'Open standaard is essentieel voor verduurzaming'

Een groeiende schaarste van grondstoffen en nijpend tekort aan professionals vormen uitdagingen voor de bouw- en vastgoedsector. Om de weg naar verduurzaming vrij te maken zijn digitalisering en industrialisering sleutelwoorden. “Belangrijker dan ooit is de communicatie tussen bouwpartijen en daarom zetten wij in op open standaarden.”

Foto bovenaan: BIM Basis ILS Gebruikersdag

We spreken Jacqueline Meerkerk en Joseph Kuling, respectievelijk directeur en bestuursvoorzitter van BIM Loket. Sinds de start in 2015 bouwt de stichting bruggen om ketenpartners dichter bij elkaar te brengen en communicatie onderling naar een hoger niveau te tillen. Ondertussen zijn zo’n 200 personen – grotendeels in-kind - direct betrokken bij de stichting, die voortkomt uit de Bouw Informatie Raad (BIR) en bestaande kennisinstellingen. Die raad zet zich in voor de brede toepassing van BIM in de gebouwde omgeving en infra, met BIM Loket als uitvoeringsorganisatie. “Daar voegen wij als BIM Loket het bevorderen van het gebruik van open standaarden aan toe”, vertelt Kuling.

“Door één taal te spreken, door de gehele keten, stimuleren we innovatieve en diepgaande samenwerking.” Het BIM Loket startte op het moment dat verschillende partijen zagen dat de bouw alleen door ketenintegratie verder kan komen. “Om de fragmentatie te doorbreken ging onze netwerkorganisatie van start”, weet Meerkerk. “Met het uitgangspunt dat open standaarden een grote bijdrage leveren aan transparantie en hechtere communicatie en samenwerking, iets dat de sector nodig had en heeft. Daarbij zochten we actief naar koplopers in het vak om het gebruik verder te stimuleren en die samen met ons deze standaarden, beheerd door verschillende kennisinstellingen, verder wilden ontwikkelen.”

Standaarden voor integraal proces

Ook deze kennisinstellingen werkten vanuit eilandjes, voor verschillende gebruikers en stadia in het bouwproces. “We wilden de standaarden voor het hele proces samenbrengen en integraal beheren”, duidt Kuling. “Daarvoor hebben we geknokt. Een belangrijk wapenfeit is dan ook dat deze partijen én de standaarden nu daadwerkelijk met elkaar samenwerken.” Dat had aan de start van de samenkomst nog wat voeten in de aarde. “Natuurlijk vindt iedereen het spannend, maar door concreet met elkaar aan de slag te gaan groeit het vertrouwen”, gaat Meerkerk verder.

“Daarnaast zijn de voordelen van één aanspreekpunt voor een integraal beheer en gebruik van de standaarden helder, daar kun je niet omheen. Gezamenlijk hebben we dan ook een centrale helpdesk neergezet en een handboek ontwikkeld voor het beheer, conform het Beheer en Ontwikkel Model Open Standaarden (BOMOS) van het Forum Standaardisatie. Dit heeft voor een versnelling gezorgd, maar de belangrijkste meerwaarde is toch wel dat we nu een ‘clubhuis’ hebben waarin partijen samenwerken.”

De beweging luidde een nieuw hoofdstuk in, en was een kans voor verduurzaming. Was er eerst nog het 2D- of 3D-tekenwerk waar een model op bleef steken, nu werd het mogelijk om een integrale tool voor procesmanagement op te zetten. “Een architect gebruikt het model voor architectuur”, aldus Kuling. “De aannemer en installateur op hun beurt gaan voor het reduceren van faalkosten, bijvoorbeeld door vroegtijdige clashdetectie.” Puzzelstukjes vallen nu op zijn plek en de mogelijkheid om complete processen te optimaliseren dient zich aan, dankzij de standaardisatie. “Het gaat nu om de data die aan het model toegevoegd wordt. We gaan naar het voorspellen en monitoren van processen”, vertelt Meerkerk. “Dat biedt in iedere bouwfase kansen. Zo kun je in het ontwerpproces een bewoner of gebruiker meenemen en laten beleven hoe een duurzaam gebouw eruitziet en hoe het voelt om erin rond te lopen. In de productiefase kun je machines in fabrieken vanuit de modellen aansturen, die bijvoorbeeld complete gevelelementen fabriceren.”

Méér dan faalkostenreductie

De beschikking over een integraal BIM dat deze optimalisatie in de hand werkt, is een must voor verduurzaming. “Denk hierbij niet alleen aan de faalkosten die je reduceert en het aantal logistieke bewegingen die je tot een minimum beperkt”, gaat Kuling verder. “Het gaat verder dan dat. Met standaardisatie werk je industrialisatie in de hand, want je kunt met meer structuur en flexibiliteit gaan produceren en leveren. We ervaren in onze sector een schrijnend gebrek aan handen en industrialisering en robotisering zijn essentieel om het tekort op te vangen.”

Ook dragen de open standaarden bij aan circulair bouwen, bijvoorbeeld met het oog op het materialenpaspoort. “We zien steeds meer opdrachtgevers die zich hard maken voor een materialenpaspoort, omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit op zowel korte als lange termijn voordelen heeft”, weet Meerkerk. “Wil je demontabel kunnen bouwen en het gebouw over 20 jaar weer uit elkaar halen, dan heb je gedetailleerde informatie nodig over bouwelementen en zul je dit goed moeten documenteren. Dat is niet één momentopname waarop je die data ingeeft, dit is een proces dat ook blijft spelen in de beheer- en onderhoudsfase, als er bijvoorbeeld sprake is van een renovatie. Ook hier zie je weer dat alle partijen in het bouwproces hierbij betrokken zijn en dat één gezamenlijke taal uitkomst biedt om materialen goed te documenteren.”

Het duo ziet daarnaast de trend van smart buildings, die informatie geven over het binnenklimaat en de status van het gebouw. Een continu proces van verbetering, waarbij het gebouw evolueert en met de tijd mee innoveert. “Daarom spreken we bij BIM eerder van Bouw Informatie Management dan een Bouw Informatie Model”, gaat Meerkerk verder. “Je kijkt immers over de complete levenscyclus en integreert het in je processen. In de kaders van slimme gebouwen kun je hiermee bijvoorbeeld sturen op gezondheid. Het is niet alleen zaak om verspilling van materialen tegen te gaan, maar ook verspilling van data, dus eenmalig inwinnen en meervoudig gebruik. Bij een volwassen model stop je niet bij individuele data, maar leg je verbanden om energie te besparen, materiaalgebruik te beperken en leefomgevingen fijner te maken.”

Interactie tijdens een van de kennisdagen

Koploperspositie pakken

De aandacht hiervoor groeit, niet alleen bij aanbieders van innovaties en oplossingen. Er is interesse vanuit partijen als Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, Prorail en ook gemeenten en provincies om een koplopersrol te pakken en van model naar management te gaan. “We zien veel interesse vanuit overheden om aan de slag te gaan met nieuwe verdienmodellen”, vertelt Kuling. “Daarnaast merk je dat corporaties kennismaken met de winst van een gestandaardiseerd en geoptimaliseerd proces en proeven we ook vanuit deze hoek de wil om een integraal BIM toe te passen voor verduurzaming.”

De kansen om assets goed te beheren en verspilling tegen te gaan zijn aanleidingen voor deze partijen om een nieuw type uitvraag naar de markt te stellen. “We zien steeds meer initiatieven ontstaan voor innovatieve samenwerkingen. Vooral in complexe omgevingen zoals bij ziekenhuizen of Schiphol zien we dat opdrachtgevers de absolute zekerheid willen dat een bouwproces optimaal verloopt.”

Nog niet iedereen is aan de slag met een integraal BIM. Het gat tussen de koplopers en het peloton moet kleiner. “Daar proberen we aan bij te dragen door voorlichting te geven en kennisdagen te organiseren”, vertelt Meerkerk. “Bij onze Dialoogtafels brengen we vernieuwers en dwarsdenkers bij elkaar. Het liefst concreet, bijvoorbeeld door een bepaalde case naar voren te brengen. Zo kunnen ketenpartners direct ervaren wat het betekent als je kunt optimaliseren.”

De overtuiging overheerst dan ook dat aantoonbare duurzaamheid steeds belangrijker wordt. “De kunst is om pioniers te stimuleren en anderen daarin mee te krijgen”, voegt Kuling toe. “Een uitdaging daarbij is om partijen niet aan elkaar te binden voor één project, maar over meerdere gebouwen en gebieden te investeren. Dat verdient zichzelf uiteindelijk weer terug, maar stakeholders moeten het eerst zelf ondervinden voordat ze ermee aan de gang willen.”

Samen opschalen

Met de Bouwagenda en het Klimaatakkoord in het achterhoofd moet deze kanteling liever eerder dan later plaatsvinden. “We zien een duidelijke rol weggelegd voor het BIM Loket om als netwerkregisseur digitale samenwerking en vernieuwing te stimuleren”, aldus Meerkerk. “Het is vooral een organisatie en communicatievraagstuk dat we moeten invullen en barrières hierin die we moeten doorbreken. We zien het als een transitieopgave. Internationaal staan we er goed voor, omdat er al veel in dit onderwerp is geïnvesteerd vanuit de BIR en opdrachtgevers en branches.” Ons kikkerlandje heeft dan ook een voorsprong om deze opgave in te vullen. “Dat moeten we benutten en de visie concretiseren samen met de rijksoverheid om dit op te schalen en uit te breiden”, besluit Meerkerk.

Die beweging is er, onder andere dankzij de DigiDeal voor de Gebouwde Omgeving (DigiDealGo). “De ondertekening hiervan vindt plaats in april en daarin maken we afspraken over uitdagingen en versnellingen die we met elkaar aangaan”, aldus Kuling. “Een digitaal stelsel vormt hierbij een belangrijk uitgangspunt. Stimuleren en aanjagen, dat is de overtuiging.”

BIM in de praktijk brengen

Ben je ook aan de slag met verduurzaming in het algemeen en BIM in het bijzonder? Kom kennis halen en brengen tijdens het seminar 'BIM als businesscase'. Bekijk het programma en schrijf je direct in voor deze sessie. Tijdens dit Seminar gaan we in op de vraag: hoe maak je BIM tot een succesvolle businesscase? Want BIMmen is geen doel op zich. Je wilt met BIM efficiënter werken, minder fouten maken en (dus) betere prestaties leveren. Maar hoe doe je dat en zijn er partijen die al aantoonbaar waarde toevoegen, of geld verdienen met het toepassen van BIM?

Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: BIM Loket

Deel dit artikel

permalink