Het onderwijs en bedrijfsleven in de regio Eindhoven tekenden een convenant voor een nieuwe aanpak om meer studenten voor techniek te interesseren. Vanaf komend schooljaar kan een student bij ROC Eindhoven opleiding Middenkader Engineering  volgen met veel praktijkuren.

De technieksector in de regio Eindhoven krijgt in de nabije toekomst te maken met een tekort aan voldoende en goed opgeleid personeel. Nu al blijft de instroom bij sommige studierichtingen achter bij de behoefte op de arbeidsmarkt. Om dit dreigend tekort tegen te gaan, is samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven absoluut noodzakelijk, net zoals innovatieve studieconcepten die studenten warm maken voor een goede opleiding en de sector.

Een dergelijk concept komt volgend schooljaar van de grond. ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen Eindhoven en de bedrijven Burgers Ergon, HVL, Mansveld Projecten & Services, Strukton Worksphere en Kuijpers gaan samenwerken in een duale opleiding voor de studies Werktuigkundige installatietechniek en Elektrotechnische installatietechniek.

De eerste twee jaar van zijn studie gaat de student vijf dagen per week naar school, waar hij theorie- en praktijklessen volgt. In het derde en vierde jaar beslaat de schooltijd twee dagen per week, de overige drie dagen treedt hij in dienst bij een van de participerende bedrijven. Hiervoor ontvangt hij salaris.

Het ROC Eindhoven, Fontys Hogescholen Eindhoven en de bedrijven Burgers Ergon, HVL, Mansveld Projecten & Services, Strukton Worksphere en Kuijpers tekenden hiervoor gisteren een convenant.

Doorstuderen
Na twee jaar school volgt dus twee jaar lang een combinatie van werken en leren. Na het behalen van dit mbo-diploma kan de student duaal doorstuderen op Fontys Hogescholen, waar hij in vier jaar tijd zijn hbo-diploma kan halen.

De bedrijven zullen deze vervolgstudie stimuleren en financieel ondersteunen, zo is in het convenant afgesproken. De betrokken onderwijsinstellingen en bedrijven verwachten met de duale opleidingen meer studenten voor techniek te interesseren.

Enerzijds omdat de opleiding door de samenwerking met het bedrijfsleven nog beter aansluit bij de praktijk, anderzijds zeker ook omdat de studenten al vanaf het derde jaar geld gaan verdienen. De partijen hopen dat zich in de toekomst meer organisaties bij het convenant zullen aansluiten.