert dit al een concurrerende businesscase op, aldus Stephan von Bothmer.

De presentatie van ThermoShield toonde een oude bekende, die hier bijvoorbeeld al de winnaar werd van de All Electric Challenge 2018 (Natuur & Milieu). Het merk maakt een keramische coating voor verwerking in bijvoorbeeld muurverf of op infraroodpanelen. Het materiaal is vooral geschikt om de temperatuur te reguleren, maar heeft ook invloed op het vocht, licht en geluid. De toepassing ervan is  verder goed mogelijk voor monumentale panden, zo lezen we op de Nederlandse website van ThermoShield.

Iris Oelschläger liet zien hoe het concept ‘passief huis’ in Duitsland al van a tot z in de praktijk wordt uitgevoerd door één firma, die daarbij alle touwtjes in handen houdt. En dan kan er ook een plusenergyhouse uitrollen, dat minder energie verbruikt dan het produceert. De oriëntatie van het gebouw en het gebruik van schaduw zijn daarbij vaste elementen in het ontwerp. Verder is een belangrijk uitgangspunt van haar kantoor Deimel Oelschlager (Berlijn) het zo beperkt mogelijk toepassen van technische oplossingen.

Tot slot ging Anke Verhagen van de Rabobank in op de inspanningen van deze financiële reus. Rabobank gaat bij nieuwe financieringen van commercieel vastgoed verplichte energielabels introduceren. Naast kantoren geldt dit ook voor andere soorten vastgoed. Met deze maatregelen hoopt de bank de complete vastgoedportefeuille binnen tien jaar compleet te vergroenen.

Bronnen:

Duits-Nederlandse Handelskamer

Duitsland Nieuws

Deel dit artikel

permalink