Onzekerheden wegnemen voor warmtenetten met datathermie
- #VanGasLos
- Artikel
- Energietransitie
Dit whitepaper geeft je informatie over onzekerheden bij stakeholders over de aanleg van een warmtenet met datathermie voor transformatiegebieden. De publicatie illustreert de diversiteit aan onzekerheden die er zijn. Door die helder te krijgen is het eenvoudiger om onderling de dialoog te voeren, om struikelblokken weg te nemen en te versnellen.
AMS Institute voerde een onderzoek uit aan de hand van een specifieke casus, waarbij de gemeente Amsterdam vanuit duurzaamheidsbeleid het gebruik van datathermie stimuleert. In een consultatieronde met warmtebedrijven sprak de gemeente over de ontwikkeling van een collectief warmtenet, gevoed met onder meer datathermie.
Francesco Franchimon werkte mee in dit onderzoek van AMS Institute en hij vertelt Duurzaam Gebouwd over het belang van het onderzoek en de urgentie van ‘omdenken’: “De energie- en warmtetransitie vragen van de eerste voorvechters tot de laatste criticasters een verandering van denken en handelen. De beschikbaarheid van energie op het juiste moment is voor geen enkele stakeholder meer vanzelfsprekend. Hoewel we veel van de vergelijking kunnen leren met de transitie naar aardgas in de jaren 60, leven we in een ander tijdperk.”
Daarin hebben we volgens Francesco te maken met onder andere snel veranderende omgevingsfactoren, zoals een onzeker politiek klimaat op het gebied van duurzaamheid: “Denk aan de opkomst van politieke partijen die het klimaatbeleid verwerpen, en wetgeving die nog moet volgroeien, zoals de Wet collectieve warmtevoorziening, wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie en de Energiewet.”
Paul Voskuilen, Program Developer Urban Energy van AMS Institute, nauw betrokken bij het onderzoek, voegt toe: “Bij de aanleg van collectieve warmte-infrastructuren doorkruisen de tijdslijnen en belangen van projectontwikkelaars, eigenaren van de warmtebronnen en warmte-infrabedrijven. Wanneer daar onvoldoende rekening mee wordt gehouden door bijvoorbeeld een gebrek aan kennis of middelen, of onvoldoende regie vanuit de lokale overheid, zijn de doelstellingen voor het benutten van grote duurzame bronnen zoals datathermie niet te realiseren.“
Structuur en kennisdeling
Er zijn veel onzekerheden om rekening mee te houden in een veranderende omgeving en veranderende marktomstandigheden. Tegelijkertijd is er een bittere noodzaak om CO2-uitstoot te verminderen en te verduurzamen, zoals onder andere beschreven in het meest recente IPCC-rapport en de uitspraak van het Europese Hof dat mensenrechten worden geschaad. Daarom is kennisdeling over verduurzamingsroutes, de hoe-vraag, essentieel. Structuur is noodzakelijk. Francesco: “Maar die treffen we nog onvoldoende aan. De realiteit is dat de aanleg van een warmtenet voor veel stakeholders zoals gemeenten, woningcorporaties en VvE’s nieuwe materie is. Er is geen duidelijke koers uitgezet, anders dan voor iedere wijk in Nederland te bepalen wat de beste warmteoplossing is. De energietransitie in de jaren 60 had één oplossing, namelijk het gasnet dat door de overheid werd aangelegd."
Voor de kennisdeling is inmiddels het Landelijk Programma Lokale Warmte (NPLW) ingericht, die gemeenten kan ondersteunen. Francesco vervolgt over de impact die de whitepaper kan maken op kennisdeling: “Dit biedt een structuur om vele onzekerheden te identificeren, die de verschillende stakeholders ervaren om met elkaar een betere dialoog te voeren en tot succesvolle samenwerking te komen. Hiermee praten stakeholders met elkaar en niet uitsluitend over elkaar.
Verduurzamingsrichting kiezen
Volgens Paul en Francesco is er baat bij als partijen dit op korte termijn tussen de vingers krijgen, vanwege de maatschappelijke opgaven die spelen. Wijken moeten van het aardgas af. Er komen veel nieuwe woningen bij en er wordt veel gerenoveerd. Althans, dat is de planning. Francesco: “En er is sprake van code rood op het elektriciteitsnet. Het kan dan pittig zijn om als projectontwikkelaar, woningcorporatie of particulier een keuze te maken voor een verduurzamingsrichting. Onbekendheid voedt onzekerheden en kan het standpunt bepalen.” Ook aanbieders van warmtenetten kennen die gevoelens en behouden te veel onzekerheden, zo vertelt Paul: “Die kunnen denken én doen blokkeren. Zo stagneert de transitie al voordat wij echt begonnen zijn. Stakeholders kunnen elkaar in de houdgreep nemen, als iedere stakeholder vanuit haar individuele belang naar de transitie kijkt.”
Praktijkcasus
In de whitepaper lezen we verder over de praktijkcasus. Naar aanleiding van een consultatie startte Firan, onderdeel van Alliander, met een marktinitiatief voor een open warmtenet. Firan nam het initiatief om samen met warmteleverancier Eteck het warmtenet met datathermie aan te leggen en te exploiteren voor transformatiegebied Paasheuvelweg in Amsterdam Zuidoost. Hierbij dient het datacenter van Equinix als duurzame bron van restwarmte. Aan de hand van deze casus belicht het onderzoek onzekerheden bij verschillende stakeholders.
Onafhankelijke facilitator
Hierover zegt Francesco: “Je merkt dat het begint met een goede dialoog over onzekerheden, om ze vervolgens gezamenlijk te managen. Daar is voldoende draagvlak voor. Bied wel de structuur om die onzekerheden een goede plek te geven en deze bespreekbaar te maken met alle stakeholders.” Dat schept volgens hem bij iedereen het noodzakelijke beeld dat de energietransitie een gezamenlijke opgave is. Wat is er dan nodig om die opgave in te vullen? Francesco: “Het proces tussen stakeholders heeft een onafhankelijke facilitator nodig die geen belang heeft. Deze kan vanuit inhoudelijk oogpunt zaken aan de orde stellen en oplossingsrichtingen zoeken om onzekerheden met elkaar te beheersen.” Bovenal ziet Francesco dat er behoefte is aan vroegtijdigere en hechtere communicatie en samenwerking, wat ook in de whitepaper als een van de conclusies wordt genoemd: “De energietransitie is een uitdaging van ons samen. Creëer daarom een structuur waaruit dit een logisch gevolg is.”
Lees de whitepaper
Je leest de verschillende inzichten in de whitepaper, hier te bekijken.