Voor nieuwe vormen van wonen op het water zoals wonen op palen of drijvende woningen gelden dezelfde bouwregels als voor wonen op het vasteland. De uitleg van die regels is nogal eens lastig voor ontwikkelaars van dergelijke plannen, voor de bouwers en voor gemeenten die de plannen moeten beoordelen. Voor hen heeft de VROM-Inspectie een 'Handreiking drijvende woningen' gemaakt.

In stedenbouwkundige plannen worden tegenwoordig regelmatig 'drijvende woningen' opgenomen en bouwbedrijven experimenteren met de bouw daarvan. Maar ontwikkelaars, bouwers en gemeenten worstelen soms met de uitleg van de bouwregelgeving voor drijvende bouwwerken.

Moet een drijvende woning als een 'bouwwerk in de zin van de Woningwet' worden beschouwd, waarvoor de bouwregels gelden, of is het een woonark waarvoor de bouwregelgeving niet geldt. En als het een 'bouwwerk in de zin van de Woningwet' is, hoe moeten dan de bouwvoorschriften uit Bouwbesluit, Gebruiksbesluit en de gemeentelijke bouwverordening op het 'waterwonen' worden toegepast.

Het Bouwbesluit is in grote mate toe te passen op en toereikend voor drijvende woningen. Maar soms moeten voorschriften in de praktijk opnieuw uitgelegd worden en soms bedenken bouwers oplossingen waarin de huidige regels niet voorzien. De Handreiking kan helpen om waterwoningen als volwassen product op de markt te zetten door onduidelijkheden
over de regelgeving weg te nemen.

Download: Handreiking